Samenvatting Literatuur Testen en Meten
Hoofdstuk 1 – Psychometrics and the Importance of Psychological Measurement
Invloed psychologische testen =
• Iedereens leven is op directe of indirecte manier wel eens beïnvloedt door
psychologische tests
o In sommige staten in Amerika gebruikt om doodstraf toe te kennen
• Daarom moeten deze tests van hoge kwaliteit zijn en betrouwbaar zijn
• Omdat psychologische tests zo vaak worden gebruikt is het van belang om de
eigenschappen te begrijpen die invloed hebben op de kwaliteit ervan
Ondergemiddeld intellectueel functioneren = bij een IQ-score van 70 of lager
Observeerbaar gedrag en onobserveerbare psychologische attributies →
2 manieren van gebruik psychologische tests =
Soms het geval →
• Meten van een gedraging omdat er interesse is in een specifieke gedraging op
zichzelf staand
o De manier dat gezichtsuitdrukkingen de waarneming van emoties beïnvloedt
Meestal het geval →
• Sociale wetenschappers observeren menselijk gedrag als een manier om niet-
observeerbare psychologische attributies te beoordelen
o Proberen observeerbaar gedrag te identificeren waarvan ze denken dat dit het
onderliggende latente variabele (hypothetisch construct) representeert
o Voorbeeld latente variabele (hypothetisch construct) = intelligentie, depressie
▪ Intelligentie is niet direct te meten
▪ Hiervoor worden taken uitgevoerd die een verschil in intelligentie
tussen verschillende personen reflecteren
3 assumpties voor meten van psychologische attributen =
1. Er moeten gevolgtrekkingen gemaakt worden van geobserveerd gedrag naar een
niet-observeerbaar psychologisch latente variabele (hypothetisch construct)
o Je maakt de assumptie dat het geobserveerde gedrag het latente variabele
(hypothetisch construct) reflecteert
o Dit zegt iets over de validiteit
2. Om valide te zijn moeten het latente variabele (hypothetisch construct) en het
meetinstrument theoretisch met elkaar verbonden zijn
o Het observeerbare gedrag wordt geacht de individuele verschillen in het
latente variabele (hypothetisch construct) te reflecteren
3. Het niet-observeerbare latente variabele (hypothetisch construct) moet echt bestaan
o De hypothetische constructen of latente variabelen moeten meetbaar gemaakt
worden door operationele definities
Validiteit = het meetinstrument meet daadwerkelijk wat het beoogt te meten
• De interpretatie van de scores van de meting zijn valide
Hypothetische constructen / latente variabelen = theoretische psychologische
karakteristieken, attributen, processen of staat die niet direct geobserveerd kan worden
,Operationele definities = procedures of instrumenten die gebruikt worden om de
hypothetische constructen te meten
Psychologische tests →
Definitie psychologische test (Cronbach) = een systematische procedure voor het
vergelijken van gedrag van twee of meer mensen
3 componenten van psychologische tests =
1. Tests bevatten gedragsmatige steekproeven
2. De gedragsmatige steekproeven moeten op een systematische manier worden
verzameld
3. Het doel van de tests is om het gedrag van twee of meer mensen te vergelijken
o Mogelijk om met een psychologische test de prestaties van hetzelfde individu
te vergelijken op verschillende momenten in de tijd
Belangrijke kenmerken tests =
• De algemeenheid van de definitie
o Psychologische tests kunnen veel verschillende vormen aannemen
o Slaat ook op de algemeenheid van de type informatie van het testresultaat
• Het algemene doel van de tests
o Interindividueel = moet in staat zijn om gedrag tussen verschillende mensen
te meten
o Intra-individueel = moet in staat zijn om gedrag van persoon op verschillende
momenten te meten
Interindividueel = verschillen tussen verschillende mensen vergelijken
Intra-individueel = verschillen vergelijken betreffende één persoon, op verschillende
momenten of onder andere omstandigheden
Doel van de psychologische tests = de intra- en interindividuele verschillen te identificeren
en te kwantificeren
• Verschillen in testscores dragen bij aan de test variabiliteit
o Een noodzakelijk onderdeel voor iedere poging om een psychologisch latente
variabele (hypothetisch construct) te meten
Typen tests →
Manieren van variatie tussen tests =
• In de inhoud
o Intelligentietest, persoonlijkheidstest
• Manier van antwoord geven
o Open vragen, meerkeuzevragen
• Methode voor gebruik
o Individuele test, test in groepsverband
