Samenvatting Arbeidsrecht in de praktijk. - Arbeidsrecht (CIVIRE03-ABR)

Gehele samenvatting arbeidsrecht

College 1
De arbeidsovereenkomsten staan in boek 7 BW. Je hebt 3 arbeidsovereenkomsten werk tegen
betalen (gesloten systeem):
 Arbeidsovereenkomst, art. 7:610 BW
 Aanneming van werk, art. 7:750 BW. (Het resultaat staat centraal. Je kan hier denken aan aannemers, loodgieters, metselaars etc)
 Overeenkomst van opdracht, art. 7:400 BW. (Denk hierbij aan accountants, boekhouder, arts etc)
Kenmerken van een arbeidsovereenkomst:
- Loon, art. 7:616 BW
Loon is datgene wat als bedongen tegenprestatie voor de arbeid door de werkgever aan de
werknemer verschuldigd is of zal zijn. (Fooi valt hier dus niet onder!).
*Geoorloofde loonvormen, art. 7:617 BW
*Tijdstip betaling loon, art. 7:623 BW
*Niet-tijdig betalen loon, art. 7:625 BW
- Gedurende een zekere tijd
Dit kenmerk speelt in de praktijk geen rol van betekenis.
Deeltijd, voltijd, bepaalde of onbepaalde tijd: als het meer een zeker tijd is. Dus er een tijd is
bepaald.
- Persoonlijk arbeid verrichten, art. 7:659 BW
de werknemer is verplicht arbeid (van geestelijke of lichamelijke aard) te verrichten. De
arbeid moet PERSOONLIJK worden verricht, art. 7:659 lid 1 BW de werknemer mag zich
niet zomaar laten vervangen.
De arbeid die de werknemer verricht moet ook daadwerkelijk waarde hebben.
HR Gouden Kooi: in geval van het wonen in een ‘gouden kooi’ ten behoeve van een
televisieprogramma is voldaan aan het kenmerk persoonlijk arbeid.
- Gezagsverhouding, art. 7:610 BW
Hier moet je op de volgende kenmerken letten instructiebevoegdheid, mate van eigen
verantwoordelijkheid, mate van toezicht, mag werk door een derde worden uitgevoerd, is er
een ziekmeldingsprocedure, werkkleding, werkmateriaal, continuïteit in werkzaamheden, wie
maakt het rooster/deelt de werkzaamheden in en afdrachten aan belastingdienst.
HR Gouden/Kooi: wel ao. Gezag: spelregels, instructies worden gegeven, continuïteit, je
mag je niet laten vervangen.
Belang van definitie stelsel van rechtsbescherming, werknemersverzekeringen, bevoegde rechter.
Platformarbeid: hier is een lange tijd veel onduidelijkheid over geweest, maar sinds 2021 is deze
onduidelijkheid steeds kleiner geworden. (Dit is als het via een digitaal platform gaat). Er zijn een
aantal arresten geweest die ervoor zorgde dat er meer duidelijkheid komt.
Hof Amsterdam 16 februari 2021: bezorgers Deliveroo hebben een arbeidsovereenkomst
Hof Amsterdam 21 december 2021: op de arbeidsovereenkomsten tussen bezorgers en Deliveroo
is CAO van toepassing.
Ktr Amsterdam 13 september 2021: Uber-chauffeurs hebben een arbeidsovereenkomst. Sprake van
moderne gezagsverhouding.
December 2021: voorstel richtlijn betreffende verbetering arbeidsvoorwaarden platformwerk
In art. 7:610a BW staan rechtsvermoedens. Bij het voldoen aan de voorwaarde van art. 6:710a BW
wordt er VERMOED dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Deze voorwaarde voor de
werknemer zijn:
 Tegen beloning van een ander
 Arbeid verrichten voor een ander
 Gedurende 3 opeenvolgende maanden

