Aardrijkskunde hoofdstuk 1 Iran
Paragraaf 1
-Een eerste indruk
In West-Azië ligt Iran, een groot land met vooral een bergachtig landschap. Teheran is de hoofdstad
van Iran. En ze spreken daar Perzisch.
-Iran op kaarten
Kaarten = zijn verkleinde tekeningen van een gebieden.
Topografie = plaats beschrijving.
Thematische kaart = een kaart die over 1 onderwerp gaat.
Iraniërs wonen vooral in het noorden en westen, de bevolkingsdichtheid (=het gemiddelde aantal
inwoners per vierkante km) is daar dus hoog. Als je naar de bevolkingsspreiding (= de verdeling van
mensen over een land of gebied) kijkt zie je dat het ongelijk is. Het is ongelijk door de verdeling van
de neerslag.
-Kaartvaardigheden
Als je kaart gaat lezen heb je 4 dingen nodig: een legenda, de titel, de schaal en een noordpijl. Een
legenda geeft aan wat de kleuren en symbolen op een kaart betekenen. De titel geeft aan over welk
onderwerp de kaart gaat. De schaal is er om aan te geven hoeveel 1 cm op de kaart in het echt is.
Bijvoorbeeld: 1:200000, dat betekent, 1 cm op de kaart is 200000 cm in het oftewel 2 km. Een
noordpijl geeft aan waar het noorden is (als er geen noordpijl is, is de bovenkant van de kaart het
noorden).
-Geografie
Aardrijkskunde betekent hetzelfde als geografie, het betekent dat je gebieden bestudeert.
AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 1 ALISHA ADITI MOHAN
, Aardrijkskunde hoofdstuk 1 Iran
Paragraaf 2
-Drukte in het zuiden
Het zuiden van Teheran is oud, dat kan je aan een paar dingen zien. Er staan gebouwen heel dicht op
elkaar, de straten zijn nauw, mensen wonen op de bovenste verdieping en werken dan op de begane
grond waar je veel kleine winkeltjes en kantoren vindt. Ook zijn er bijna geen open ruimtes meer.
-Rust in het noorden
Plattegrond = een kaart van een stad met alle straten en huizenblokken erop.
Het noorden van Teheran is jong. Je ziet dat aan de bredere straten, woningen zijn ruimer en hebben
vaker een tuin. Er zijn ook speelplaatsen, cafés en bioscopen. Maar de afstanden van huis naar werk
zijn wel groot, daarom rijden veel mensen met de auto of scooter. Dat is ook de reden waarom er
veel files zijn en daarom is de lucht in de stad zo slecht.
-Schaalniveaus.
Inzoomen = van een groot gebied naar een kleiner gebied
Uitzoomen = van een klein gebied naar een groter gebied
Generaliseren = dingen weglaten bij het maken van een kaart
Op welke schaal je kijkt is belangrijk bij aardrijkskunde. Er zijn verschillende schaalniveaus. Die staan
hier onder.
• Lokaal niveau = plaatselijk bijv. Je eigen woonwijk.
• Regionaal niveau = provincie, steek of landsdeel bijv. Zuid- Holland.
• Nationaal niveau = landelijk bijv. Nederland.
• Continentaal niveau = werelddeel bijv. Europa.
• Mondiaal niveau = de wereld.
AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 1 ALISHA ADITI MOHAN
Paragraaf 1
-Een eerste indruk
In West-Azië ligt Iran, een groot land met vooral een bergachtig landschap. Teheran is de hoofdstad
van Iran. En ze spreken daar Perzisch.
-Iran op kaarten
Kaarten = zijn verkleinde tekeningen van een gebieden.
Topografie = plaats beschrijving.
Thematische kaart = een kaart die over 1 onderwerp gaat.
Iraniërs wonen vooral in het noorden en westen, de bevolkingsdichtheid (=het gemiddelde aantal
inwoners per vierkante km) is daar dus hoog. Als je naar de bevolkingsspreiding (= de verdeling van
mensen over een land of gebied) kijkt zie je dat het ongelijk is. Het is ongelijk door de verdeling van
de neerslag.
-Kaartvaardigheden
Als je kaart gaat lezen heb je 4 dingen nodig: een legenda, de titel, de schaal en een noordpijl. Een
legenda geeft aan wat de kleuren en symbolen op een kaart betekenen. De titel geeft aan over welk
onderwerp de kaart gaat. De schaal is er om aan te geven hoeveel 1 cm op de kaart in het echt is.
Bijvoorbeeld: 1:200000, dat betekent, 1 cm op de kaart is 200000 cm in het oftewel 2 km. Een
noordpijl geeft aan waar het noorden is (als er geen noordpijl is, is de bovenkant van de kaart het
noorden).
-Geografie
Aardrijkskunde betekent hetzelfde als geografie, het betekent dat je gebieden bestudeert.
AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 1 ALISHA ADITI MOHAN
, Aardrijkskunde hoofdstuk 1 Iran
Paragraaf 2
-Drukte in het zuiden
Het zuiden van Teheran is oud, dat kan je aan een paar dingen zien. Er staan gebouwen heel dicht op
elkaar, de straten zijn nauw, mensen wonen op de bovenste verdieping en werken dan op de begane
grond waar je veel kleine winkeltjes en kantoren vindt. Ook zijn er bijna geen open ruimtes meer.
-Rust in het noorden
Plattegrond = een kaart van een stad met alle straten en huizenblokken erop.
Het noorden van Teheran is jong. Je ziet dat aan de bredere straten, woningen zijn ruimer en hebben
vaker een tuin. Er zijn ook speelplaatsen, cafés en bioscopen. Maar de afstanden van huis naar werk
zijn wel groot, daarom rijden veel mensen met de auto of scooter. Dat is ook de reden waarom er
veel files zijn en daarom is de lucht in de stad zo slecht.
-Schaalniveaus.
Inzoomen = van een groot gebied naar een kleiner gebied
Uitzoomen = van een klein gebied naar een groter gebied
Generaliseren = dingen weglaten bij het maken van een kaart
Op welke schaal je kijkt is belangrijk bij aardrijkskunde. Er zijn verschillende schaalniveaus. Die staan
hier onder.
• Lokaal niveau = plaatselijk bijv. Je eigen woonwijk.
• Regionaal niveau = provincie, steek of landsdeel bijv. Zuid- Holland.
• Nationaal niveau = landelijk bijv. Nederland.
• Continentaal niveau = werelddeel bijv. Europa.
• Mondiaal niveau = de wereld.
AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 1 ALISHA ADITI MOHAN