TM
WGR 2
Opgave 1.2
De fiscale balansopstelling hebben we in werkgroep 1 gedaan (opgave 1.1). We hebben dus
al vastgesteld dat de afschrijvingskosten van de machine 40.000 waren.
We gaan nu de winstreconciliatie opstellen. Er zijn drie manieren om te komen tot het
fiscale resultaat. Zie pag. 12 tabel 2. Één van de drie manieren is door middel van
winstreconciliatie. Winstreconciliatie: je gaat kijken naar het commerciële resultaat voor
belasting. Er zijn een aantal zaken die commercieel anders zijn dan fiscaal die ervoor zorgen
dat het fiscale resultaat eventueel zou kunnen afwijken (ook voor belasting) van het
commerciële resultaat.
In deze opgave is er maar één afwijking qua resultaat commercieel en fiscaal en dit heeft te
maken met de post ‘afschrijvingskosten van de machine’.
Winstreconciliatie:
Afschrijvingskosten (commercieel): 60.000.
Afschrijvingskosten (fiscaal: 40.000.
Verschil: 20.000
Leidt die 400.000 tot een -20.000 of een +20.000 om te komen op het fiscale resultaat? We
hebben fiscaal minder kosten dan commercieel. Als je fiscaal minder kosten hebt, dan gaat
je fiscale resultaat ten opzichte van het commerciële resultaat omhoog. Het fiscale resultaat
is dus 420.000.
Opgave 1.3
De Belastingdienst is geïnteresseerd in het belastbaar bedrag. De Belastingdienst wil weten
wat het fiscaal belastbaar bedrag is. In de casu wordt met een tarief van 25% gewerkt.
De STAART is het verschil tussen het fiscaal resultaat en het fiscaal belastbaar bedrag.
FEV
- FBV
= vermogensmutatie
- stortingen
+ onttrekkingen
= fiscaal resultaat (fiscale winst)
‘STAART’
= fiscaal belastbaar bedrag.
STAART: de STAART bestaat uit correcties met een tijdelijk karakter en correcties met een
permanent karakter.
WGR 2
Opgave 1.2
De fiscale balansopstelling hebben we in werkgroep 1 gedaan (opgave 1.1). We hebben dus
al vastgesteld dat de afschrijvingskosten van de machine 40.000 waren.
We gaan nu de winstreconciliatie opstellen. Er zijn drie manieren om te komen tot het
fiscale resultaat. Zie pag. 12 tabel 2. Één van de drie manieren is door middel van
winstreconciliatie. Winstreconciliatie: je gaat kijken naar het commerciële resultaat voor
belasting. Er zijn een aantal zaken die commercieel anders zijn dan fiscaal die ervoor zorgen
dat het fiscale resultaat eventueel zou kunnen afwijken (ook voor belasting) van het
commerciële resultaat.
In deze opgave is er maar één afwijking qua resultaat commercieel en fiscaal en dit heeft te
maken met de post ‘afschrijvingskosten van de machine’.
Winstreconciliatie:
Afschrijvingskosten (commercieel): 60.000.
Afschrijvingskosten (fiscaal: 40.000.
Verschil: 20.000
Leidt die 400.000 tot een -20.000 of een +20.000 om te komen op het fiscale resultaat? We
hebben fiscaal minder kosten dan commercieel. Als je fiscaal minder kosten hebt, dan gaat
je fiscale resultaat ten opzichte van het commerciële resultaat omhoog. Het fiscale resultaat
is dus 420.000.
Opgave 1.3
De Belastingdienst is geïnteresseerd in het belastbaar bedrag. De Belastingdienst wil weten
wat het fiscaal belastbaar bedrag is. In de casu wordt met een tarief van 25% gewerkt.
De STAART is het verschil tussen het fiscaal resultaat en het fiscaal belastbaar bedrag.
FEV
- FBV
= vermogensmutatie
- stortingen
+ onttrekkingen
= fiscaal resultaat (fiscale winst)
‘STAART’
= fiscaal belastbaar bedrag.
STAART: de STAART bestaat uit correcties met een tijdelijk karakter en correcties met een
permanent karakter.