,  Wekelijks of tenminste 20-uur per maand
Een werkgever kan hier ook tegenbewijs tegen leveren!
Ook is art. 7:610b BW ook belangrijk, want er wordt ook een bepaalde omvang van de
arbeidsovereenkomst vermoed. Dit is namelijk arbeidsovereenkomsten tenminste 3-maanden
geduurd & omvang van het werk in die 3 maanden is inzichtelijk gemaakt. Omvang wordt vermoed
gelijk te zijn aan de gemiddelde omvang van de arbeid per maand in de drie voorafgaande maanden.
Aangaan van een arbeidsovereenkomst:
- De totstandkoming aanbod en aanvaarding, art. 6:217 e.v. BW (hier is het algemeen
verbintenissenrecht van toepassing)
- Vormvrij mondeling of schriftelijk. Sommige bedingen kunnen alleen schriftelijk worden
overeengekomen (bijv. proeftijd, niet schriftelijk, dan nietig (7:652 lid 2 BW jo 7:652 lid 8 BW))
- Informatieplicht werkgever, art. 7:655 BW
Wat bepaalt de inhoud van een arbeidsovereenkomst:
- Internationale verdragen (IVBPR, IVESCR, etc.)
- Europese verdragen en richtlijnen (EVRM, ESH, etc.)
- Grondwet (grondrechten)
- Burgerlijk Wetboek en aanverwante wetten en regelingen (Atw, Arbo, WOR, etc.)
- Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) (afspraken met vakbonden)
- Individuele arbeidsovereenkomst (afspraken tussen partijen, let wel op dwingende, driekwartdwingende, twee derde dwingende en semi-
dwingende bepalingen)

Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) “overeenkomst tussen (verenigingen van) werkgevers en
een of meerdere werknemersverenigingen waarin voornamelijk of uitsluitende arbeidsvoorwaarden
worden vastgelegd die bij de individuele arbeidsovereenkomst in acht moeten worden genomen.”
Standaard-CAO of minimum-CAO
CAO geldt voor aangesloten werkgevers, tenzij de CAO algemeen verbindend is verklaard.
Bij AVV is de hele bedrijfstak gebonden.

Flexibele arbeidsrelaties: naast vaste arbeidsrelatie kennen we ook flexibele arbeidsrelaties,
bijvoorbeeld oproepmensen etc.
- Payrolling, dit is een vorm van een uitzendovereenkomst. Een payroll bedrijf neemt bepaalde
verplichtingen van de werkgever uit de hand. Het verschil is dat het bedrijf zelf de selectie
doet maar het payrollbedrijf betaald etc
- Uitzendovereenkomst
- Contracting Bij contracting huurt u een ander bedrijf (de opdrachtnemer) in om
werkzaamheden (de opdracht) voor u te doen
!!!!Arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd, is ook een flexibele arbeidsrelatie:
 Kalendermatige (bijv. jaarcontract of paar maanden of half jaar etc) of betrekkelijk bepaalde tijd (voor bijv. duur van
een project of duur van ziekte of duur van zwangerschapsverlof etc of te wel het einde is objectief bepaalbaar)
 Loopt van rechtswege af (art. 7:667 lid 1 BW, tenzij artikel 7:667 lid 3 BW?), maar let op aanzeggen
(=De aanzegplicht houdt in dat de werkgever de verplichting heeft om de werknemer uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst
voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt schriftelijk te informeren of de arbeidsovereenkomst wel of niet wordt voortgezet.) (Art.
7:668 lid 1 BW)
 Wettelijke ketenregeling (art. 7:668a BW)
Oproepovereenkomst: met de WAB zijn per 1 januari 2020 extra regels ingevoerd. Zie bijvoorbeeld
artikel 7:628a leden 2, 3 en 5 BW
* MUP: arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (partijen spreken samen af dat iemand werkzaam
is op basis van een 0 uren contract. Hierbij spreken ze af dat als de werkgever de werknemer oproept dan moet de werknemer hier
gehoor aangeven. HIER ZIJN WEL REGELS AANGESTELD ZOALS BIJV. 4 DAGEN VAN TE VOREN MOET DIE WERKNEMER OPROEPEN EN

ALS DE WERKGEVER DAARNA OPROEPT DAN MOET WERKNEMER WEL NOG BETALEN)
* Voorovereenkomst (vrijblijvend), Als uw werkgever u oproept, beslist u zelf of u gaat werken. Als u gehoor geeft aan de
oproep, ontstaat een arbeidsovereenkomst waarbij de afspraken in de voorovereenkomst gelden. (Bijv. ik kan je bellen maar je kan
nee zeggen. Er komt een arbeidsovereenkomst voor elke dag dat je wordt opgeroepen en je ‘ja’ beantwoord))

, Einde van een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd:
- Van rechtswege: verstrijken overeengekomen tijd
- Opzegging (tussentijds)  art. 7:667 lid 3 BW
- Aanzegging: de aanzegplicht van art. 7:668 BW
dit is bij een contract voor 6 maanden of langer.
* aanzegplicht bij contracten voor bepaalde tijd 7:668 lid 1 BW. Schriftelijk 1 maand voor
het einde van het contract. Informeren over wel of niet verlengen + als er sprake is van
verlenging ook aangeven onder welke voorwaarde.
LET OP aanzegplicht geldt niet als er sprake is van een contract korter dan 6 maanden, 7:668
lid 2 onder b BW & bij contract dat is aangegaan voor betrekkelijke bepaalde tijd (=project of
vervanging), art. 7:668 lid 2 onder a BW.
 In art. 7:668 lid 3 BW staat iets over de aanzegboete.
- Voortzetting: de ketenregeling van art. 7:668a BW
Art. 7:668a lid 1 sub a BW  contract voor onbepaalde tijd, als ao’s voor bepaalde tijd elkaar
met tussenpozen van ten hoogste 6 maanden hebben opgevolgd EN een periode van 36
maanden hebben overschreden = totale duur contracten. (met inbegrip tussenpozen)
Art. 7:668a lid 1 sub b BW  contract voor onbepaalde tijd, als meer dan 3 ao’s voor
bepaalde tijd elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van ten hoogste 6 maanden = aantal
contracten. (Laatste ao= onbepaalde tijd). (Met inbegrip tussenpozen).
 Als je niet voldoet aan de eisen van 7:668a lid 1 onder a/ b BW dan wordt de keten doorbroken
en moet er opnieuw worden geteld c.q. gaat de ketenregeling opnieuw van strat
EERST toetsen aan tussenpozen tussen de contracten!  Welke contracten doen mee voor de
ketenregeling.
DAARNA overschrijding van 36 maanden-grens (sub a) of tellen aantal contracten (sub b).
De ketenregeling geldt ook bij opvolgende ao’s tussen een werknemer en de opvolgende
werkgevers.

Ragetlieregel, art. 7:667 lid 4 BW, onbepaalde tijd gevolg door een bepaalde tijd:
 Behoud ontslagbeneming
 Geen einde van rechtswege
 Ook van toepassing bij opvolgend werkgeverschap
 dit is een uitzondering op het contract van onbepaalde tijd dat dier via rechtswege eindigt.

Verbod van discriminatie en gelijkebehandelingswetgeving
Verschillende wetten verbieden ongelijke behandeling van werknemers op de volgende gronden:
1. Geslacht
2. Godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, nationaliteit, geaardheid en burgerlijke
staat
3. Handicap of chronische ziekte
4. Leeftijd
5. Arbeidsduur
6. Het al dan niet tijdelijke karakter van een arbeidsovereenkomst

Direct en indirect onderscheid
o Direct onderscheid - van direct onderscheid is sprake indien iemand op een andere wijze wordt
behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie, op grond van in de Algemene Wet Gelijke
Behandeling genoemde kenmerken.
- onderscheid op grond van zwangerschap en het geven van borstvoeding wordt als direct
onderscheid aangemerkt gezien het uitsluitend vrouwen kan betreffen.