Hieruit kunnen we concluderen dat deze probleem niet alleen in Nederland onder aandacht wordt
gebracht, maar ook in andere landen speelt deze probleem een rol.
Vooral kinderen met een Turkse, Marokkaanse, en Surinaamse afkomst scoren slechter dan kinderen
uit Nederlandse gezinnen. Uit het OESO- rapport wordt er geconcludeerd dat kinderen met een
migratieachtergrond vaak uit armere gezinnen komen, waardoor zij op school in het nadeel zijn. En
ook al komen zij uit rijkere huishoudens, dan blijven de schoolprestaties nog steeds slecht. Je kan
zeggen dat de afkomst een belangrijke rol speelt voor de prestaties op school (NOS, 2018).
De tabel hieronder weergeeft de leerlingen vanuit groep 8 met migratieachtergrond vanuit het jaar
2018 (CBS, 2018). Hieruit blijkt dat Nederlanders vaker de score havo- of vwo- advies krijgen. Je kunt
hieruit hun advies voor havo- of vwo-advies concluderen dat Nederlandse leerlingen het hoogst
scoren met een percentage van 59%. Het laagst scoren de Turkse leerlingen met 31% (CBS, 2018).
Bron: (CBS, 2018).
4
, Probleemdefinitie
Uit onderzoek van Jonken et al. (2021) is gebleken dat de afkomst van ouders een grote rol speelt bij
schooladviezen. Het blijkt dat hoe armer de buurt waarin de leerlingen opgroeien, hoe vaker een of
beide ouders in het buitenland is/zijn geboren en is de aanwijzingen dat het opleidingsniveau van de
ouders een grotere rol speelt in de schooladviezen aanzienlijk groot (Jonken et al., 2021; McManus,
2016). Hoewel veel van de leerlingen met een migratieachtergrond in Nederland opgroeien en in
Nederland naar school gaan, hebben ze vaker een mindere woordenschat en minder goede
taalbeheersing. De oorzaak daarvan is dat ze thuis bijvoorbeeld geen Nederlands spreken (Jonken et
al., 2021).
Uit een onderzoek van Inspectie van het Onderwijs (z.d.) is geconstateerd dat leraren kijken naar de
thuissituatie van een leerling Bij de interpretatie hiervan komt het referentiekader van de leraar in
het geding waardoor impliciete aannames over leerlingen worden gevormd die een grotere rol
spelen dan bij de interpretatie van cognitieve leerprestaties (Inspectie van het Onderwijs z.d;
McManus, 2016). Dit is duidelijk zichtbaar wanneer leerresultaten niet eenduidig wijzen naar een
bepaald schooladvies. Als gevolg daarvan pakken deze aannames vaker negatief uit voor leerlingen
van laagopgeleide ouders dan voor leerlingen van hoogopgeleide ouders (Inspectie van het
Onderwijs z.d.). De thuissituatie dient niet te worden beschouwd als belemmerend voor de kansen,
maar als factoren waarop de school moet in spelen waarbij het doel om de kansen voor leerlingen te
vergroten in het oog moet worden gehouden (Inspectie van het Onderwijs z.d.). Sterker nog,
sommige groepen ouders blijken sneller naar de school te gaan om te negotiëren over het omhoog
bijstellen van een advies. Andere groepen ouders doen niks met een schooladvies. Bijvoorbeeld uit
respect voor de school of wegens een lage ambitie voor hun kind (Inspectie van het Onderwijs z.d.).
Uit een onderzoek is te zien dat leerlingen met een migratieachtergrond het gevoel hebben dat
prestaties op taaltoetsen zwaarder meetellen dan andere toetsen (Van Rooijen et al., 2019). En
professionals binnen het onderwijs leggen uit dat beheersing van de Nederlandse taal een rol speelt
bij een lagere advisering, omdat bij het opstellen van het schooladvies het vak waar leerlingen de
laagste cijfers op halen bepalend zijn voor het onderwijsniveau (Van Rooijen et al., 2019). De band
met de leerkracht wordt door ouders en leerlingen gezien als een relevante factor. Zij hebben het
vermoeden dat zowel een goede band, als het creëren van een goede relatie tussen ouders en
leerlingen en een leerkracht, door onderwijsprofessionals onbewust wordt meegeteld (Van Rooijen
et al., 2019).
5
gebracht, maar ook in andere landen speelt deze probleem een rol.
Vooral kinderen met een Turkse, Marokkaanse, en Surinaamse afkomst scoren slechter dan kinderen
uit Nederlandse gezinnen. Uit het OESO- rapport wordt er geconcludeerd dat kinderen met een
migratieachtergrond vaak uit armere gezinnen komen, waardoor zij op school in het nadeel zijn. En
ook al komen zij uit rijkere huishoudens, dan blijven de schoolprestaties nog steeds slecht. Je kan
zeggen dat de afkomst een belangrijke rol speelt voor de prestaties op school (NOS, 2018).
De tabel hieronder weergeeft de leerlingen vanuit groep 8 met migratieachtergrond vanuit het jaar
2018 (CBS, 2018). Hieruit blijkt dat Nederlanders vaker de score havo- of vwo- advies krijgen. Je kunt
hieruit hun advies voor havo- of vwo-advies concluderen dat Nederlandse leerlingen het hoogst
scoren met een percentage van 59%. Het laagst scoren de Turkse leerlingen met 31% (CBS, 2018).
Bron: (CBS, 2018).
4
, Probleemdefinitie
Uit onderzoek van Jonken et al. (2021) is gebleken dat de afkomst van ouders een grote rol speelt bij
schooladviezen. Het blijkt dat hoe armer de buurt waarin de leerlingen opgroeien, hoe vaker een of
beide ouders in het buitenland is/zijn geboren en is de aanwijzingen dat het opleidingsniveau van de
ouders een grotere rol speelt in de schooladviezen aanzienlijk groot (Jonken et al., 2021; McManus,
2016). Hoewel veel van de leerlingen met een migratieachtergrond in Nederland opgroeien en in
Nederland naar school gaan, hebben ze vaker een mindere woordenschat en minder goede
taalbeheersing. De oorzaak daarvan is dat ze thuis bijvoorbeeld geen Nederlands spreken (Jonken et
al., 2021).
Uit een onderzoek van Inspectie van het Onderwijs (z.d.) is geconstateerd dat leraren kijken naar de
thuissituatie van een leerling Bij de interpretatie hiervan komt het referentiekader van de leraar in
het geding waardoor impliciete aannames over leerlingen worden gevormd die een grotere rol
spelen dan bij de interpretatie van cognitieve leerprestaties (Inspectie van het Onderwijs z.d;
McManus, 2016). Dit is duidelijk zichtbaar wanneer leerresultaten niet eenduidig wijzen naar een
bepaald schooladvies. Als gevolg daarvan pakken deze aannames vaker negatief uit voor leerlingen
van laagopgeleide ouders dan voor leerlingen van hoogopgeleide ouders (Inspectie van het
Onderwijs z.d.). De thuissituatie dient niet te worden beschouwd als belemmerend voor de kansen,
maar als factoren waarop de school moet in spelen waarbij het doel om de kansen voor leerlingen te
vergroten in het oog moet worden gehouden (Inspectie van het Onderwijs z.d.). Sterker nog,
sommige groepen ouders blijken sneller naar de school te gaan om te negotiëren over het omhoog
bijstellen van een advies. Andere groepen ouders doen niks met een schooladvies. Bijvoorbeeld uit
respect voor de school of wegens een lage ambitie voor hun kind (Inspectie van het Onderwijs z.d.).
Uit een onderzoek is te zien dat leerlingen met een migratieachtergrond het gevoel hebben dat
prestaties op taaltoetsen zwaarder meetellen dan andere toetsen (Van Rooijen et al., 2019). En
professionals binnen het onderwijs leggen uit dat beheersing van de Nederlandse taal een rol speelt
bij een lagere advisering, omdat bij het opstellen van het schooladvies het vak waar leerlingen de
laagste cijfers op halen bepalend zijn voor het onderwijsniveau (Van Rooijen et al., 2019). De band
met de leerkracht wordt door ouders en leerlingen gezien als een relevante factor. Zij hebben het
vermoeden dat zowel een goede band, als het creëren van een goede relatie tussen ouders en
leerlingen en een leerkracht, door onderwijsprofessionals onbewust wordt meegeteld (Van Rooijen
et al., 2019).
5