Spaans 3
Hoofdstuk 7 & 8
Kwartiel 1, jaar 2
Poder
1 puedo
2 puedes
3 puede
1 podemos
2 podéis
3 pueden
Entender
1 entiendo
2 entiendes
3 entiende
1 entendemos
2 entendéis
3 entienden
8-9-2017
Él es un directivo de una empresa y el habla en público.
Lo puedo intentar
Yo sé = ik weet
No lo sé = ik weet het niet
Na het werkwoord poder (kunnen) komt altijd het hele werkwoord. (bv. ik kan spelen, ik kan zingen)
Programa = uitzondering.
Problema = uitzondering.
Is beide El programa, el problema (in plaats van la)
14-9-2017
Page 76, opdr 2: tip: noteer eerst de hele lijst met vormen en daarna kun je het gewoon zo invullen.
Kunnen
Puedo
Puedes
Puede
Podemos
Podéis
Pueden
Cerrar = dichtdoen
Abrir = opendoen
Leren voor toets: vocabulario
¿Puedes escribir cartas en inglés?
Puedo escribir cartas en inglés.
, ¿Puedes solucionar problemas?
Puedo solucionar problemas.
Yo pocas veces escribo cartas en inglés.
Carlos gana mas que Valentina.
Tan = even (als in even oud als)
Joven (jong)
Lucas es mas joven de Carlos
Tan / Tanto / tantas
Mayor = ouder
Menor = jonger
Carlos es mayor que lucas.
Blz77. Opdr4
He estado en ocho países. (ik ben in acht landen geweest)
Yo se tocar la guitarra. (se is een uitzondering van saber)
Hago deporte tres horas que semana.
15-9-2017
Desayunar
ducharse
Llegar
levantarse
Ir (gaan)
Hacer
Acostarse (gaan slapen)
Reunirse (verzamelen)
(bij wederkerende werkwoorden komt –se erachter in het volledige werkwoord) dus bv. in plaats van
duchar wordt het dus ducharse)
Se wordt vertaald met “zich”.
Levantarse (wassen)
Me Levanto
Te Levantas
Se Levanta
Nos Levantamos
Os Levantáis
Se levantan
¿Pronto? (Vroeg?)
Es que = het is zodat
Empezar = beginnen (diftongatie ie > empiezo)
La revista = magazine, tijdschrift
Hoofdstuk 7 & 8
Kwartiel 1, jaar 2
Poder
1 puedo
2 puedes
3 puede
1 podemos
2 podéis
3 pueden
Entender
1 entiendo
2 entiendes
3 entiende
1 entendemos
2 entendéis
3 entienden
8-9-2017
Él es un directivo de una empresa y el habla en público.
Lo puedo intentar
Yo sé = ik weet
No lo sé = ik weet het niet
Na het werkwoord poder (kunnen) komt altijd het hele werkwoord. (bv. ik kan spelen, ik kan zingen)
Programa = uitzondering.
Problema = uitzondering.
Is beide El programa, el problema (in plaats van la)
14-9-2017
Page 76, opdr 2: tip: noteer eerst de hele lijst met vormen en daarna kun je het gewoon zo invullen.
Kunnen
Puedo
Puedes
Puede
Podemos
Podéis
Pueden
Cerrar = dichtdoen
Abrir = opendoen
Leren voor toets: vocabulario
¿Puedes escribir cartas en inglés?
Puedo escribir cartas en inglés.
, ¿Puedes solucionar problemas?
Puedo solucionar problemas.
Yo pocas veces escribo cartas en inglés.
Carlos gana mas que Valentina.
Tan = even (als in even oud als)
Joven (jong)
Lucas es mas joven de Carlos
Tan / Tanto / tantas
Mayor = ouder
Menor = jonger
Carlos es mayor que lucas.
Blz77. Opdr4
He estado en ocho países. (ik ben in acht landen geweest)
Yo se tocar la guitarra. (se is een uitzondering van saber)
Hago deporte tres horas que semana.
15-9-2017
Desayunar
ducharse
Llegar
levantarse
Ir (gaan)
Hacer
Acostarse (gaan slapen)
Reunirse (verzamelen)
(bij wederkerende werkwoorden komt –se erachter in het volledige werkwoord) dus bv. in plaats van
duchar wordt het dus ducharse)
Se wordt vertaald met “zich”.
Levantarse (wassen)
Me Levanto
Te Levantas
Se Levanta
Nos Levantamos
Os Levantáis
Se levantan
¿Pronto? (Vroeg?)
Es que = het is zodat
Empezar = beginnen (diftongatie ie > empiezo)
La revista = magazine, tijdschrift