Hoofdstuk 2:
2.1: Atoomtheorie van Dalton
“Atoom afkomstig van Grieks = ondeelbaar
Postulaten volgens Dalton:
Enkelvoudige stoffen bestaan uit kleine deeltjes: atomen. Atomen van dezelfde enkelvoudige
stof zijn gelijk
o Nu achterhaald: alle deeltjes v. zelfde atoomsoort = chemisch gelijk maar niet fysisch
(isotopen)
Een scheikundige reactie bestaat uit het scheiden of verengingen van atomen dus geen
omzetting van atomen van de ene soort in de andere
Een verbinding is het resultaat van een combinatie van twee of meerdere atoomsoorten.
Wet van behoud van massa (Lavoisier)
o In een gesloten systeem blijft de totale massa behouden,
ongeacht de scheikundige reacties die plaatsgrijpen
Wet van de constante samenstelling (Proust)
o Twee stoffen met dezelfde eigenschappen hebben dezelfde
samenstelling, ongeacht hun oorsprong
Wet van de veelvuldige verhoudingen (Dalton)
o Als twee elementen A en B meer dan 1 verbinding vormen dan is de
verhouding van de hoeveelheid A die zich met eenzelfde hoeveelheid B
verbindt een geheel getal.
2.2: Subatomaire deeltjes
Scanning Tunneling Microscoop
Nobelprijs voor de fysica, 1991
Rechtsreeks waarneming v. atomen mogelijk
Thomson
, 1856-1940
Kathodestraler
o Afbuiging van elektronen in elektromagnetisch veld
o => verhouding van lading op massa v. een elektron is constant.
o -1.76 x 10^8 C/g (Coulomb/gram)
Robert A. Millikan
1909
Absolute waarde v. elektronlading = -1.6021 x 10^-19 C
Ernest Rutherford
1911
Atomen geen “puddingmodel” van Thomson maar nucleaire
karakteristiek d.m.v. radioactiviteit.
Officiële voorstelling atoom
atomen zijn opgebouwd uit en kleine, centraal geplaatste kern die uit
verschillende combinaties van twee soorten elementaire deeltjes bestaat: protonen met een
positieve lading en neutrale neutronen die een massa bezitten die quasi identiek is aan deze
van het proton. De densiteit van deze deeltjes is onvoorstelbaar groot.
rondom de centraal geplaatste kern bewegen elektronen volgens bepaalde patronen.
Elektronen bezitten een negatieve lading en hun massa is ongeveer 2000 maal kleiner dan
deze van een proton. Het aantal elektronen dat een neutraal atoom bezit moet identiek zijn
aan het aantal protonen, ongeacht het aantal neutronen. De massa van het atoom wordt
hoofdzakelijk door de kern vertegenwoordigd. De uitwendige afmetingen, de chemische
reacties en de geometrie van de inter-atomaire bindingen worden bepaald door de verdeling
van de elektronen in het vacuüm rondom de atoomkern.