HC traumapatient
Buiktrauma’s ontstaan meer door:
- Ribben beschermen de organen minder goed
- Organen liggen verder naar onderen
- De buikmusculatuur is minder goed
- Kinderen kennen geen gevaar
- Kinderen zijn erg competatief en zoeken gevaar op
- Experimenteel gedrag
- Kinderen stoppen alles in z’n mond; hebben niet de associatie dat het vies is.
o Bij gifstoffen kan je norix geven; brengt een kapsel om het gif zodat het het
lichaam uit gaat, zonder dat het heel veel schade aanricht.
Opvang op SEH:
- Trauma room
- Ambulancedienst bepaalt naar aanleiding van de ernst van de aandoeningen waar hij
naar toe gaat.
- Traumateam: traumatoloog, anesthesioloog, kinderneuroloog, kinderarts,
kinderchirurg, 2 verpleegkundigen; anesthesist staat vaak aan het hoofd.
- Op whiteboard schrijf je de gehele ABCDE op
Wekadvies:
- Met name bij een kleine bloeding (Subarachnoidaal is heel berucht), heb je in de
eerste uren nergens last van. In de loop van de avond gaat hij klagen; hoofdpijn,
misselijk, reageert minder alert. Dan is hij dus aan het uitbreiden. Daarom wil je
iemand a 2 uur wekken.
Buikletsel:
- In het begin vaak nog niet veel buikklachten. Als de lever of de milt scheuren (zit een
kapsel om heen); zie je dat je in het begin niet merkt dat je bloed, doordat het kapsel
dat bloed opvangt. Maar op begeven moment zie je dat het kapsel erg gaat uitrekken
en krijg je pijn. In het begin zie je op de echo dus ook niet altijd dat een lever/milt
bloedt. Symptomen zijn: snel, oppervlakkig ademen, want ademen doet pijn.
Opgezette, gespannen buik. Buik wordt plank hard. Je voelt een weerstand, doordat
bloed de buikspieren prikkelt --> musculus devance (ofzo).
- Peritoneale prikkeling: vraag je: hoe was het ritje naar het ziekenhuis toe? Als ze dan
aangeven dat elke drempel veel pijn deed, weet je dat hij dan peritoneal geprikkeld is.
Ook zal je de hoofdleuning naar beneden doen (hij zal dan zn benen optrekken) om
te kijken hoe hij gaat liggen, slaat een keer ‘perongeluk’ tegen het bed, etc. Je ziet
ook drukpijn. Ze bewegen echt helemaal niet, liggen helemaal stil.
Ouders:
- Iemand moet ouders goed vertellen wat er precies aan de hand is.
- Laat moeder het liefst het dichtst bij haar kind staan, zodat het kind moeder ook kan
zien.
Ontwikkeling kind
- In een acute situatie zie je: regressieverschijnselen: kind gaat terug in de
ontwikkeling. Als hij normaal zindelijk was, kan hij nu ineens weer in zn bed plassen.
Dit komt door de acute, onvoorspelbare situatie waarin het kind terecht komt. Dit is
een tijdelijke reactie.
- Kinderen met een chronische ziekte gaan juist vaak vooruit in de ontwikkeling. Zij
gedragen zich veel ouders. Sociaal lopen ze vaak wat achter, maar zeker qua
medische kennis lopen ze heel erg voor. Daarom hebben kinderen ook last om
Buiktrauma’s ontstaan meer door:
- Ribben beschermen de organen minder goed
- Organen liggen verder naar onderen
- De buikmusculatuur is minder goed
- Kinderen kennen geen gevaar
- Kinderen zijn erg competatief en zoeken gevaar op
- Experimenteel gedrag
- Kinderen stoppen alles in z’n mond; hebben niet de associatie dat het vies is.
o Bij gifstoffen kan je norix geven; brengt een kapsel om het gif zodat het het
lichaam uit gaat, zonder dat het heel veel schade aanricht.
Opvang op SEH:
- Trauma room
- Ambulancedienst bepaalt naar aanleiding van de ernst van de aandoeningen waar hij
naar toe gaat.
- Traumateam: traumatoloog, anesthesioloog, kinderneuroloog, kinderarts,
kinderchirurg, 2 verpleegkundigen; anesthesist staat vaak aan het hoofd.
- Op whiteboard schrijf je de gehele ABCDE op
Wekadvies:
- Met name bij een kleine bloeding (Subarachnoidaal is heel berucht), heb je in de
eerste uren nergens last van. In de loop van de avond gaat hij klagen; hoofdpijn,
misselijk, reageert minder alert. Dan is hij dus aan het uitbreiden. Daarom wil je
iemand a 2 uur wekken.
Buikletsel:
- In het begin vaak nog niet veel buikklachten. Als de lever of de milt scheuren (zit een
kapsel om heen); zie je dat je in het begin niet merkt dat je bloed, doordat het kapsel
dat bloed opvangt. Maar op begeven moment zie je dat het kapsel erg gaat uitrekken
en krijg je pijn. In het begin zie je op de echo dus ook niet altijd dat een lever/milt
bloedt. Symptomen zijn: snel, oppervlakkig ademen, want ademen doet pijn.
Opgezette, gespannen buik. Buik wordt plank hard. Je voelt een weerstand, doordat
bloed de buikspieren prikkelt --> musculus devance (ofzo).
- Peritoneale prikkeling: vraag je: hoe was het ritje naar het ziekenhuis toe? Als ze dan
aangeven dat elke drempel veel pijn deed, weet je dat hij dan peritoneal geprikkeld is.
Ook zal je de hoofdleuning naar beneden doen (hij zal dan zn benen optrekken) om
te kijken hoe hij gaat liggen, slaat een keer ‘perongeluk’ tegen het bed, etc. Je ziet
ook drukpijn. Ze bewegen echt helemaal niet, liggen helemaal stil.
Ouders:
- Iemand moet ouders goed vertellen wat er precies aan de hand is.
- Laat moeder het liefst het dichtst bij haar kind staan, zodat het kind moeder ook kan
zien.
Ontwikkeling kind
- In een acute situatie zie je: regressieverschijnselen: kind gaat terug in de
ontwikkeling. Als hij normaal zindelijk was, kan hij nu ineens weer in zn bed plassen.
Dit komt door de acute, onvoorspelbare situatie waarin het kind terecht komt. Dit is
een tijdelijke reactie.
- Kinderen met een chronische ziekte gaan juist vaak vooruit in de ontwikkeling. Zij
gedragen zich veel ouders. Sociaal lopen ze vaak wat achter, maar zeker qua
medische kennis lopen ze heel erg voor. Daarom hebben kinderen ook last om