• Op beoogde doelen van de testscores
, o Criterion Referenced
o Norm Referenced
• In de tijdslimiet
o Speeded test
o Power test
• Op manier waarop scores gebaseerd zijn
o Reflectieve of effectindicatoren
o Formatieve of causale indicatoren
Variatie op beoogde doelen van testscores →
• Criterion Referenced = vaak gebruikt om iets te zeggen over een vaardigheid van een
persoon, waarin een beslissing gemaakt moet worden over het vaardigheidsniveau
o Deelt mensen in twee groepen door een Cutoff Point
1. Mensen die boven cutoff point scoren
2. Mensen die onder cutoff point scoren
• Norm Referenced = vaak gebruikt om te begrijpen hoe een persoon presteert
vergeleken met anderen
o Score van individu wordt vergeleken met een Referentie Steekproef
(normgroep)
o De normgroep moet wel representatief zijn voor een specifieke populatie
o Kan aangeven of individu een hoger of lagere score heeft dan een gemiddeld
persoon in de relevante populatie
• De grens tussen norm- en criterion is vaak vaak
o Cutoff point wordt vaak bepaald door een normgroep
o Bij normtests wordt vaak een cutoff point gebruikt
Variatie in tijdslimiet →
• Speeded Test = test met een tijdslimiet
o Niet het doel om de hele test af te kunnen maken in de gegeven tijd, maar
zoveel mogelijk (goede) antwoorden geven
o Vragen zijn gelijk in moeilijkheidsgraad
• Power Test = test zonder tijdslimiet
o Persoon moet alle vragen beantwoorden, vaak in oplopende moeilijkheid
o Om onderscheid te maken tussen mensen op een psychologisch latente
variabele (hypothetisch construct)
Variatie op de manier waarop scores gebaseerd zijn →
• Reflectieve of Effectindicatoren = het hypothetische construct zelf bepaald mede de
responsen op de items
o Scores op een intelligentietest worden beschouwd als reflectie/gevolg van
iemands intelligentie
o De responsen worden gezien als indicatoren van het construct
o Voorbeeld = IQ
▪ Antwoorden op de vragen van de test vormen het construct
• Formatieve of Causale Indicatoren = de indicatoren zelf vormen in combinatie met
elkaar het construct
o De SES wordt gedefinieerd door de indicatoren, dus de indicatoren worden
NIET veroorzaakt door de SES
o De indicatoren zelf definiëren het construct
o Voorbeeld = SES
, ▪ Indicatoren zelf vormen het construct, zoals inkomen en educatie
Psychometrie →
Testen = het geven van psychologische tests aan mensen
Psychometrie = de wetenschap die zich bezighoudt met het evalueren van de kenmerken
van psychologische tests
• Psychologische tests hebben ook theoretische constructen
o Validiteit en betrouwbaarheid
• Psychometrie gaat over hoe de theoretische attributies en hoe deze moeten worden
geschat
o Niet direct observeerbaar
Dus →
• Psychometrie gaat over procedures die gebruikt worden om de attributies (zoals
betrouwbaarheid) van tests te schatten en te evalueren
3 attributen →
1. Het type informatie dat wordt gegenereerd door het gebruik van psychologische tests
2. De betrouwbaarheid van gegevens uit psychologische tests
3. Kwesties met betrekking tot de validiteit van gegevens verkregen uit psychologische
tests
Uitdagingen binnen de psychometrie =
Alle metingen worden beïnvloedt door meetfouten, welke de accuratesse van een meting
sterk verminderen
• Psychologische fenomenen zijn erg complex en van veel aspecten afhankelijk
o Psychologische fenomenen zoals ; intelligentie, zelfvertrouwen, depressie
Uitdagingen →
• Participant Reactivity = deelnemers zijn zich ervan bewust dat ze gemeten worden
o De meting zelf kan de mentale toestand van de deelnemer beïnvloeden
o En hiermee ook de score
o 3 vormen → Demand Characteristics & Sociaal Wenselijk & Malingering
• Demand characteristics = deelnemers proberen te raden wat het doel is van de
onderzoeker
o Het natuurlijke gedrag van de deelnemer verandert
o En hiermee ook de score
• Sociaal wenselijk = deelnemers veranderen hun natuurlijke gedrag om indruk te
maken bij degene die het onderzoek uitvoert
• Malingering = deelnemers veranderen hun natuurlijke gedrag om een slechte indruk
te maken bij degene die het onderzoek uitvoert
• Bias en verwachtingen = de onderzoekers kunnen bepaalde verwachtingen hebben,
en hierdoor bias hebben
o Deze vertekeningen kunnen lastig te herkennen zijn
o Onderzoekers kunnen uitgaan van Samengestelde scores
• Samengestelde scores = een test bestaat uit een serie van vragen welke een deel
van het psychologische latente variabele (hypothetisch construct) meten
