Pedagogische systemen in baby- en kindertijd
HC 1
Persoonlijke ontwikkeling
- Biologisch systemen: genen, hormonen, hersenen etc.
- Sociale systemen: gezin etc. en culturele overdracht (normen en waarden)
- Chronosysteem: ontwikkeling van samenleving
- Fysische omgeving: huisvesting, veiligheid, voeding etc.
Moeilijk om ontwikkeling te voorspellen
Pedagogiek= bestuderen de opvoeding, onderwijs en de hulpverlening aan kinderen en
jeugdigen met het oog op het verbeteren van de praktijk.
Empirisch analytische pedagogiek
IJzendoorn, 2002
= op een systematische wijze pedagogische handelingen, methoden, programma’s,
therapieën uitproberen en kijken of er sprake is van een pedagogisch effect een
handelingswetenschap
- Empirisch: kennis ontstaat door het systematisch verzamelen van gegevens en deze
via statistische methoden analyseren.
- Analytisch: reductie, de hele werkelijkheid is te complex om te onderzoeken.
- Onderzoek moet repliceerbaar zijn.
- Theorie en kennis moet falsificeerbaar zijn.
- Niet formatief: deze methoden schrijft niet voor hoe opvoeding eruit moet zien.
Normatieve pedagogiek
= staat tegenover empirisch analytisch
- Waarom voeden wij op?
- Meer filosofisch.
- Eerst veel normatieve, nu meer empirisch analytische pedagogiek op de UU.
M.J. Langeveld
- Je moet het kind begrijpen zoals het is, niet vanuit theorieën maar heel onbevooroordeeld
en naar de omgeving en het unieke van het kind = N1 methode
- kind is een animal educandum: een mens dat opgevoed moet worden tot zelfstandigheid,
en er is een duidelijke taak voor opvoeders
geen invloed meer op de pedagogiek van vandaag
A.D. De Groot en Van IJzendoorn
- in tegenstelling tot Langeveld een voorstander van empirisch analytische methode.
moderne pedagogiek
M. De Winter
- wil naar een hoopgevende sociale pedagogiek
- minder individueel en meer sociaal geen labels (adhd, dislectie etc.)
- minder problematisch, maar meer gericht in de oplossing of groei
- jeugd gedijt beter in rijke sociale netwerken
, - belang voor opvoedingsidealen: normatief, opvoeding tegen polarisatie en discriminatie
Hij vindt dat er te veel wordt gefocussed op stoornissen en problemen wil hoop laten
inzien, ‘van hoop tot mogelijkheid tot verbetering’
Hoopgevende sociale pedagogiek
- Handelingsperspectieven cultiveren: in actie komen
- Onderbreken van impulsieve oordelen en verlangens: pedagogisch onderbreken
relativeren, consequenties in zien
- Optimisme voorleven
- Participatie bevorderen
Strategisch plan hoogleraren (2016-2021)
- ‘Raising future generations ‘
Uitgangspunten:
1. Het bio ecologisch model: kinderen groeien niet alleen op binnen het gezin, maar in
meerdere contexten.
2. Dimensionele en positieve benadering: minder classificeren, culturele diversiteit,
minder nadruk op problemen, maar op kansen.
3. Multidisciplinair en multinationaal
HC 1
Persoonlijke ontwikkeling
- Biologisch systemen: genen, hormonen, hersenen etc.
- Sociale systemen: gezin etc. en culturele overdracht (normen en waarden)
- Chronosysteem: ontwikkeling van samenleving
- Fysische omgeving: huisvesting, veiligheid, voeding etc.
Moeilijk om ontwikkeling te voorspellen
Pedagogiek= bestuderen de opvoeding, onderwijs en de hulpverlening aan kinderen en
jeugdigen met het oog op het verbeteren van de praktijk.
Empirisch analytische pedagogiek
IJzendoorn, 2002
= op een systematische wijze pedagogische handelingen, methoden, programma’s,
therapieën uitproberen en kijken of er sprake is van een pedagogisch effect een
handelingswetenschap
- Empirisch: kennis ontstaat door het systematisch verzamelen van gegevens en deze
via statistische methoden analyseren.
- Analytisch: reductie, de hele werkelijkheid is te complex om te onderzoeken.
- Onderzoek moet repliceerbaar zijn.
- Theorie en kennis moet falsificeerbaar zijn.
- Niet formatief: deze methoden schrijft niet voor hoe opvoeding eruit moet zien.
Normatieve pedagogiek
= staat tegenover empirisch analytisch
- Waarom voeden wij op?
- Meer filosofisch.
- Eerst veel normatieve, nu meer empirisch analytische pedagogiek op de UU.
M.J. Langeveld
- Je moet het kind begrijpen zoals het is, niet vanuit theorieën maar heel onbevooroordeeld
en naar de omgeving en het unieke van het kind = N1 methode
- kind is een animal educandum: een mens dat opgevoed moet worden tot zelfstandigheid,
en er is een duidelijke taak voor opvoeders
geen invloed meer op de pedagogiek van vandaag
A.D. De Groot en Van IJzendoorn
- in tegenstelling tot Langeveld een voorstander van empirisch analytische methode.
moderne pedagogiek
M. De Winter
- wil naar een hoopgevende sociale pedagogiek
- minder individueel en meer sociaal geen labels (adhd, dislectie etc.)
- minder problematisch, maar meer gericht in de oplossing of groei
- jeugd gedijt beter in rijke sociale netwerken
, - belang voor opvoedingsidealen: normatief, opvoeding tegen polarisatie en discriminatie
Hij vindt dat er te veel wordt gefocussed op stoornissen en problemen wil hoop laten
inzien, ‘van hoop tot mogelijkheid tot verbetering’
Hoopgevende sociale pedagogiek
- Handelingsperspectieven cultiveren: in actie komen
- Onderbreken van impulsieve oordelen en verlangens: pedagogisch onderbreken
relativeren, consequenties in zien
- Optimisme voorleven
- Participatie bevorderen
Strategisch plan hoogleraren (2016-2021)
- ‘Raising future generations ‘
Uitgangspunten:
1. Het bio ecologisch model: kinderen groeien niet alleen op binnen het gezin, maar in
meerdere contexten.
2. Dimensionele en positieve benadering: minder classificeren, culturele diversiteit,
minder nadruk op problemen, maar op kansen.
3. Multidisciplinair en multinationaal