TESTING – SAMENVATTING
1.3 FIT
Er zijn drie soorten fits:
1. Probleem-oplossingfit: WAAR ZIT HET PROBLEEM?
2. Product-marktfit: IS ER EEN MARKT VOOR MIJN WAARDEPROPOSITIE?
3. Businessmodelfit: BEN IK WINSTGEVEND?
2.1 UITWERKEN VAN PROTOTYPEMOGELIJKHEDEN
Maak snelle en ruwe studiemodellen van je idee om zo alternatieven te onderzoeken, je
waardeproposities vorm te geven en de beste mogelijkheden te vinden.
DEFINITIE PROTOTYPING: het proces van het bouwen van snelle, goedkope en dure
studiemodellen om meer te ontdekken over de wenselijkheid, haalbaarheid en
levensvatbaarheid van alternatieve oplossingen.
10 prototypingprincipes
1. Maak het visueel en tastbaar.
2. Denk als een beginner.
3. Raak niet meteen in de ban van een eerste idee, maar maak alternatieven.
4. Voel je prettig in een ‘vluchtige staat’.
5. Begin met lage betrouwbaarheid, herhaal de processen en verfijn daarna pas.
6. Toon al vroeg je werk – ga op zoek naar kritisch commentaar.
7. Leer sneller door vroeg, vaak en goedkoop te falen.
8. Maak gebruik van creativiteitstechnieken.
9. Maak ‘Shrek-modellen’. Dit zijn extreme en buitensporige prototypes die je zeer
waarschijnlijk nooit zult bouwen. Gebruik ze wel om discussie uit te lokken en van te
leren.
10. Houd de processen van leren, inzichten verwerven en vooruitgang boeken
nauwkeurig bij.
Verken snel zeer verschillende richtingen voor hetzelfde idee met de volgende prototyping
technieken voordat je er één in het bijzonder verfijnt.
- Servetschetsen zijn een grove weergave van een waardepropositie of businessmodel
en richten zich alleen op het kernidee, niet op hoe het werkt. Ze kunnen op een
servetje worden geschetst en toch het idee overbrengen. Gebruik ze vroeg in het
prototyping proces om alternatieven te kunnen verkennen en bespreken.
- Geïmproviseerde statements zijn een goede manier om alternatieve richtingen voor
je waardepropositie snel vorm te geven. Dwingen je precies aan te geven hoe je
waarde gaat creëren. Maak prototypes van drie tot vijf verschillende richtingen door
de lege plekken in de statements hieronder in te vullen onze (producten en
, diensten) helpen (klantsegment) die willen (taken) door (een werkwoord te kiezen)
en (een werkwoord kiezen) in tegenstelling tot (concurrende waardepropositie)
- Gebruik het Waarde Propositie Canvas om snel alternatieve prototypes te schetsen,
net zoals je dat zou doen met servetschetsen en geïmproviseerde statements.
Gebruik het canvas niet om alleen definitieve ideeën te verfijnen, maar gebruik het
als een onderzoekstool totdat je de juiste richting hebt gevonden.
2.3 DE KLANT BEGRIJPEN
Je hebt zes technieken om klantinzicht te verkrijgen:
1. De datasetective: bouw voort op bestaande werkzaamheden met onderzoek
vanachter je bureau. Secundaire onderzoeksrapporten en klantgegevens waarover je
wellicht al beschikt bieden een goede basis om mee te beginnen. KRACHT: goede
basis voor verder onderzoek. ZWAKTE: statische gegevens vanuit een andere context.
2. De journalist: voer gesprekken met (potentiële) klanten als een eenvoudige manier
om klantinzichten te verzamelen. Klanten kunnen je echter in een gesprek het ene
vertelen, maar in de echte wereld het andere doen. KRACHT: snelle en goedkope
manier om eerste inzichten te krijgen. ZWAKTE: klanten weten niet altijd precies wat
zij willen en hun feitelijke gedrag wijkt dan af van hun antwoorden tijdens
gesprekken.
3. De antropoloog: observeer potentiële klanten in de echte wereld om een goed inzicht
te krijgen in hoe zij zich daadwerkelijk gedragen. Onderzoek op welke taken zij zich
richten en hoe zij deze vervullen. KRACHT: de gegevens stellen je in staat om het
gedrag in de echte wereld te achterhalen. ZWAKTE: lastig om inzicht te krijgen in je
klanten als het gaat om nieuwe ideeën.
4. De imitator: ‘wees je klant’ en maak ook actief gebruik van je eigen producten en
diensten. Verplaats je eens gedurende een dag in de schoenen van je klanten. Put
vervolgens uit je eigen ervaringen als een (niet-tevreden) klant. KRACHT: ervaring uit
de eerste hand met taken, pijnpunten en voordelen. ZWAKTE: niet altijd mogelijk om
toe te passen en komt mogelijk niet altijd overeen met de ervaringen van je echte
klanten.
5. De cocreator: integreer je klanten in het proces van waardecreatie om samen met
hen te leren. Werk samen met klanten om nieuwe ideeën te onderzoeken en
ontwikkelen. KRACHT: het in de nabijheid van klanten zijn, kan je helpen bij het
verkrijgen van dieper inzicht. ZWAKTE: kan niet worden gebruikt als generalisatie voor
alle klanten en segmenten.
6. De wetenschapper: zorg dat je klanten (bewust en onbewust) onderdeel worden van
een experiment. Leer van de resultaten. KRACHT: verschaft op feiten gebaseerde
inzichten in gedragingen in de echte wereld. Werkt bijzonder goed bij nieuwe ideeën.
ZWAKTE: kan lastig zijn om in bestaande organisaties toe te passen vanwege een
strikt (klanten)beleid en richtlijnen.