Hoofdstuk 1 – Psychometrics and the Importance of Psychological Measurement
Invloed psychologische testen =
• Iedereens leven is op directe of indirecte manier wel eens beïnvloedt door
psychologische tests
o In sommige staten in Amerika gebruikt om doodstraf toe te kennen
• Daarom moeten deze tests van hoge kwaliteit zijn en betrouwbaar zijn
• Omdat psychologische tests zo vaak worden gebruikt is het van belang om de
eigenschappen te begrijpen die invloed hebben op de kwaliteit ervan
Ondergemiddeld intellectueel functioneren = bij een IQ-score van 70 of lager
Observeerbaar gedrag en onobserveerbare psychologische attributies →
2 manieren van gebruik psychologische tests =
Soms het geval →
• Meten van een gedraging omdat er interesse is in een specifieke gedraging op
zichzelf staand
o De manier dat gezichtsuitdrukkingen de waarneming van emoties beïnvloedt
Meestal het geval →
• Sociale wetenschappers observeren menselijk gedrag als een manier om niet-
observeerbare psychologische attributies te beoordelen
o Proberen observeerbaar gedrag te identificeren waarvan ze denken dat dit het
onderliggende latente variabele (hypothetisch construct) representeert
o Voorbeeld latente variabele (hypothetisch construct) = intelligentie, depressie
▪ Intelligentie is niet direct te meten
▪ Hiervoor worden taken uitgevoerd die een verschil in intelligentie
tussen verschillende personen reflecteren
3 assumpties voor meten van psychologische attributen =
1. Er moeten gevolgtrekkingen gemaakt worden van geobserveerd gedrag naar een
niet-observeerbaar psychologisch latente variabele (hypothetisch construct)
o Je maakt de assumptie dat het geobserveerde gedrag het latente variabele
(hypothetisch construct) reflecteert
o Dit zegt iets over de validiteit
2. Om valide te zijn moeten het latente variabele (hypothetisch construct) en het
meetinstrument theoretisch met elkaar verbonden zijn
o Het observeerbare gedrag wordt geacht de individuele verschillen in het
latente variabele (hypothetisch construct) te reflecteren
3. Het niet-observeerbare latente variabele (hypothetisch construct) moet echt bestaan
o De hypothetische constructen of latente variabelen moeten meetbaar gemaakt
worden door operationele definities
Validiteit = het meetinstrument meet daadwerkelijk wat het beoogt te meten
• De interpretatie van de scores van de meting zijn valide
Hypothetische constructen / latente variabelen = theoretische psychologische
karakteristieken, attributen, processen of staat die niet direct geobserveerd kan worden
,Operationele definities = procedures of instrumenten die gebruikt worden om de
hypothetische constructen te meten
Psychologische tests →
Definitie psychologische test (Cronbach) = een systematische procedure voor het
vergelijken van gedrag van twee of meer mensen
3 componenten van psychologische tests =
1. Tests bevatten gedragsmatige steekproeven
2. De gedragsmatige steekproeven moeten op een systematische manier worden
verzameld
3. Het doel van de tests is om het gedrag van twee of meer mensen te vergelijken
o Mogelijk om met een psychologische test de prestaties van hetzelfde individu
te vergelijken op verschillende momenten in de tijd
Belangrijke kenmerken tests =
• De algemeenheid van de definitie
o Psychologische tests kunnen veel verschillende vormen aannemen
o Slaat ook op de algemeenheid van de type informatie van het testresultaat
• Het algemene doel van de tests
o Interindividueel = moet in staat zijn om gedrag tussen verschillende mensen
te meten
o Intra-individueel = moet in staat zijn om gedrag van persoon op verschillende
momenten te meten
Interindividueel = verschillen tussen verschillende mensen vergelijken
Intra-individueel = verschillen vergelijken betreffende één persoon, op verschillende
momenten of onder andere omstandigheden
Doel van de psychologische tests = de intra- en interindividuele verschillen te identificeren
en te kwantificeren
• Verschillen in testscores dragen bij aan de test variabiliteit
o Een noodzakelijk onderdeel voor iedere poging om een psychologisch latente
variabele (hypothetisch construct) te meten
Typen tests →
Manieren van variatie tussen tests =
• In de inhoud
o Intelligentietest, persoonlijkheidstest
• Manier van antwoord geven
o Open vragen, meerkeuzevragen
• Methode voor gebruik
o Individuele test, test in groepsverband
• Op beoogde doelen van de testscores
