Reader Living Deel 1
1.1 Het begrip geluk
Het begrip geluk heeft verschillende betekenissen.
1.1.1 Kwaliteit van leven
Het verwijst naar goed leven, er wordt niet benoemd wat goed leven precies inhoudt. Wordt
onderscheiden op twee tweedelingen:
Verticaal wordt onderscheidt gemaakt tussen kwaliteit van de levenskansen en
levens uitkomsten. Kansen kunnen namelijk verkeren, iemand met goede kansen
kan toch een slecht leven hebben.
Horizontaal wordt onderscheidt gemaakt tussen externe en interne kwaliteiten. De
toestand van de omgeving moet namelijk niet verward worden met de toestand van
het individu.
Extern Intern
Levenskansen Leefbaarheid Levensbekwaamheid
Levensuitkomsten Nut Satisfactie
Leefbaarheid
Leefbaarheid van de omgeving zijn fysieke zaken als schone lucht en een acceptabele
temperatuur. De kwaliteit van leven staat voorop in het denken van de
maatschappijhervormers. Een leefbare omgeving is geen garantie voor een goed leven.
Levensbekwaamheid
Zijn deels van fysieke aard: je moet kunnen ademen, eten en traplopen. Wordt aangeduid
met het woord gezondheid. Mentale vermogens als realisme en doorzettingsvermogen zijn
ook levensbekwaamheid, dit is geestelijke gezondheid. Ook wel zelfontplooiing.
Nut
Als het kwaliteit van leven beoordeeld wordt aan de consequenties ervan voro de externe
omgeving, ook wel zinvolheid. Het gaat over de feitelijke effecten waarvan het individu zich
niet bewust hoeft te zijn. Men kan denken dat ze een nuttig leven leiden terwijl dat niet zo
is.
Satisfactie
De uitkomsten van het leven voor het individu zelf. De persoonlijke beleving van het
bestaan en de neerslag daarvan in ene gevoel van voldoening.
Powerpoints Living Theorie Week 1
Interieur