Klinische Neurologie
Hoofdstuk 10 Hersenvliezen en het cerebrospinale liquorsysteem
10.1 Drie hersenvliezen omgeven het CZS
Het hersenparenchym wordt aan de buitenkant bedekt met dun vlies, pia mater. Daarover ligt het
arachnoidea, deze sluit niet aan omdat dan de subarachnoidale ruimte ontstaat, hier stroomt liquor
cerebrospinalis. Ook liggen in deze ruimte bloedvaten (cirkel willis vooral). Op het arachnoidea ligt
het dura mater. Dit sluit aan op het schedelbot en vormt diepe plooien zodat de falx cerebri en het
tentorium cerebelli worden gevormd. In het dura bevinden zich dus ruimtes, het veneuze sinus
systeem. In de dura van sprake zijn van een veneuze sinustrombose en een stoornis in de liquor
afvoer.
10.2 Productie en afvoer van liquor
Liquor wordt gemaakt in de plexus choroideus van beide zijventrikels en een beetje in de 3e en 4e . Er
wordt 500ml per dag geproduceerd en 1 persoon heeft 80-180 ml cerebrospinale vloeistof.
Liquor gaat van de zijventrikels, via de 3e en 4e naar de basale cisternen, omlaag naar de cauda van
het RM. Het geheel van liquor ruimten wordt intrathecale ruimte genoemd.
10.3 Afname van liquor via een lumbaalpunctie
De functie van liquor is bescherming CZS en zorgen een chemisch stabiel milieu.
Via een punctie tussen de wervels is het goed mogelijk liquor af te tappen. Indien een patiënt wordt
verdacht van verhoogde intracraniële druk door tumor/bloeding mag geen lumbaal punctie, er kan
dan een tonsillaire in klemming plaatsvinden. Ook bij een supratentorieel ruimte-innemend proces
kan er inklemming medaile zijde van de temporaal kwam ontstaan (pretentoriële inklemming).
Voor een punctie moet dus neurologisch onderzoek gedaan zijn dmv een fundoscopie (kan ruimte
innemend proces opsporen). Bij twijfel komt er een hersenscan.
Indien alleen verhoogde liquor druk, is dit een indicatie voor een punctie. Dit kan ontstaan door
meningitis, hydrocefalie en idopatische intracraniële hypertensie.
Bij een compressio medullae wordt geen lumbaal punctie gedaan. Andere contra-indicaties:
versterkte bloedingsneiging en een lokaal geïnfecteerde huid.
De lumbaal punctie is makkelijk uitvoerbaar, mogelijk zonder anesthesie en wordt gedaan bij L3-L4.
Het is ongevaarlijk als de patiënt geen contra-indicaties heeft.
10.4 Drukmeting geeft informatie voer afvloedbelemmering en blokkades in het liquor systeem
Wanneer de naald is ingebracht, kunnen drukveranderingen worden gemeten. In ontspannen
toestand is dit 20 cm water. Persen verhoogd de liquordruk. Druk op beide venae jurularis verstoord
de veneuze afvloed van het hoofd, de liquor druk stijgt. Als bij de meting dan ook de druk stijgt is er
geen blokkade. MRI is ook makkelijk te gebruiken hiervoor.
10.5 Analyse van de liquor
Normaal liquor bevat max. 5 cellen met MM2 , dit zijn lymfocyten en monocyten. Glucose in de
liquor is afkomstig van bloed. Caudaal bedraagt de concentratie 2/3 van de bloedwaarde t.o.v.
intracranieel. Eiwit is ook afkomstig van bloed. Het eiwit gehalte neem caudaal toe. Een klein deel
Hoofdstuk 10 Hersenvliezen en het cerebrospinale liquorsysteem
10.1 Drie hersenvliezen omgeven het CZS
Het hersenparenchym wordt aan de buitenkant bedekt met dun vlies, pia mater. Daarover ligt het
arachnoidea, deze sluit niet aan omdat dan de subarachnoidale ruimte ontstaat, hier stroomt liquor
cerebrospinalis. Ook liggen in deze ruimte bloedvaten (cirkel willis vooral). Op het arachnoidea ligt
het dura mater. Dit sluit aan op het schedelbot en vormt diepe plooien zodat de falx cerebri en het
tentorium cerebelli worden gevormd. In het dura bevinden zich dus ruimtes, het veneuze sinus
systeem. In de dura van sprake zijn van een veneuze sinustrombose en een stoornis in de liquor
afvoer.
10.2 Productie en afvoer van liquor
Liquor wordt gemaakt in de plexus choroideus van beide zijventrikels en een beetje in de 3e en 4e . Er
wordt 500ml per dag geproduceerd en 1 persoon heeft 80-180 ml cerebrospinale vloeistof.
Liquor gaat van de zijventrikels, via de 3e en 4e naar de basale cisternen, omlaag naar de cauda van
het RM. Het geheel van liquor ruimten wordt intrathecale ruimte genoemd.
10.3 Afname van liquor via een lumbaalpunctie
De functie van liquor is bescherming CZS en zorgen een chemisch stabiel milieu.
Via een punctie tussen de wervels is het goed mogelijk liquor af te tappen. Indien een patiënt wordt
verdacht van verhoogde intracraniële druk door tumor/bloeding mag geen lumbaal punctie, er kan
dan een tonsillaire in klemming plaatsvinden. Ook bij een supratentorieel ruimte-innemend proces
kan er inklemming medaile zijde van de temporaal kwam ontstaan (pretentoriële inklemming).
Voor een punctie moet dus neurologisch onderzoek gedaan zijn dmv een fundoscopie (kan ruimte
innemend proces opsporen). Bij twijfel komt er een hersenscan.
Indien alleen verhoogde liquor druk, is dit een indicatie voor een punctie. Dit kan ontstaan door
meningitis, hydrocefalie en idopatische intracraniële hypertensie.
Bij een compressio medullae wordt geen lumbaal punctie gedaan. Andere contra-indicaties:
versterkte bloedingsneiging en een lokaal geïnfecteerde huid.
De lumbaal punctie is makkelijk uitvoerbaar, mogelijk zonder anesthesie en wordt gedaan bij L3-L4.
Het is ongevaarlijk als de patiënt geen contra-indicaties heeft.
10.4 Drukmeting geeft informatie voer afvloedbelemmering en blokkades in het liquor systeem
Wanneer de naald is ingebracht, kunnen drukveranderingen worden gemeten. In ontspannen
toestand is dit 20 cm water. Persen verhoogd de liquordruk. Druk op beide venae jurularis verstoord
de veneuze afvloed van het hoofd, de liquor druk stijgt. Als bij de meting dan ook de druk stijgt is er
geen blokkade. MRI is ook makkelijk te gebruiken hiervoor.
10.5 Analyse van de liquor
Normaal liquor bevat max. 5 cellen met MM2 , dit zijn lymfocyten en monocyten. Glucose in de
liquor is afkomstig van bloed. Caudaal bedraagt de concentratie 2/3 van de bloedwaarde t.o.v.
intracranieel. Eiwit is ook afkomstig van bloed. Het eiwit gehalte neem caudaal toe. Een klein deel