Basisregels voor het voeren van gesprekken:
1.3 FIT
Er zijn drie soorten fits:
1. Probleem-oplossingfit: WAAR ZIT HET PROBLEEM?
2. Product-marktfit: IS ER EEN MARKT VOOR MIJN WAARDEPROPOSITIE?
3. Businessmodelfit: BEN IK WINSTGEVEND?
2.1 UITWERKEN VAN PROTOTYPEMOGELIJKHEDEN
Maak snelle en ruwe studiemodellen van je idee om zo alternatieven te onderzoeken, je
waardeproposities vorm te geven en de beste mogelijkheden te vinden.
DEFINITIE PROTOTYPING: het proces van het bouwen van snelle, goedkope en dure
studiemodellen om meer te ontdekken over de wenselijkheid, haalbaarheid en
levensvatbaarheid van alternatieve oplossingen.
10 prototypingprincipes
1. Maak het visueel en tastbaar.
2. Denk als een beginner.
3. Raak niet meteen in de ban van een eerste idee, maar maak alternatieven.
4. Voel je prettig in een ‘vluchtige staat’.
5. Begin met lage betrouwbaarheid, herhaal de processen en verfijn daarna pas.
6. Toon al vroeg je werk – ga op zoek naar kritisch commentaar.
7. Leer sneller door vroeg, vaak en goedkoop te falen.
8. Maak gebruik van creativiteitstechnieken.
9. Maak ‘Shrek-modellen’. Dit zijn extreme en buitensporige prototypes die je zeer
waarschijnlijk nooit zult bouwen. Gebruik ze wel om discussie uit te lokken en van te
leren.
10. Houd de processen van leren, inzichten verwerven en vooruitgang boeken
nauwkeurig bij.
Verken snel zeer verschillende richtingen voor hetzelfde idee met de volgende prototyping
technieken voordat je er één in het bijzonder verfijnt.
- Servetschetsen zijn een grove weergave van een waardepropositie of businessmodel
en richten zich alleen op het kernidee, niet op hoe het werkt. Ze kunnen op een
servetje worden geschetst en toch het idee overbrengen. Gebruik ze vroeg in het
prototyping proces om alternatieven te kunnen verkennen en bespreken.
- Geïmproviseerde statements zijn een goede manier om alternatieve richtingen voor
je waardepropositie snel vorm te geven. Dwingen je precies aan te geven hoe je
waarde gaat creëren. Maak prototypes van drie tot vijf verschillende richtingen door
de lege plekken in de statements hieronder in te vullen onze (producten en
, diensten) helpen (klantsegment) die willen (taken) door (een werkwoord te kiezen)
en (een werkwoord kiezen) in tegenstelling tot (concurrende waardepropositie)
- Gebruik het Waarde Propositie Canvas om snel alternatieve prototypes te schetsen,
net zoals je dat zou doen met servetschetsen en geïmproviseerde statements.
Gebruik het canvas niet om alleen definitieve ideeën te verfijnen, maar gebruik het
als een onderzoekstool totdat je de juiste richting hebt gevonden.
2.3 DE KLANT BEGRIJPEN
Je hebt zes technieken om klantinzicht te verkrijgen:
1. De datasetective: bouw voort op bestaande werkzaamheden met onderzoek
vanachter je bureau. Secundaire onderzoeksrapporten en klantgegevens waarover je
wellicht al beschikt bieden een goede basis om mee te beginnen. KRACHT: goede
basis voor verder onderzoek. ZWAKTE: statische gegevens vanuit een andere context.
2. De journalist: voer gesprekken met (potentiële) klanten als een eenvoudige manier
om klantinzichten te verzamelen. Klanten kunnen je echter in een gesprek het ene
vertelen, maar in de echte wereld het andere doen. KRACHT: snelle en goedkope
manier om eerste inzichten te krijgen. ZWAKTE: klanten weten niet altijd precies wat
zij willen en hun feitelijke gedrag wijkt dan af van hun antwoorden tijdens
gesprekken.
3. De antropoloog: observeer potentiële klanten in de echte wereld om een goed inzicht
te krijgen in hoe zij zich daadwerkelijk gedragen. Onderzoek op welke taken zij zich
richten en hoe zij deze vervullen. KRACHT: de gegevens stellen je in staat om het
gedrag in de echte wereld te achterhalen. ZWAKTE: lastig om inzicht te krijgen in je
klanten als het gaat om nieuwe ideeën.
4. De imitator: ‘wees je klant’ en maak ook actief gebruik van je eigen producten en
diensten. Verplaats je eens gedurende een dag in de schoenen van je klanten. Put
vervolgens uit je eigen ervaringen als een (niet-tevreden) klant. KRACHT: ervaring uit
de eerste hand met taken, pijnpunten en voordelen. ZWAKTE: niet altijd mogelijk om
toe te passen en komt mogelijk niet altijd overeen met de ervaringen van je echte
klanten.
5. De cocreator: integreer je klanten in het proces van waardecreatie om samen met
hen te leren. Werk samen met klanten om nieuwe ideeën te onderzoeken en
ontwikkelen. KRACHT: het in de nabijheid van klanten zijn, kan je helpen bij het
verkrijgen van dieper inzicht. ZWAKTE: kan niet worden gebruikt als generalisatie voor
alle klanten en segmenten.
6. De wetenschapper: zorg dat je klanten (bewust en onbewust) onderdeel worden van
een experiment. Leer van de resultaten. KRACHT: verschaft op feiten gebaseerde
inzichten in gedragingen in de echte wereld. Werkt bijzonder goed bij nieuwe ideeën.
ZWAKTE: kan lastig zijn om in bestaande organisaties toe te passen vanwege een
strikt (klanten)beleid en richtlijnen.
Basisregels voor het voeren van gesprekken:
