14/11/2022
moderne Architectuur
1850-1900
Industriële revolutie – Volkshuisvesting en woningwet
Voor de industriële revolutie woonde bijna iedereen op het
platteland, hierna is praktisch 80% van
bebouwd Nederland ontstaan.
Door de industriële revolutie kwam er een
exponentiële bevolkingsgroei. In de 19e eeuw
was de volkshuisvesting nog geen
overheidstaak. De huizen werden met families
gebouwd, in de steden door ambachtsmensen.
De aandacht zat in de eerste instantie niet in
de verbetering van de leefomstandigheden,
maar in de opvoeding en het onderwijs.
In 1848 had je heel veel mensen in slechte
omstandigheden en daardoor brak de Cholera
uit. De epidemie werd in verband gebracht
met de slechte woonomstandigheden. In 1851
hebben ze in Engeland het modelbouwblok
gepresenteerd, want daar woonde mensen al
veel eerder in de stad.
In 1852 werd in Nederland de eerste
woningbouwvereniging opgericht. De
vereniging heette: ‘De Vereeniging ten behoeve der
Arbeidersklasse te Amsterdam’
reinheid, zindelijkheid, huiselijkheid en zedelijkheid
De particulieren woningbouwverenigingen waren een
inspiratiebron. In 1854 kwam er een verslag over de vereisten
van de arbeiderswoningen. Dit leidde in 1874 tot de
Vestigingswet wat gaat over de verdediging van Nederland.
Vooral geconcentreerd rondom de Randstad. In 1901 kwam
hier de Woningwet in combinatie met de Gezondheidswet.
Moderne Architectuur
, 14/11/2022
1901 waren er 1,1 miljoen woningen voor 5 miljoen
Nederlanders, terwijl er nu 8 miljoen voor 17,8 miljoen
mensen. Met het huidige woonoppervlak zijn we ongeveer 25
keer zo groot gaan wonen.
Industriëlen en fabrikanten stichten wijken of dorpen voor
hun arbeiders. Hierdoor kreeg je betere arbeidskracht en
minder sociale onrust.
Agnetapark, Delft 1885
Het was een Delftse gist- en spiritusfabrikant met als slogan:
‘De fabriek voor allen, en allen voor de fabriek’
Het Agnetapark is ontworpen door Kerkhoff en er is een
aparte ruimte waar mensen samen kunnen komen. Eerste
tuindorp, met rug-aan-rug-woningen.
Woningwet 1901
Het is de eerste wet waarin de overheid een rol in de
volkshuisvesting kreeg. Het doel van de woningwet was:
- De bouw en bewoning van slechte en ongezonde
woningen onmogelijk te maken
- de bouw van goede woningen te bevorderen
- de mogelijkheid van financiële steun voor erkende
woningbouwverenigingen
- de mogelijkheid van onbewoonbaarverklaring
- de verplichting tot het aanvragen van een
bouwvergunning
- de mogelijkheid van het aanschrijvingsinstrument; de
verplichting voor woningeigenaren om bepaalde
verbeteringen uit te voeren
- verplichting voor de gemeente tot het opstellen van een
bouwverordening
Moderne Architectuur
moderne Architectuur
1850-1900
Industriële revolutie – Volkshuisvesting en woningwet
Voor de industriële revolutie woonde bijna iedereen op het
platteland, hierna is praktisch 80% van
bebouwd Nederland ontstaan.
Door de industriële revolutie kwam er een
exponentiële bevolkingsgroei. In de 19e eeuw
was de volkshuisvesting nog geen
overheidstaak. De huizen werden met families
gebouwd, in de steden door ambachtsmensen.
De aandacht zat in de eerste instantie niet in
de verbetering van de leefomstandigheden,
maar in de opvoeding en het onderwijs.
In 1848 had je heel veel mensen in slechte
omstandigheden en daardoor brak de Cholera
uit. De epidemie werd in verband gebracht
met de slechte woonomstandigheden. In 1851
hebben ze in Engeland het modelbouwblok
gepresenteerd, want daar woonde mensen al
veel eerder in de stad.
In 1852 werd in Nederland de eerste
woningbouwvereniging opgericht. De
vereniging heette: ‘De Vereeniging ten behoeve der
Arbeidersklasse te Amsterdam’
reinheid, zindelijkheid, huiselijkheid en zedelijkheid
De particulieren woningbouwverenigingen waren een
inspiratiebron. In 1854 kwam er een verslag over de vereisten
van de arbeiderswoningen. Dit leidde in 1874 tot de
Vestigingswet wat gaat over de verdediging van Nederland.
Vooral geconcentreerd rondom de Randstad. In 1901 kwam
hier de Woningwet in combinatie met de Gezondheidswet.
Moderne Architectuur
, 14/11/2022
1901 waren er 1,1 miljoen woningen voor 5 miljoen
Nederlanders, terwijl er nu 8 miljoen voor 17,8 miljoen
mensen. Met het huidige woonoppervlak zijn we ongeveer 25
keer zo groot gaan wonen.
Industriëlen en fabrikanten stichten wijken of dorpen voor
hun arbeiders. Hierdoor kreeg je betere arbeidskracht en
minder sociale onrust.
Agnetapark, Delft 1885
Het was een Delftse gist- en spiritusfabrikant met als slogan:
‘De fabriek voor allen, en allen voor de fabriek’
Het Agnetapark is ontworpen door Kerkhoff en er is een
aparte ruimte waar mensen samen kunnen komen. Eerste
tuindorp, met rug-aan-rug-woningen.
Woningwet 1901
Het is de eerste wet waarin de overheid een rol in de
volkshuisvesting kreeg. Het doel van de woningwet was:
- De bouw en bewoning van slechte en ongezonde
woningen onmogelijk te maken
- de bouw van goede woningen te bevorderen
- de mogelijkheid van financiële steun voor erkende
woningbouwverenigingen
- de mogelijkheid van onbewoonbaarverklaring
- de verplichting tot het aanvragen van een
bouwvergunning
- de mogelijkheid van het aanschrijvingsinstrument; de
verplichting voor woningeigenaren om bepaalde
verbeteringen uit te voeren
- verplichting voor de gemeente tot het opstellen van een
bouwverordening
Moderne Architectuur