, o Criterion Referenced
o Norm Referenced
• In de tijdslimiet
o Speeded test
o Power test
• Op manier waarop scores gebaseerd zijn
o Reflectieve of effectindicatoren
o Formatieve of causale indicatoren
Variatie op beoogde doelen van testscores →
• Criterion Referenced = vaak gebruikt om iets te zeggen over een vaardigheid van een
persoon, waarin een beslissing gemaakt moet worden over het vaardigheidsniveau
o Deelt mensen in twee groepen door een Cutoff Point
1. Mensen die boven cutoff point scoren
2. Mensen die onder cutoff point scoren
• Norm Referenced = vaak gebruikt om te begrijpen hoe een persoon presteert
vergeleken met anderen
o Score van individu wordt vergeleken met een Referentie Steekproef
(normgroep)
o De normgroep moet wel representatief zijn voor een specifieke populatie
o Kan aangeven of individu een hoger of lagere score heeft dan een gemiddeld
persoon in de relevante populatie
• De grens tussen norm- en criterion is vaak vaak
o Cutoff point wordt vaak bepaald door een normgroep
o Bij normtests wordt vaak een cutoff point gebruikt
Variatie in tijdslimiet →
• Speeded Test = test met een tijdslimiet
o Niet het doel om de hele test af te kunnen maken in de gegeven tijd, maar
zoveel mogelijk (goede) antwoorden geven
o Vragen zijn gelijk in moeilijkheidsgraad
• Power Test = test zonder tijdslimiet
o Persoon moet alle vragen beantwoorden, vaak in oplopende moeilijkheid
o Om onderscheid te maken tussen mensen op een psychologisch latente
variabele (hypothetisch construct)
Variatie op de manier waarop scores gebaseerd zijn →
• Reflectieve of Effectindicatoren = het hypothetische construct zelf bepaald mede de
responsen op de items
o Scores op een intelligentietest worden beschouwd als reflectie/gevolg van
iemands intelligentie
o De responsen worden gezien als indicatoren van het construct
o Voorbeeld = IQ
▪ Antwoorden op de vragen van de test vormen het construct
• Formatieve of Causale Indicatoren = de indicatoren zelf vormen in combinatie met
elkaar het construct
o De SES wordt gedefinieerd door de indicatoren, dus de indicatoren worden
NIET veroorzaakt door de SES
o De indicatoren zelf definiëren het construct
o Voorbeeld = SES
, ▪ Indicatoren zelf vormen het construct, zoals inkomen en educatie
Psychometrie →
Testen = het geven van psychologische tests aan mensen
Psychometrie = de wetenschap die zich bezighoudt met het evalueren van de kenmerken
van psychologische tests
• Psychologische tests hebben ook theoretische constructen
o Validiteit en betrouwbaarheid
• Psychometrie gaat over hoe de theoretische attributies en hoe deze moeten worden
geschat
o Niet direct observeerbaar
Dus →
• Psychometrie gaat over procedures die gebruikt worden om de attributies (zoals
betrouwbaarheid) van tests te schatten en te evalueren
3 attributen →
1. Het type informatie dat wordt gegenereerd door het gebruik van psychologische tests
2. De betrouwbaarheid van gegevens uit psychologische tests
3. Kwesties met betrekking tot de validiteit van gegevens verkregen uit psychologische
tests
Uitdagingen binnen de psychometrie =
Alle metingen worden beïnvloedt door meetfouten, welke de accuratesse van een meting
sterk verminderen
• Psychologische fenomenen zijn erg complex en van veel aspecten afhankelijk
o Psychologische fenomenen zoals ; intelligentie, zelfvertrouwen, depressie
Uitdagingen →
• Participant Reactivity = deelnemers zijn zich ervan bewust dat ze gemeten worden
o De meting zelf kan de mentale toestand van de deelnemer beïnvloeden
o En hiermee ook de score
o 3 vormen → Demand Characteristics & Sociaal Wenselijk & Malingering
• Demand characteristics = deelnemers proberen te raden wat het doel is van de
onderzoeker
o Het natuurlijke gedrag van de deelnemer verandert
o En hiermee ook de score
• Sociaal wenselijk = deelnemers veranderen hun natuurlijke gedrag om indruk te
maken bij degene die het onderzoek uitvoert
• Malingering = deelnemers veranderen hun natuurlijke gedrag om een slechte indruk
te maken bij degene die het onderzoek uitvoert
• Bias en verwachtingen = de onderzoekers kunnen bepaalde verwachtingen hebben,
en hierdoor bias hebben
o Deze vertekeningen kunnen lastig te herkennen zijn
o Onderzoekers kunnen uitgaan van Samengestelde scores
• Samengestelde scores = een test bestaat uit een serie van vragen welke een deel
van het psychologische latente variabele (hypothetisch construct) meten
