100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting psychologie periode 1.1 opvoeden binnen het gezin

Rating
4.0
(1)
Sold
1
Pages
19
Uploaded on
18-10-2017
Written in
2017/2018

Dit is de samenvatting van het vak psychologie van periode 1.1 In deze samenvatting heb ik de lesdoelen beantwoord. Samenvattingen uit het boek Psychologie, een inleiding en Ontwikkelingspsychologie. Onderwerpen die je terug kunt vinden zijn; hechting, perspectieven van psychologie, klassieke- en operantconditioneren, de sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling van de baby tot de schooltijd, methoden van onderzoek e.d.

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H7, h10, h13
Uploaded on
October 18, 2017
Number of pages
19
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting psychologie
CH 1 Lesdoelen:
-De student weet wat er onder het kennisdomein psychologie wordt verstaan
-De student kan onderscheid maken tussen psychologie en psychiatrie
-De student kent de 6 belangrijkste perspectieven van psychologie

Wat is psychologie?: De wetenschap van gedrag en mentale processen.
Wat is Psychiatrie?: Een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandelingen van mentale
stoornissen
3 soorten psychologen: Experimenteel psycholoog, docent psychologen, toegepast psychologen.
Pseudopsyhologie: Niet-onderbouwende psychologische aannamen die als wetenschappelijke waarheden
worden gepresenteerd. V.b. horoscopen
Introspectie: Onderzoeksmethode. Beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen. Mensen die hun
sensorische en emotionele reacties op verschillende prikkels beschreven. Wat voel je bij het uitvoeren van
bepaalde handelingen. Introspectie is subjectief, je geeft je mening.
Structuralisme: De hersenen bestaat uit verschillende delen. Historische stroming binnen de psychologie die de
basisstructuren van de geest en de gedachten trachtte te ontrafelen. Zoeken van de elementen van de bewuste
ervaring.
Functionalisme: Historische stroming binnen de psychologie die meende dat psychische processen het beste
begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve nut en functie.
Bias: Een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van persoonlijke ervaringen
en waarden

De 6 perspectieven van psychologie:
-Modern biologisch perspectief: Het perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van
genen, hersenen, zenuwstelsel en hormoonstelsel. Het lichaam kan apart van de geest worden bestudeerd.
-Cognitief perspectief: Het perspectief waarbij de nadruk ligt op mentale processen(geest) zoals leren,
geheugen, perceptie en denken als vormen van informatie verwerking. Willhelm Wundt en William James:
-------Behavioristisch perspectief: Nadruk ligt op waarneembaar gedrag, manier waarop gedrag wordt gevormd
door de consequenties ervan. Gedrag=stimuli vanuit omgeving + reactie van het organisme.
Twee variaties: neurowetenschap: het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe hersenen, gedachten,
gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren en evolutionaire
psychologie: Een relatief nieuw specialisme om de psychologie dat gedrag en mentale processen beschouwt op
basis van hun genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting
John Watson en B.F. Skinner
-Perspectief vanuit de gehele persoon:
1. Psychydianmische psychologie: onbewuste geest. Een benadering die de
nadruk legt op het functioneren in termen van onbewuste behoeften,
verlangens, herinneringen en conflicten. Sigmund Freud
2. Humanistische psychologie: Psychologie moet de nadruk leggen op menselijke
groei en potentie in de plaats van op psychische stoornissen. Mensen hebben
een vrije wil en kunnen zo hun leven beïnvloeden. Maslow
3. Psychologie van karaktertrekken en temperament: Verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in
blijvende kenmerken en neigingen, die karaktertrekken en temperamenten worden genoemd.
-Ontwikkelingsperspectief: Nature (erfelijkheid) en Nurture (omgeving). veel onderzoek naar de ontwikkeling
van baby’s, kinderen en pubers. Verandering in psychologisch functioneren tijdens het leven.
-Socioculturele perspectief: Sociale invloeden gedrag en processen, hoe individuen functioneren in groepen,
cultuur en culturele verschillen.

,CH 2 Lesdoelen:
- De student ken de vijf onderzoeksmethodes die psychologen (en vaak ook pedagogen) gebruiken om hun
kennis te vergaren

De vier stappen van onderzoek doen:
1. Hypothese ontwikkelen: Voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek; een bewering
over de relatie tussen variabele en een onderzoek. Uitspraak klopt wel of niet. Een hypothese mag geen
waardeoordeel zijn. Bv; suiker is slecht. Wel; suiker maakt kinderen hyperactief.
Variabele: Element dat van invloed is op hetgeen dat onderzocht wordt.
Alle variabele moeten in concrete termen worden gedefinieerd, het specifiek maken van iets wat meetbaar is.
dit heet operationele definities.
-Voorbeeld van operationele definities van ‘’kinderen’’:
We kunnen natuurlijk niet alle kinderen ter wereld onderzoeken. Onze operationele definitie van ‘’kinderen’’ zou
kunnen zijn; alle kinderen van groep drie van een basisschool uit de buurt.
-Voorbeeld van operationele definities van ‘’suiker’’:
De hoeveelheid suiker die in één blikje Fanta zit.

