Mensen zijn eigenlijk maar rare wezens. We hebben geen klauwen, manen, scherpe tanden,
indrukwekkende veren of iets anders waarmee we indruk maken of ons kunnen verdedigen. Maar
een bijzondere eigenschap van de mens, die dieren niet hebben is: taal! Dieren kunnen wel met
elkaar communiceren onderling maar een echte taal met ‘woorden’ voor alles om zich heen hebben
ze niet en dat is een groot onderscheid tussen mensen en dieren.
Doordat we een taal hebben kunnen we ook datgene wat we niet kunnen zien benoemen.
Voorbeelden hiervan zijn vroeger, de toekomst of mentale dingen zoals emoties. En we kunnen met
elkaar communiceren, ik kan vertellen wat ik denk tegen jou en andersom.
Door taal kunnen we onze gedachten ook vereeuwigen, door ze op te schrijven. Taal is ook cruciaal
voor mensen om te kunnen overleven. We hebben het sociale contact dat eruit voortvloeit nodig.
The building blocks of language
Wanneer je taal bestudeert zie je een hierarchie van kleine onderdelen die samen een zin vormen.
Door de combinatie van de basisdeeltjes kunnen veel verschillende woorden gemaakt worden. We
hebben dus eigenlijk niet zo heel veel verschillende basisdeeltjes. Deze basisklanken vormen samen
dus een woord. De woorden vormen samen zinsdelen en deze zinsdelen samen vormen een zin. Deze
worden hieronder apart besproken.
The sound units
Om te kunnen praten adem je lucht uit terwijl je je stembanden op een bepaalde manier beweegt
zodat er geluid bestaat. Een mens kan ontzettend veel geluiden maken, maar iedere taal maakt
gebruik van een aantal basisklanken. Deze basisklanken worden ‘phonemes’ genoemd (denk aan
‘fonetisch uitspreken’) en zijn per taal verschillend. Hierdoor is het voor buitenlanders moeilijk om
bepaalde Nederlandse woorden uit te spreken. Ze zijn namelijk niet gewend om deze phonemes in
een hun taal te gebruiken. Ook de plaats van de phonemes zijn van belang. Sommige
klanken(combinaties) komen gewoon niet voor aan het begin van een woord, maar zijn prima in het
midden of aan het einde van een woord, zoals kj. Dit zul je niet snel aan het begin van een
Nederlands woord vinden maar in het woord ‘pakje’ kan het wel. En voor een andere taal kan dit
juist een heel normale combinatie zijn.
Verder kunnen talen van elkaar verschillen in ritme, accent, toon en lettergrepen. Sommige talen
hebben na vrijwel iedere klinker een medeklinker terwijl andere talen vrijwel geen gebruik maken
van klinkers.
Morphemes and words
De volgende laag in de hierarchie zijn de morphemes. Hier worden de phonemes bij elkaar gevoegd.
Morphemes zijn de kleinste stukjes taal met een betekenis, het zijn de lettergrepen. Morphemes (of
meerdere morphemes) maken woorden.
Content morphemes and function morphemes
Er zijn 2 soorten morphemes:
Content morphemes. Dit zijn woorden die bestaan uit 1 lettergreep zoals man.
Function morphemes. Dit zijn lettergrepen die op zichzelf geen woord zijn maar samen een
woord maken, vaak hebben ze grammaticaal van belang, zoals -nen in het woord mannen.
De klemtoon van het woord ligt vaak op de content morphemes, hierdoor ontstaat een ritme tijdens
het praten. Ook de plaats van de content- en function morphemes is van belang, net als bij
phonemes.
Phrases and sentences