HC2 cells and anatomy
Neuronen :
Kleine cellichamen met
lange villopers
dendriet synaps
boyyEcellhaam s
Dendriet Ontvangt signalen
:
van andere cellen
-
Axon :
geeft signalen door (van cellichaam weg)
myeline schede bedekt axoment versnelt neurale impuls
B
:
celvern
uileinde
myelina
g
axon
Synapsen :
vormen junctions mer andere cellen
-I
axon
Neuronen Sturen signalen door actiepotentialen .
En alles of niers fenomeen .
Depolarisatio
:
verandering in membraanpotential -> meer positief (minder negarief .
Door influx van Nat/Cat
Repolarisatie :
membraanpotentical wordt meer negatief .
Door eflux van Nat Cat influx van Cl ?
30
-
+
depolarisatie repolarisatie
De actiepotentical loopt van some naar synaps .
O
Presynaptische cel :
stuurt signal
threshold
-
do
-
70 Postsynaptische cel :
ontvangt signal
Synaptische transmissie= de overdracht van een elektrisch
signal tussen cellen .
In het axon zillen allemaal blaasies met neurotransmitters .
Het membraanporentical opent de Cat Kanalen , wat de trigger
is de NT af te
om
geven .
Een neurotransmitter mor de volgende eigenschappen hebben :
2 .
anwezig zijn/opgeslagen worden in de presynaptische neuron .
2 .
afgegeven worden na depolarisatie en calcium influx .
.
3 specifick herkend worden door receptoren op her postsynaptische neuron .
↳ .
Slechts rijdelijk aanwezig zin buiten de cel .
5 .
Signal moet kunnen stoppen .
2 soorten neurotransmitter receptors :
I ionotropic neurotransmitter receptor ligand-gated ion channels
:
.
2 . melabotropic neurotransmitter receptor :
G-protein-coupled receptors
, Giacellen glia-lin , glia
:
neuron= 3 : 1
.
2 Astrocyten :
behouden homeostase (water ionen , ,
nts ,
metabolieren ,
weefsel herstell .
Bewaren BBB . Vormen een
beschermende lang rondom de bloedvaten in de hersenen . Ze depalen wal wellnier in de herseen komt .
NOA white matter
vanishing
:
2 .
Oligodendrocyten vormen myeline op axonen (zelfde als Schwann cellen in PNS) .
NOA multiple sclerose myeline is
beschadigd
:
-> .
.
3 Microglia zijn de macrofagen van hel brein .
Als ze le actiel zijn ,
kan er celschade ontstaan
neuroanatomie
Tel-die-messen-met-mij
>telencephalon -> cerebrale cortext basale ganglia
+
hippocampus + olfactory bull + basal forebrain .
diencephalon -> dorsale thalamus +
hypothalamus
> mesencephalon -> midbrain
>merencephalon -> Cerebellum , pons
>myelencephalon -> medulla
primary
primary
somie
centrale groeve sensory
cortex
frontaalkwa -
= , - n
, -I
e paried ele
P- P 312
-
- ↳
-
I , I , Grawe
~ Brocas ~
P
Is- 24
Is-
e
area
2! - ! I -
=
- -
- -
S -
- S
laverale
occipital
i
granite 7
- kwab
7
-
-
cortex
- primary
auditory Wi
- -
4
cortex
temporale kwat
Prefrontale Correx Frontotemporale dementie (FTO)
>Planner <includes Picks disease
>Aandacht affected impulse control and social behaviour
>Beslissingen maken > speech impairment
Social
gedrag
,Iwatben en hun functies :
Paritaal : Frontaal Temporaal :
·Laalverwerking · executieve functies · visuele geheugen
·
sensorische info · raal
integratie · planning begrip
spatical bewustzign · Gandacht · emotionale associaties
·
begin van willekeurige bewegingen
occipital : taal
visuo-spatial verwerking
motorische perceptie
Hippocampus
>belangrijk voor early memory formation .
> de Sunctie van de hippocampus is Ganged aan in AP .
Basale ganglia
s vrywillige beweging en gedrag
> procedure learning
PO :
degeneratie van dopamine neuronen in de basale ganglia .
Parkinson's disease :
a neurodegenerative disorder
Parkinsonisme :
een verzameling can sympromen ,
vack veroorzaakt door PO :
>tremor s
rigidity
>bradykinesia >postural instability
Huntington's disease :
>uncontrolled movement
>unsteady gait
>speech deficits
>dementia
smutation in
Huntinglin (CAG repeat
<basal
ganglia most affected
, HC3 neurotransmitter systemen
Typen neurotransmitters :
small
dense
clear core
core vesicles
vesicles
(O(V
(SV) &
= =
Es
⑧ 8
Blausies kunnen met maximal 4 em per dag reizen
Ivan some naar synaps) .
⑳
E
Hel langste/bipolairel axon is =25m lang gevonden ,
in
-
een blauwe vinvis . Een vesikel zon dan z maanden moder ⑧
reizen van some naar
synaps .
-
Blaasjes worden afgegeven order invoed van calcium influx Binnen
. een minnut worden de vesikels
herbruikt :
zo zijn er altid voldoende vesikels .
Afgifte van nT moet hand in hand
gaan met her actiepotential .
De
afgifle moer ook stoppen zodra her
actiepotential stopt .
eiwithen
regelen dit :
3 SNARE eiwitter Op synaptische vesibel synaptobrevin
: :
op plasmamembran
:
syntaxin & SNAP-25
& calcium sensor op de synaptische vesibel synaptotagmin
:
We SNARE eiwitten zijn helixen die um elkaar heen draaien .
Zo vormen ze samen een soort complex . Wit
zorgt ervoor dar her vesikel zich kan versmelten met her celmembraan .
De Susie van synaptische vesikels :
Stap 2
:
Er zitten vie SNARES Op her vesitel en op her plasmamembran .
Stap De 3 SNAREs maken contact gaan handraaien zodat hel blaasje hel plasmamembran han
2 en aan
gaan
:
binden (=docking) .
Stap 3
:
Synaptotagmin bindt Gan her SNARE complex .
Stap 4
:
De lipide lagen van her vesikel en her plasmamembran stolen elkaar as ,
waardoor ze niet hit zichzelf
Willen fuseren .
Zodra er een actiepotentical arriveert in de vesitel ,
wordt her blaasse posities t . o v
. .
de negatieve
Costolipidenlag in her plasmamembran .
Hierdoor buigen membraan en resikel near elkaar doe .
Stap 5
:
Membraanfusie leidt bot de exocytorische afgifte van neurotransmitters .
Neuronen :
Kleine cellichamen met
lange villopers
dendriet synaps
boyyEcellhaam s
Dendriet Ontvangt signalen
:
van andere cellen
-
Axon :
geeft signalen door (van cellichaam weg)
myeline schede bedekt axoment versnelt neurale impuls
B
:
celvern
uileinde
myelina
g
axon
Synapsen :
vormen junctions mer andere cellen
-I
axon
Neuronen Sturen signalen door actiepotentialen .
En alles of niers fenomeen .
Depolarisatio
:
verandering in membraanpotential -> meer positief (minder negarief .
Door influx van Nat/Cat
Repolarisatie :
membraanpotentical wordt meer negatief .
Door eflux van Nat Cat influx van Cl ?
30
-
+
depolarisatie repolarisatie
De actiepotentical loopt van some naar synaps .
O
Presynaptische cel :
stuurt signal
threshold
-
do
-
70 Postsynaptische cel :
ontvangt signal
Synaptische transmissie= de overdracht van een elektrisch
signal tussen cellen .
In het axon zillen allemaal blaasies met neurotransmitters .
Het membraanporentical opent de Cat Kanalen , wat de trigger
is de NT af te
om
geven .
Een neurotransmitter mor de volgende eigenschappen hebben :
2 .
anwezig zijn/opgeslagen worden in de presynaptische neuron .
2 .
afgegeven worden na depolarisatie en calcium influx .
.
3 specifick herkend worden door receptoren op her postsynaptische neuron .
↳ .
Slechts rijdelijk aanwezig zin buiten de cel .
5 .
Signal moet kunnen stoppen .
2 soorten neurotransmitter receptors :
I ionotropic neurotransmitter receptor ligand-gated ion channels
:
.
2 . melabotropic neurotransmitter receptor :
G-protein-coupled receptors
, Giacellen glia-lin , glia
:
neuron= 3 : 1
.
2 Astrocyten :
behouden homeostase (water ionen , ,
nts ,
metabolieren ,
weefsel herstell .
Bewaren BBB . Vormen een
beschermende lang rondom de bloedvaten in de hersenen . Ze depalen wal wellnier in de herseen komt .
NOA white matter
vanishing
:
2 .
Oligodendrocyten vormen myeline op axonen (zelfde als Schwann cellen in PNS) .
NOA multiple sclerose myeline is
beschadigd
:
-> .
.
3 Microglia zijn de macrofagen van hel brein .
Als ze le actiel zijn ,
kan er celschade ontstaan
neuroanatomie
Tel-die-messen-met-mij
>telencephalon -> cerebrale cortext basale ganglia
+
hippocampus + olfactory bull + basal forebrain .
diencephalon -> dorsale thalamus +
hypothalamus
> mesencephalon -> midbrain
>merencephalon -> Cerebellum , pons
>myelencephalon -> medulla
primary
primary
somie
centrale groeve sensory
cortex
frontaalkwa -
= , - n
, -I
e paried ele
P- P 312
-
- ↳
-
I , I , Grawe
~ Brocas ~
P
Is- 24
Is-
e
area
2! - ! I -
=
- -
- -
S -
- S
laverale
occipital
i
granite 7
- kwab
7
-
-
cortex
- primary
auditory Wi
- -
4
cortex
temporale kwat
Prefrontale Correx Frontotemporale dementie (FTO)
>Planner <includes Picks disease
>Aandacht affected impulse control and social behaviour
>Beslissingen maken > speech impairment
Social
gedrag
,Iwatben en hun functies :
Paritaal : Frontaal Temporaal :
·Laalverwerking · executieve functies · visuele geheugen
·
sensorische info · raal
integratie · planning begrip
spatical bewustzign · Gandacht · emotionale associaties
·
begin van willekeurige bewegingen
occipital : taal
visuo-spatial verwerking
motorische perceptie
Hippocampus
>belangrijk voor early memory formation .
> de Sunctie van de hippocampus is Ganged aan in AP .
Basale ganglia
s vrywillige beweging en gedrag
> procedure learning
PO :
degeneratie van dopamine neuronen in de basale ganglia .
Parkinson's disease :
a neurodegenerative disorder
Parkinsonisme :
een verzameling can sympromen ,
vack veroorzaakt door PO :
>tremor s
rigidity
>bradykinesia >postural instability
Huntington's disease :
>uncontrolled movement
>unsteady gait
>speech deficits
>dementia
smutation in
Huntinglin (CAG repeat
<basal
ganglia most affected
, HC3 neurotransmitter systemen
Typen neurotransmitters :
small
dense
clear core
core vesicles
vesicles
(O(V
(SV) &
= =
Es
⑧ 8
Blausies kunnen met maximal 4 em per dag reizen
Ivan some naar synaps) .
⑳
E
Hel langste/bipolairel axon is =25m lang gevonden ,
in
-
een blauwe vinvis . Een vesikel zon dan z maanden moder ⑧
reizen van some naar
synaps .
-
Blaasjes worden afgegeven order invoed van calcium influx Binnen
. een minnut worden de vesikels
herbruikt :
zo zijn er altid voldoende vesikels .
Afgifte van nT moet hand in hand
gaan met her actiepotential .
De
afgifle moer ook stoppen zodra her
actiepotential stopt .
eiwithen
regelen dit :
3 SNARE eiwitter Op synaptische vesibel synaptobrevin
: :
op plasmamembran
:
syntaxin & SNAP-25
& calcium sensor op de synaptische vesibel synaptotagmin
:
We SNARE eiwitten zijn helixen die um elkaar heen draaien .
Zo vormen ze samen een soort complex . Wit
zorgt ervoor dar her vesikel zich kan versmelten met her celmembraan .
De Susie van synaptische vesikels :
Stap 2
:
Er zitten vie SNARES Op her vesitel en op her plasmamembran .
Stap De 3 SNAREs maken contact gaan handraaien zodat hel blaasje hel plasmamembran han
2 en aan
gaan
:
binden (=docking) .
Stap 3
:
Synaptotagmin bindt Gan her SNARE complex .
Stap 4
:
De lipide lagen van her vesikel en her plasmamembran stolen elkaar as ,
waardoor ze niet hit zichzelf
Willen fuseren .
Zodra er een actiepotentical arriveert in de vesitel ,
wordt her blaasse posities t . o v
. .
de negatieve
Costolipidenlag in her plasmamembran .
Hierdoor buigen membraan en resikel near elkaar doe .
Stap 5
:
Membraanfusie leidt bot de exocytorische afgifte van neurotransmitters .