WGR 3
Probleem van de voorziening op debiteuren (zie hoofdstuk 5):
Als een ondernemer goederen gaat verkopen, ontstaat er een nominale vordering. Deze
vordering is commercieel en fiscaal hetzelfde. Wat je aan rekeningen de deur uit stuurt, is
commercieel en fiscaal hetzelfde. Echter, de boekwaarde van de debiteuren (wat je binnen
gaat krijgen) kan commercieel en fiscaal van elkaar verschillen.
5% van de omzet op rekening gaat naar de Voorziening Debiteuren. Dit is op grond van
ervaringscijfers. Maar de belastinginspecteur zal dit niet goed vinden. Als je 5% in de
Voorzieningen stopt, dan betekent dit dat hij 5% als kosten gaat opvoeren en dat betekent
fiscaal dat de winst lager gaat worden en daarmee de belastinginkomsten lager worden. Gaat
de inspecteur daar mee akkoord? Stel dat de inspecteur niet akkoord gaat met die 5%, maar
hij zegt fiscaal slechts 2,5%.
Stel:
Voorziening Debiteuren (commercieel)
1/1 20.000 31/12 17.000
Voorziening Debiteuren (fiscaal)
1/1 15.000 31/12
CRR
Dotatie Debiteuren 10.000
De omzet op rekening weten we. Hoe? 10.000 is gelijk aan 5%. De omzet is dus 200.000,
want 5% van 200.000 is 10.000. Wat zijn de gevolgen? Wat staat er op 31/12 op de fiscale
balans? Hier kun je alleen achter zien te komen door de grootboekrekeningen Voorzieningen
Debiteuren commercieel en fiscaal op te stellen.
Voorziening Debiteuren (commercieel)
1/1 20.000
Werkelijk geleden verlies 13.000 (p.s) CRR 10.000*
31/12 17.000
Totaal: 30.000 Totaal: 30.000
Journaalpost* (commercieel):
Verkoopkosten 10.000
Aan Voorziening Debiteuren 10.000
Openen van de grootboekrekening doe je altijd aan dezelfde kant als dat hij op de balans
voor komt. Voorzieningen staan credit op de balans.