Samenvatting organisatiekunde
Organisatievormen en structuren
- Blz 2: Wat is een organisatie, waarom en het businessmodel canvas.
- Blz 4: Basisorganisatie structuren
- Blz 5: Organisatiestructuren
- Blz 6: Theorie van Mintzberg
Duurzaamheid
- Blz 7: Duurzaamheid en MVO-strategieën
- Blz 8: Stakeholders
Processen & Kwaliteit
- Blz 9: Processen, beheersing van processen
- Blz 10: Kwaliteit
HRM & De Manager
- Blz 11: HRM en taken,
- Blz 12: Kennismanagement
- Blz 13: De manager
Motivatie van medewerkers
- Blz 14: motivatie
- Blz 15: Teams en conflicten
1
, Organisatievormen en structuren
Wat is een organisatie?
- Een groep die gericht is op winst maken, een bijdrage aan de maatschappij leveren of
sport gerelateerd zijn.
Definitie van organisatiekunde:
- Uit marcus & van Dam: ‘’een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met
het bestuderen van het gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag
bepalen en de wijze waarop organisaties het meeste doeltreffend bestuurd kunnen
worden.’’
1. Gedrag van organisaties
2. Factoren die dat beïnvloeden: welke zakendoet de organisatie zelf
3. Bestuur v/d organisatie: wat is de rol van de manager?
- Elke vorm van samenwerking voor een gemeenschappelijk doel
- Een systeem waarmee mensen met elkaar een bepaald doel nastreven
- Organisatie is de activiteit of functie van ‘het organiseren’
Businessmodel canvas:
- Geeft overzicht over de gehele business en beantwoord vragen over de
onderneming. BMC is geschikt om organisaties te beschrijven.
1. Customers: wie zijn je klanten? Welke bedien je en welke segmenten zitten hierin?
2. Waardepropositie: wat bieden we de klant? Wat is de toegevoegde waarde?
3. Kanalen: hoe verkoop ik mijn producten? Hoe communiceren wij? Via internet of via
eigen winkels of retailers?
4. Klantrelaties: wat voor relatie willen wij met de klant?
5. Geldstromen: waarvoor willen onze klanten betalen en
6. Sterktes: waar ben je goed in en wat heb je hiervoor nodig?
7. Doelstellingen: wat wil je bereiken? Hoe doen we dit?
8. Strategische partners: welke partners zijn van strategisch belang voor mijn
organisatie?
9. Kostenstructuren: wat zijn de belangrijkste kosten in de organisatie
Beperkingen hierbij zijn:
- Het strategische doel van de organisatie zit niet
in het model. Wat als je als organisatie geen
winst wilt maken?
- Er wordt in het model geen rekening gehouden
met de concurrentie en beperkt met de
omgeving.
- Per bouwsteen zit er een verschil in detailniveau.
Sommige bouwstenen kun je wat meer op
hoofdniveau invullen (waardepropositie), terwijl
andere bouwstenen meer detailvragen
(distributie, kosten)
2
,Samengevat:
- Een organisatie kan een bedrijf zijn, maar ook een non-profit organisatie.
Winstgevendheid is dus geen vereiste! Kijk verder dan je neus lang is!
- Het Business Model Canvas is een manier om naar een bedrijf in zijn geheel te kijken.
- De kracht van BMC is het overzicht en zeker als je het visualiseert.
3
, Basis organisatiestructuren zijn organigrammen.
Je kan op verschillende manieren structuur aanbrengen. Dit kan op de volgende manieren:
1. Interne differentiatie (Indeling op functie)
2. Interne specialisatie (indeling op product/markt/regio)
- Product-indeling op producten
- Markt-indeling op basis van klanten en de markt
- Geografische indeling op plaatsen
Voor- en nadelen van interne specialisatie vs. Interne differentiatie:
Interne differentiatie: Interne specialisatie:
+ Efficiënte gebruik van de werkkracht + Betere coördinatie tussen de processen
+ Bereiken van grote en vaardigheid en routine + Kortere communicatielijnen
+ Goede mogelijkheden voor automatisering + Minder eentonig werk
- Coördinatieproblemen - Minder efficiënt gebruik van middelen
- Eentonigheid - Minder functionele deskundigheid
- Geringe flexibiliteit - Gedeeltelijk specialisme m.b.t.
verschillende bewerkingsprocessen
Vervolgens kies je een organisatie ontwerpen. Dit kan zijn:
1. Span of ontspanningsvermogen. (Manier van communiceren)
Organisatie B heeft de grootste span of control.
- Goed: korte lijnen, minder bureaucratie,
snellere besluitvorming.
- Slecht: veel druk op schouders van
managers, het vraagt veel van personeel.
Zij moeten veel taken zelfstandig
oppakken
2. Centralisatie (1 persoon) of decentralisatie (beslissingen per afdeling)
4
Organisatievormen en structuren
- Blz 2: Wat is een organisatie, waarom en het businessmodel canvas.