2. Objectieve data verzamelen
Data: Informatie, in het bijzonder gegevens die door een onderzoeker zijn verzameld en worden gebruikt om
een hypothese te toetsen.
Experimentele conditie: Omstandigheden waaraan de leden van de experimentele groep tijdens de speciale
behandeling worden blootgesteld
Experimentele groep: Proefpersonen die worden blootgesteld aan de speciale behandeling die men
onderzoekt. Voorbeeld: Deze groept ontvangt de suikerhoudende drank.
Controle groep: Proefpersonen die worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal naast de experimentele groep.
De controle groep krijgt niet de speciale behandeling waar men meer over wil weten. Voorbeeld: Deze groep
krijgt geen suikerhoudende drank om zo de verschillen tussen deze twee groepen te kunnen constateren.
Onafhankelijke variabele: Bij een experiment varieert de onderzoeker één factor en houdt hij alle andere
omstandigheden constant. Een variabele die zo genoemd wordt omdat de onderzoeker hem onafhankelijk van
alle andere experimentele omstandigheden kan manipuleren. Voorbeeld: Experimentele groep krijgt
suikerhoudende drank > onafhankelijke variabele, controle groep krijg drank zonder suiker
Afhankelijke variabele: De variabele in de uitkomst die volgens de hypothese het gevolg is van de
onafhankelijke variabele. Voorbeeld: De suikerhoudende drank zorgt voor hyperactiviteit > afhankelijke
variabele

3. Resultaten analyseren en hypothese accepteren of verwerpen
Als de onderzoeker de data verzameld heeft, bekijkt hij ze, om te zien of zijn hypothese de test heeft doorstaan
of dat deze moest worden verworpen. Met behulp van statistische methoden kan de onderzoeker berekenen of
de wargenomen resultaten significant zijn. Dat wil zeggen; of het waarschijnlijk is dat de resultaten van het
experiment zijn veroorzaakt door de onafhankelijke variabele of dat ze het gevolg zijn van toeval.

4. De resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
Tijdens de laatste stap van de wetenschappelijke methode moeten wetenschappers uitzoeken of hun
onderzoek bestand is tegen de kritische blik en het commentaar van de wetenschappelijke wereld. Ze maken
hun resultaten bekend door hun onderzoek te publiceren in een vakblad, lezing, wetenschappelijk congres of
door een boek te schrijven. Critici kunnen een onderzoek ook toetsen door middel van een replicatiestudie.
Repliceren: Een onderzoek opnieuw uitvoeren om te zien of deze dezelfde resultaten worden verkregen. Om
bias uit te sluiten wordt replicatie vaal gedaan door iemand anders dan de onderzoeker die het oorspronkelijke
onderzoek uitvoerde.

, Vijf soorten psychologisch onderzoek:

1. Experiment: Type onderzoek waarbij de onderzoeker gebruikmaakt van vergelijkbare groepen en alle
omstandigheden controleert en rechtstreeks manipuleert inclusief de onafhankelijke variabele. De
experimentele methode wordt gezien als de gouden standaard voor het vinden van een relatie tussen oorzaak
en gevolg

2. Correlatie: Vorm van
onderzoek waarbij de
relatie tussen variabelen
wordt bestudeerd zonder
een onafhankelijke
variabele in een
experiment te
manipuleren. Uit
correlatie kan geen
oorzaak gevolgrelatie
worden afgeleid.
Onderzoek dat niet haalbaar is of ethisch niet verantwoord is. Uit correlatie onderzoek is het niet altijd
makkelijk om een conclusie te trekken. Correlatie onderzoek wordt gedaan om verbanden te zoeken

Correlatie is +1: samenhang is perfect
Correlatie is 0: er is geen samenhang
Correlatie is -1: samenhang is perfect

Positieve correlatie tussen verhoogde agressiviteit bij kinderen en het aantal uren dat ze naar tv kijken
worden kinderen agressief van tv kijken? Of kijken agressieve kinderen meer tv?
Er is misschien wel een derde variabele in het spel:
Sociaal milieu verantwoordelijk voor de samenhang tussen tv kijken en agressiviteit

3. Survey: Techniek die wordt gebruikt bij correlatieonderzoek. In een survey wordt mensen gevraagd te
reageren op een van tevoren vastgestelde lijst van mondeling gepresenteerde kwesties. Het voordeel van dit
soort onderzoek is dat je met relatief weinig moeite grote hoeveelheden respondenten kunt bereiken. Wel sterk
afhankelijk of de mensen eerlijk of sociaal wenselijk antwoord geven op de survey.

4. Natuurlijke observatie: Vorm van correlatieonderzoek waarbij gedrag van mensen of dieren in hun eigen
omgeving wordt geobserveerd.

5. Geval studie: Vorm van onderzoek die zich vooral richt op enkele of één persoon. Deze methode wordt over
het algemeen alleen gebruikt voor diepgaand onderzoek naar individuen met zeldzame stoornissen of
ongewone talenten.


CH 3 Lesdoelen:
- De student kent de mechanismes achter klassiek en operant conditioneren
- De student kent de bijbehorende terminologie
- De student kent het verschil tussen klassiek en operant conditioneren
- De student kan opvoeder ondersteunen bij een opvoedingsvraag door conditioneren in te zetten als middel

Leren: Een blijvende verandering in gedrag of mentale processen als gevolg van een bepaalde ervaring
Habituatie: Leren niet te reageren op de herhaalde aanbieding van een stimulus. (Je woont in een drukke straat
en leert het geluid van het verkeert te negeren)
Mere exposure effect: Aangeleerde voorkeur voor stimuli waaraan we al eerder zijn blootgesteld (aangetrokken
tot mensen die je vaker op school zien, liedjes die je vaker hebt gehoord)
Stimulus-respons-leren: Vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van stimuli en responsen, zoals

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
8 year ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
myrnahoekstra Fontys Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
6
Member since
8 year
Number of followers
5
Documents
7
Last sold
6 year ago

3.5

4 reviews

5
0
4
2
3
2
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions