H3 Hoe geef je aardrijkskundeles?
3.1 Inleiding
Het gaat bij lesgeven vooral om ‘het leren’ van de leerlingen. Daarvoor zijn vakdidactische
vaardigheden nodig. Geen recepten maar wel antwoord op de vraag: “Hoe kun je een betere
aardrijkskundedocent worden?”
3.2 Casus
-
3.3 Wat is vakdidactiek?
Didactiek = leer van het onderwijzen, het deel van opvoedkunde dat systematische
overdracht van kennis en vaardigheden behandelt; doelstellingen van de school, leraar in
omgang met leerlingen (docent en opvoeder), leerling als individu en als lid van de klas, de
keuze, organisatie en overdracht van de leerstof.
Vakdidactiek als toegespitste algemene didactiek. Daarnaast is vakdidactiek aardrijkskunde
een vorm van toegepaste geografie.
Drievoudige oriëntatie:
- Toegepaste algemene didactiek
- Toegepaste geografie
- Leer van het aardrijkskundeonderwijs waarin kennis over de onderwijspraktijk
gesystematiseerd wordt.
Onderscheid tussen materieel object (waar gaat het over) en formeel object (wat wil men
weten). De didactiek van het vak gaat over het leren en onderwijzen van aardrijkskunde en
vooral over de samenhang tussen leren en onderwijzen.
Belangrijkste vragen:
- WAT moet je leren en WAAROM?
- HOE moet je onderwijzen en WAARMEE?
- WIE moet je WAT en HOE onderwijzen?
3.3.1 Wat moet je onderwijzen en waarom?
School is niet bedoeld om kleine geograafjes op te leiden. Waarvoor dan wel en wat kan het
vak aardrijkskunde daaraan bijdragen? Hedendaagse opvatting is terug te vinden in het
leerplan van een school. Veranderen in de samenleving zorgen voor steeds veranderende
eisen aan het schoolvak.
Goed om kunnen gaan met
geografische informatie is
in deze tijd belangrijk. Een
vaststaand wereldbeeld
overdragen is niet meer
afdoende.
Figuur 1 geeft de gelaagde
opbouw van geografische
kennis weer. Specifieke
onderwerpen worden
behandeld, daaronder zit algemene kennis die helpt de informatie te ordenen, daar nog
weer onder zitten de opvattingen over hoe we de wereld zien.
1
Handboek Vakdidactiek Aardrijkskunde
H3 Hoe geef je aardrijkskundeles?
3.1 Inleiding
Het gaat bij lesgeven vooral om ‘het leren’ van de leerlingen. Daarvoor zijn vakdidactische
vaardigheden nodig. Geen recepten maar wel antwoord op de vraag: “Hoe kun je een betere
aardrijkskundedocent worden?”
3.2 Casus
-
3.3 Wat is vakdidactiek?
Didactiek = leer van het onderwijzen, het deel van opvoedkunde dat systematische
overdracht van kennis en vaardigheden behandelt; doelstellingen van de school, leraar in
omgang met leerlingen (docent en opvoeder), leerling als individu en als lid van de klas, de
keuze, organisatie en overdracht van de leerstof.
Vakdidactiek als toegespitste algemene didactiek. Daarnaast is vakdidactiek aardrijkskunde
een vorm van toegepaste geografie.
Drievoudige oriëntatie:
- Toegepaste algemene didactiek
- Toegepaste geografie
- Leer van het aardrijkskundeonderwijs waarin kennis over de onderwijspraktijk
gesystematiseerd wordt.
Onderscheid tussen materieel object (waar gaat het over) en formeel object (wat wil men
weten). De didactiek van het vak gaat over het leren en onderwijzen van aardrijkskunde en
vooral over de samenhang tussen leren en onderwijzen.
Belangrijkste vragen:
- WAT moet je leren en WAAROM?
- HOE moet je onderwijzen en WAARMEE?
- WIE moet je WAT en HOE onderwijzen?
3.3.1 Wat moet je onderwijzen en waarom?
School is niet bedoeld om kleine geograafjes op te leiden. Waarvoor dan wel en wat kan het
vak aardrijkskunde daaraan bijdragen? Hedendaagse opvatting is terug te vinden in het
leerplan van een school. Veranderen in de samenleving zorgen voor steeds veranderende
eisen aan het schoolvak.
Goed om kunnen gaan met
geografische informatie is
in deze tijd belangrijk. Een
vaststaand wereldbeeld
overdragen is niet meer
afdoende.
Figuur 1 geeft de gelaagde
opbouw van geografische
kennis weer. Specifieke
onderwerpen worden
behandeld, daaronder zit algemene kennis die helpt de informatie te ordenen, daar nog
weer onder zitten de opvattingen over hoe we de wereld zien.
1
Handboek Vakdidactiek Aardrijkskunde
H3 Hoe geef je aardrijkskundeles?