100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting didactiek V2GES22 (Geschiedenis) - Hogeschool KPZ

Rating
-
Sold
1
Pages
7
Uploaded on
27-09-2023
Written in
2022/2023

Dit is een samenvatting bij de module V2GES22 van Hogeschool KPZ. Het is een samenvatting van het didactiek deel van het open boek tentamen.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 27, 2023
Number of pages
7
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Toetsonderwerpen

In de toets zelf, krijg je veelal fragmenten uit methodes te zien waarbij we je vragen je kennis toe te passen maar hieronder
enkele belangrijke thema’s

Kenmerken van een goede introductie De stadia van tijdsbesef

 Hoe link ik de les met de leefwereld? Het tijdsbesef kent vier fasen:
 Waarmee maak ik het waar (plaats) en wanneer (tijd) 1. biologisch tijdsbesef: wordt bepaald door de natuur.
duidelijk? Aanwezig vanaf de geboorte: de cyclus dag en nacht,
 Waarmee kan ik verbazing, nieuwsgierigheid en emoties seizoenen, bioritme, voedingspatroon etc.
opwekken? 2. dagelijks tijdsbesef: dit vormt zich bij jonge kinderen
door het contact met de volwassenen die met
 Eigen ervaringen allerlei tijdbegrippen omgaan.
 Kijkvragen 3. historisch tijdsbesef: besef van het eigen verleden,
 Eigen verhaal + materiaal  beeldend maken heden en toekomst. (ontluikend historisch
 Interactie tijdsbesef: 5 jaar) besef van verleden, heden en
 Probleem geven  cognitief conflict = kortsluiting in je toekomst van de samenleving (9 jaar)
hoofd 4. historisch bewustzijn/historisch besef: hedendaagse
verschijnselen zijn historisch bepaald. Besef van het
blijvende en veranderende in de samenleving.
Kenmerken van een goede geschiedenisles
• Begin een les met een pakkende en betekenisvolle Je kan het begrijp tijd bewust gebruiken. Je moet dan
introductie. aandacht besteden aan:
• Vervolgens zorg je voor oriëntatie. Waar zijn we nu  Tijdsoriëntatie: gebruik van dagritmekaarten.
eigenlijk (in de tijd)? Volgorde dagen, seizoenen etc.
• Met beeldvormers roep je beelden op van het verleden.  Tijdmeting: klokkijken en opbouw van de
• In de geschiedenislessen probeer je het beeld zo compleet jaarkalender.
mogelijk te krijgen.  Tijdsordening: kinderen leren dagen, dagdelen,
seizoenen etc. te benoemen en leren zicht te hebben
op onderlinge relaties.
 Tijdsbewustzijn: inzicht in onderlinge relaties van
tijdsbegrippen en leren ze te gebruiken.


Stappen van het model van Directe Instructie Omgevingsonderwijs:

 De oriëntatiefase: Omgeving = directe omgeving school, woonplaats, regio.
o Hoe link ik de les met de leefwereld van de kinderen? Gebied is goed bereikbaar met openbaar vervoer, te voet
o Waarmee maak ik het waar en wanneer duidelijk? of per fiets.
o Waarmee kan ik verbazing, nieuwsgierigheid en
emoties opwekken? Mogelijkheden:
 De uitleg: • Verleden wordt dichter bij het kind gebracht
o Met welke beeldvormers kan ik het verleden tot • Eigen waarneming en verkenning
leven wekken? • Betrokkenheid bij eigen wereld wordt vergroot
o Hoe zorg ik ervoor dat de leerlingen het begrijpen • Ogen worden geopend voor ‘Cultureel Erfgoed’
door aandacht te geven aan oorzaak en gevolg, • Biedt mogelijkheden om de band verleden,
bedoelde en onbedoelde effecten, continuïteit en heden, toekomst voor de kinderen meer concreet
verandering? te maken
o Welke invalshoeken ga ik in deze les en welke in de • Stof uit de les koppelen aan voorbeelden uit de
volgende lessen gebruiken zodat kinderen een zo omgeving
goed mogelijk beeld krijgen van het verleen. • Mogelijkheid om eigen omgeving te gebruiken als
 De verwerking: informatiebron en daaruit conclusies te trekken
o Hoe zorg ik ervoor dat leerlingen ‘’Historisch denken  staat ook in de kerndoelen
en redeneren’’
o Welke werkvormen zet ik hiervoor in?
o Hoe zorg ik voor variatie en differentiatie?

, Kijkvraag bij een historische foto: Coöperatieve werkvormen.

 Vragen stellen bij lesdoel  Legpuzzel
 Specifieke vragen die je alleen kan beantwoorden als je  Expert
naar de foto kijkt.  Placemat

Doing history” en knowing history”. Verhalen vertellen

Knowing history: De vijf fasen zijn:
 Kerndoel 51 De leerlingen leren gebruik te maken van  Expositie (uitgangsbeeld, sfeerbeschrijving)
eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen  Motorisch moment ‘’nu gaat het echt
van tijd en tijdsindeling te hanteren. beginnen…’’
 Kerndoel 52 De leerlingen leren over kenmerkende  Climax (hoogte- of dieptepunt)
aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren;  Afloop ‘’Wat gebeurt er verder?’’
Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en  Eindbeeld’
staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten;
pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; Je moet geschiedenislessen zichtbaar maken met
wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. beeldvormers.
 Kerndoel 53 De leerlingen leren over de belangrijke
historische personen en gebeurtenissen uit de Vier vertelfactoren
Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig 1. Stem
verbinden met de wereldgeschiedenis. Hoogte, volume, dictie (wijze van zeggen,
klemtonen), maat en ritme (traag, snel, tempo),
Doing History: klankkleur, stembuiging
Geschiedenis is niet hetzelfde als verleden, maar geschiedenis 2. Lichaam en beweging
is de studie van het verleden. Gezicht: mimiek, bewegen met handen en lichaam,
Dat klinkt een beetje flauw, maar is wel de kern waar het om zittend of staand, beeld je dingen uit?, elk personage
draait. Geschiedenis moet je doen! Mooi als je weet dat de een eigen houding
beeldenstorm in 1566 plaatsvond, maar daarmee heeft deze 3. Emotie
gebeurtenis nog geen betekenis. Beeldenstorm...nou en? Inleving, emotie vertellen, emoties zo concreet
Pas als je de beeldenstorm in een historische context plaats mogelijk in beelden te vertalen
wordt het belang duidelijk. 4. Verbeeldingskracht
= historisch denken en redeneren De sfeer en de omgeving, creëren van beelden bij een
verhaal

Twee manieren van vertellen
1. je vertelt het verhaal als verteller
2. je vertelt het verhaal, alsof je erbij was

Wat heb je nodig voor een goed verhaal?
1. een naam
2. een drama
3. een zoektocht
4. een held idee
5. een afbeelding
6. durvend toneel vertellen
7. de afronding/het navragen

Tips voor een verhaal vertellen:
 Vertel altijd in de verledentijd
 Bouw je verhaal rustig op
 Vertel niet te snel
 Geef aan het einde niet snel nog even een
boodschap/moraal mee, laat het verhaal zelf het
werk doen.
 Zorg voor een opstelling met oogcontact met het

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
laurafrisart Katholieke Pabo Zwolle
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
32
Member since
4 year
Number of followers
14
Documents
11
Last sold
16 hours ago

4.5

2 reviews

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions