100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting V1AARD21 (Aarrdijkskunde) - Hogeschool KPZ

Rating
-
Sold
-
Pages
10
Uploaded on
26-09-2023
Written in
2022/2023

Dit is een samenvatting voor het tentamen van V1AARD21 van Hogeschool KPZ. De gegeven literatuur is samengevat in een overzichtelijk geheel.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
1, 2, 5, 6, 7, 8, 9
Uploaded on
September 26, 2023
Number of pages
10
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting aardrijkskunde

Ons zonnestelsel: 8 planeten + 1 dwergplaneet, De atmosfeer/dampkring = de lucht om de aarde
manen, kometen en asteroïden.  broeikaseffect  stijging tempratuur

1. Zonnestraling komt atmosfeer binnen
2. Het aardoppervlak zet zonne-energie om in
warmte
3. De warmte wordt gedeeltelijk teruggekaatst in de
atmosfeer
4. Broeikasgassen houden een deel van de
teruggekaatste warmte tegen
Eerste 4 rotsachtige planeten, andere 4 gasplaneten



Dag en nacht + seizoenen:
Weer en klimaat:  Omwentelingstijd = tijd die een planeet nodig heeft
 Weer = toestand van de atmosfeer op een om om zijn eigen as te draaien (aarde = 24 uur)
bepaalde plaats op een bepaald moment.  ontstaan dag en nacht
o Weerverschijnselen: bewolking, neerslag,  Omlooptijd = tijd die een planeet nodig heeft om
tempratuur, wind. rond de zon te draaien (aarde = 365,25 dagen)
 Klimaat = de gemiddelde toestand van het o 1x in vier jaar = schrikkeljaar
weer in een groot gebied en over langere tijd  Seizoenen ontstaan door de baan die de aarde om
(min. 30 jaar) de zon draait (aardbaan)  aarde heeft steeds een
andere positie ten opzichte van de zon.

Geografische breedte:
 Evenaar = een denkbeeldige lijn op aarde, midden
tussen de noord- en zuidpool. Verdeelt de aarde in Geografische lengte:
noordelijke en zuidelijk halfrond.  Meridianen = de lijnen die van de noordpool naar de
 Breedtegraden = 180 lijnen die evenwijdig lopen zuidpool lopen. Snijden halverwege de evenaar
aan de evenaar, van oost naar west. Ook wel  De evenaar is in 360° verdeeld, er zijn dus 360
parallel genoemd. meridianen.
 Evenaar is 0°-parallel, de noord- en zuidpool zijn elk  Nulmeridiaan = op 0° (Greenwich). Verdeelt de aarde in
90° westelijk en oostelijk halfrond
 Afhankelijk van de ligging van de plaats van de o 180° naar westen = westerlengte (WL)
evenaar spreekt men van noorderbreedte (NB) of o 180° naar oosten = oosterlengte (OL)
zuiderbreedte (ZB).  Afstand tot de nulmeridiaan = geografische lengte
 De afstand tot de evenaar = breedteligging
o Dicht bij de evenaar = lage breedte
o Ver van de evenaar = hoge breedte




Tijdzones:




360 graden = 24 uur
15 graden = 1 uur
15 graden  oosten = 1 uur later
15 graden  westen = 1 uur vroeger

, Samenvatting aardrijkskunde

Temperatuurfactoren: Neerslagvormen:
 Breedteligging = afstand tot de evenaar. Lage  Regen, dauw, mist,
breedte = dicht bij de evenaar = warm. Hoge ijzel, rijp, hagel,
breedte = verder van de evenaar = koud  sneeuw
komt doordat de zon schuin op de aarde staat.
 Hoogteligging = hoe hoger hoe kouder 
aarde wordt op het aardoppervlak verwarmt.
Hoe hoger hoe ijler de lucht = minder CO2)
 Ligging ten opzichte van de zee = Land wordt Neerslagtypen:
sneller warm dan water, maar koelt ook sneller  Stijgingsregens  als aardoppervlak sterk verwarmd
af. wordt, gaat de lucht erboven stijgen.
 Aanvoer van koude of warmte van elders =  Lagedrukgebied = depressie  door botsing van warme
zeestromen vanaf de evenaar warm, lucht uit zuiden en koude lucht uit noorden. Waar ze
zeestromen vanaf de polen koud. elkaar raken = het front.
 Ligging van gebergten = vooral gebergten  Koude lucht beweegt snel en is zwaar, dwingt warme lucht
evenwijdig aan de kust  loefzijde koud en nat om snel op te stijgen  door afkoeling veel hoge wolken
/ lijzijde warm en droog met korte heftige buien. Lijn waarlangs dit gebeurt =
koufront
 Als warme lucht naar koude lucht stroomt gaat het veel
langzamer. Bij zo’n warmtefront ontstaan uitgestrekte,
lagere wolken. Omdat het zo langzaam beweegt is er
langdurige regenval.

o Stuwingsregens = loefzijde
o Regenschaduw = lijzijde
Cumulus (stapelwolken) Stratus (laagvormig/golfwolken)




Altocumulus (schapenwolken) Cirrus (sluier/veegwolken)



Het grote
windsysteem Waterkringloop:




Orkaan = tropische cycloon/storm met windkracht van meer dan
12 Beaufort. Ontstaan boven oceanen, ontstaan zware
regenbuien en hoge golven op zee.

Tornado = wervelwind die op het land ontstaat onder een
onweersbui, waar de lucht flink stijgt. Doordat waterdamp aan
de randen condenseert, ontstaat lange slurf

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
laurafrisart Katholieke Pabo Zwolle
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
32
Member since
4 year
Number of followers
14
Documents
11
Last sold
16 hours ago

4.5

2 reviews

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions