Inhoudsopgave
HC inleiding cursus ........................................................................................................................................................ 2
HC Productzorg ............................................................................................................................................................. 2
HC Bloedglucosemeting en insulines ............................................................................................................................ 2
HC Kennisbank KNMP: het IM en andere informatiebronnen ...................................................................................... 3
Hoorcolleges CVRM....................................................................................................................................................... 3
HC Klinisch-chemische parameters ............................................................................................................................... 9
HC Atriumfibrilleren en orale anticoagulantia ............................................................................................................ 13
OW-bijeenkomst CB Migraine ..................................................................................................................................... 17
Zelfstudie ................................................................................................................................................................. 17
Casusbespreking...................................................................................................................................................... 30
OW-bijeenkomst CB Hartfalen .................................................................................................................................... 32
Zelfstudie ................................................................................................................................................................. 32
Casusbespreking...................................................................................................................................................... 48
OW-bijeenkomst CB Diabetes mellitus ....................................................................................................................... 50
Zelfstudie ................................................................................................................................................................. 50
Casusbespreking...................................................................................................................................................... 73
OW-bijeenkomst CB COPD .......................................................................................................................................... 75
Zelfstudie ................................................................................................................................................................. 75
Casusbespreking...................................................................................................................................................... 84
OW-bijeenkomst CB Atriumfibrilleren......................................................................................................................... 86
Zelfstudie ................................................................................................................................................................. 86
WC Journal Club 1 (tentamenstof) ............................................................................................................................ 105
WC Journal Club 2 (tentamenstof) ............................................................................................................................ 108
Geneesmiddelen uitgebreid.......................................................................................................................................... 112
,HC inleiding cursus
Migraine kan bij vrouwen wegens veranderingen in hormonen verholpen worden zoals vanaf de menopauze.
Boek zelfzorgstandaarden aanschaffen.
HC Productzorg
Alles wat voor inname gebeurt, wordt productzorg genoemd, voor het moment van toedienen.
VTGM → ‘voor toediening gereed maken’, bijv. vanuit een poeder er een spuit van bereiden.
Apotheekbereidingen blijven nodig aangezien sommige middelen niet als handelpreparaat te maken zijn, wegens
halfwaardetijd o.a..
Niet alle middelen zijn als handelspreparaat beschikbaar.
HC Bloedglucosemeting en insulines
DMT1, beta cellen maken insuline.
Alfa cellen maken glucagon.
Hoge bloedsuiker → komt insuline vrij, glucose gaat dan het bloed uit en kan in de cellen
Insuline zorgt ervoor dat glucose omgezet wordt naar glucagon en andersom.
Hoog glucose → grotere kans op HVZ, retinopathie, nefropathie, door slechte werking van kleine kransslagaders, kan
bij een wond, het wond niet goed genezen en infecteren wat uiteindelijk leidt tot diabetes.
Normale glucose <6.1 (nuchter) en <7.8 (niet nuchter)
Medicatie zoals paracetamol kan een afwijking geven van de glucosemeting bij een glucosemeter.
Als je HbA1c waarden hoog is, dan is je glucose plasmaconcentratie van de afgelopen 2-3 maanden hoog geweest.
Insulinepreparaten
Long acting → glargine (lantus), detemir (Levemir) en degludec (Tresiba)
Beide beginnen als spécialité naam met een L→ ezelsbruggetje → L is Langwerkend
Rapid acting → aspart (novorapid), lispro en glulisine
Aan insuline wordt ZN2+ (maakt hexameer) en fenolen (stabiele hexameer) toegevoegd.
Amorfe stoffen zorgen voor snelle oplossnelheid, maar dat kan net bij insuline injecties, want het zit in een hexameer.
,HC Kennisbank KNMP: het IM en andere informatiebronnen
Valproïnezuur heeft nadelige gevolgen voor het neonaat bij zwangerschap.
Ook op latere leeftijd kunnen er ontwikkelingsstoornissen ontstaan van het neonaat.
Ook bij gebruik van valproïnezuur wordt er regelmatig een zwangerschapstest gedaan om de nadelige gevolgen van
het neonaat te voorkomen.
Hoorcolleges CVRM
Coronaire vaten, kransslagaders die aangedaan zijn → ischemische hartziektes (in-/stabiele AP), ACS
Cerebrale vaten/Hersenvaten aangedaan HERSENEN→ TIA, cerebrovasculair accident,
Perifere vaten/beenvaten → perifeer arterieel disease, Claudatio intermittent
Veneuze trombus bevat veel fibrinedraden en relatief weinig bloedplaatjes → rode trombus
Arteriële trombus (hoge shear stress en druk)→ door hoge shear stress weinig fibrine en veel bloedplaatjes → witte
trombus, afsluiten van coronaire arteriën
, Geen risico verhogende factoren → niet behandelen
1 sterk risico verhogende factor of ≥ 2 mild risicoverhogende factoren → start met behandeling van o.a.
bloeddrukverlagende middelen
SCORE-tabel wordt alleen toegepast bij mensen 40-70 jaar, niet in een hoogrisico/zeer hoog risico categorie zitten en
personen die niet medicamenteus behandeld worden voor een risicofactor als bloeddruk of cholesterol.
Criteria voor behandeling bij patiënten zonder HVZ/event
• Zeer hoog risico CV-risico: DMTII, chronische nierziekte, ernstig verhoogde enkele risicofactor (TC > 8
mmol/L, bloeddruk >180/110 mm Hg)
o SBD > 130 mm Hg → antihypertensivum
o LDL > 2,6 mmol/ L → statine
• 10-jaarrisico 5-10% L behandeling als risico verhoogd is gezien SCORE
• 10-jaarsrisico <5%; GEEN FARMACA, wel leeftstijladviezen