- Blz 4: Basisorganisatie structuren
- Blz 5: Organisatiestructuren
- Blz 6: Theorie van Mintzberg
Duurzaamheid
- Blz 7: Duurzaamheid en MVO-strategieën
- Blz 8: Stakeholders
Processen & Kwaliteit
- Blz 9: Processen, beheersing van processen
- Blz 10: Kwaliteit
HRM & De Manager
- Blz 11: HRM en taken,
- Blz 12: Kennismanagement
- Blz 13: De manager
Motivatie van medewerkers
- Blz 14: motivatie
- Blz 15: Teams en conflicten
1
, Organisatievormen en structuren
Wat is een organisatie?
- Een groep die gericht is op winst maken, een bijdrage aan de maatschappij leveren of
sport gerelateerd zijn.
Definitie van organisatiekunde:
- Uit marcus & van Dam: ‘’een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met
het bestuderen van het gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag
bepalen en de wijze waarop organisaties het meeste doeltreffend bestuurd kunnen
worden.’’
1. Gedrag van organisaties
2. Factoren die dat beïnvloeden: welke zakendoet de organisatie zelf
3. Bestuur v/d organisatie: wat is de rol van de manager?
- Elke vorm van samenwerking voor een gemeenschappelijk doel
- Een systeem waarmee mensen met elkaar een bepaald doel nastreven
- Organisatie is de activiteit of functie van ‘het organiseren’
Businessmodel canvas:
- Geeft overzicht over de gehele business en beantwoord vragen over de
onderneming. BMC is geschikt om organisaties te beschrijven.
1. Customers: wie zijn je klanten? Welke bedien je en welke segmenten zitten hierin?
2. Waardepropositie: wat bieden we de klant? Wat is de toegevoegde waarde?
3. Kanalen: hoe verkoop ik mijn producten? Hoe communiceren wij? Via internet of via
eigen winkels of retailers?
4. Klantrelaties: wat voor relatie willen wij met de klant?
5. Geldstromen: waarvoor willen onze klanten betalen en
6. Sterktes: waar ben je goed in en wat heb je hiervoor nodig?
7. Doelstellingen: wat wil je bereiken? Hoe doen we dit?
8. Strategische partners: welke partners zijn van strategisch belang voor mijn
organisatie?
9. Kostenstructuren: wat zijn de belangrijkste kosten in de organisatie
Beperkingen hierbij zijn:
- Het strategische doel van de organisatie zit niet
in het model. Wat als je als organisatie geen
winst wilt maken?
- Er wordt in het model geen rekening gehouden
met de concurrentie en beperkt met de
omgeving.
- Per bouwsteen zit er een verschil in detailniveau.
Sommige bouwstenen kun je wat meer op
hoofdniveau invullen (waardepropositie), terwijl
andere bouwstenen meer detailvragen
(distributie, kosten)
2
,Samengevat:
- Een organisatie kan een bedrijf zijn, maar ook een non-profit organisatie.
Winstgevendheid is dus geen vereiste! Kijk verder dan je neus lang is!
- Het Business Model Canvas is een manier om naar een bedrijf in zijn geheel te kijken.
- De kracht van BMC is het overzicht en zeker als je het visualiseert.
3
, Basis organisatiestructuren zijn organigrammen.
Je kan op verschillende manieren structuur aanbrengen. Dit kan op de volgende manieren:
1. Interne differentiatie (Indeling op functie)
2. Interne specialisatie (indeling op product/markt/regio)
- Product-indeling op producten
- Markt-indeling op basis van klanten en de markt
- Geografische indeling op plaatsen
Voor- en nadelen van interne specialisatie vs. Interne differentiatie:
Interne differentiatie: Interne specialisatie:
+ Efficiënte gebruik van de werkkracht + Betere coördinatie tussen de processen
+ Bereiken van grote en vaardigheid en routine + Kortere communicatielijnen
+ Goede mogelijkheden voor automatisering + Minder eentonig werk
- Coördinatieproblemen - Minder efficiënt gebruik van middelen
- Eentonigheid - Minder functionele deskundigheid
- Geringe flexibiliteit - Gedeeltelijk specialisme m.b.t.
verschillende bewerkingsprocessen
Vervolgens kies je een organisatie ontwerpen. Dit kan zijn:
1. Span of ontspanningsvermogen. (Manier van communiceren)
Organisatie B heeft de grootste span of control.
- Goed: korte lijnen, minder bureaucratie,
snellere besluitvorming.
- Slecht: veel druk op schouders van
managers, het vraagt veel van personeel.
Zij moeten veel taken zelfstandig
oppakken
2. Centralisatie (1 persoon) of decentralisatie (beslissingen per afdeling)
4
