Vwo 4
Hoofdstuk 2 ~ Chemische bindingen
1 – Atoombinding
Leerdoelen
Je kunt een beschrijving geven van een atoombinding;
Je kunt moleculaire stoffen herkennen aan de atomaire samenstelling (formule);
Je kunt een structuurformule omzetten in een molecuulformule en andersom.
Hierbij maak je gebruik van de covalentie van de atomen;
Je kunt het verbreken en vormen van een atoombinding in verband brengen met
chemische reacties.
Atoombinding
Metalen kunnen elektronen afstaan en niet-metalen nemen elektronen op om de
edelgasconfiguratie te krijgen.
Maar een niet-metaalatoom kan de edelgasconfiguratie ook krijgen door een
elektronenpaar met een ander atoom te delen.
Bij dit delen ontstaat een gemeenschappelijk elektronenpaar.
Om het delen van elektronen mogelijk te maken, is het nodig dat deze 2 atomen dicht bij
elkaar zitten.
Dit veroorzaakt een atoombinding, omdat dit gemeenschappelijk elektronenpaar
de 2 atomen met elkaar verbindt.
Bij deze binding laten de atomen de buitenste elektronenschil overlappen.
Waardoor beide atomen een extra elektron in hun buitenste schil kunnen plaatsen.
Door het vormen van een of meer atoombindingen ontstaan moleculen.
Moleculaire stoffen -> stoffen die op microniveau uit moleculen bestaan, worden op
macroniveau zo genoemd.
Molecuulformule -> geeft aan welke en hoeveel atomen zich in een molecuul bevinden.
Dit aantal staat rechts onder het atoomsymbool, de index.
Structuurformule -> wordt duidelijk gemaakt hoe de atomen in een molecuul onderling
zijn verbonden.
Het streepje in de structuurformule geeft een bindend elektronenpaar weer.
Covalentie
Covalentie -> het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen om de
edelgasconfiguratie te verkrijgen.
Covalente binding -> een ander woord voor atoombinding.
, De covalenties van enkele niet-metalen kun je eenvoudig aflezen uit de groep van het
periodiek systeem waar deze niet-metalen in staan.
Hoe verder deze groep van groep 18 afliggen, hoe meer elektronen het atoom
moet opnemen om aan de edelgasconfiguratie te voldoen.
Chemische reacties
Wanneer een atoombinding wordt verbroken of gevormd, is er altijd sprake van een
chemische reactie.
Het verbreken van een atoombinding kost energie.
De edelgasconfiguratie gaat verloren.
Het vormen van bindingen levert energie op.
De stabiele edelgasconfiguratie wordt bereikt.
Het streven van atomen om naar een lager energieniveau over te gaan, is de drijvende
kracht achter de meeste chemische reacties.
Doordat niet elke atoomsoort evenveel energiewinst boekt bij het bereiken van de
edelgasconfiguratie, verschillen de atoomsoorten in reactiviteit.
Faseovergangen zijn geen chemische reacties.
Want bij een faseovergang gaan geen atoombindingen kapot of worden gemaakt.
Systematische naamgeving
Het overgrote deel van de moleculaire stoffen zijn verbindingen.
Dit zijn stoffen waarvan de moleculen zijn opgebouwd uit 2 of meer verschillende
atoomsoorten.
Deze stoffen behoren tot de ontleedbare stoffen.
Als een moleculaire stof is opgebouwd uit meerdere atoomsoorten, kan de stof een
systematische naam krijgen.
De naam is opgebouwd uit de namen van de atoomsoorten en de aantallen waarin
ze in het molecuul voorkomen.
Het aantal atomen van elke soort geef je weer met een numeriek voorvoegsel
(binas tabel 66C).
Verder krijgt het 2de atoom de uitgang -ide.
Triviale namen -> zijn namen zoals die in het dagelijks taalgebruik gehanteerd worden.