Noor/Joost zit in haar/zijn eindexamenjaar. Zij/hij staat er matig voor. De spanning
rondom de schoolexamens is groot. Zij/hij heeft op school veel plezier met een
groepje dat van feesten houdt. Ze zitten door de week vaak bij elkaar, drinken
alcohol en blowen regelmatig. Joost/ Noor wordt opgenomen i.v.m een alcohol
intoxicatie. Op de SEH is haar/zijn maag leeggepompt. Zij/hij heeft nog een
maaghevel en een waakinfuus. Joost/Noor is erg geschrokken en moet een
nachtje blijven ter observatie.
Student: jij loopt stage op de afdeling Interne geneeskunde en staat vandaag bij
Noor/Joost. Zij/hij voelt zich alweer iets beter en wil heel graag weer snel naar
huis. Joost/Noor is erg geschrokken en begrijpt heel goed dat er iets moet
veranderen in haar/zijn levensstijl.
VTV Rubrics 1.3 en 1.4
1.Bij Joost/Noor moeten de volgende vitale functies worden gemeten: Bloeddruk,
pols en ademhaling. De waarden moeten vervolgens geregistreerd worden.
2. Joost/Noor heeft nog een (waak)infuus waarvan de zak en toedieningssysteem
vervangen moeten worden. Hij krijg 500 cc NaCL 0,9% in 24 uur.
COVA Rubrics 1.1 en 1.2
Ga het gesprek aan en kijk wat deze patiënt nodig heeft; baseer daarop je keuzes
in het gesprek.
Klinisch redeneren / AFPF/ Verpleegproces/ Rubrics 2 en 3
Verwoord tijdens de debriefing de keuzes die je hebt gemaakt op basis van
onderdeel 3 in de Rubrics.
Ethisch redeneren Rubrics 4
Verwoord tijdens de debriefing de door jouw gemaakte keuzes op basis van
onderdeel 4 in de Rubrics.
Veiligheid waarborgen voor patiënt en zichzelf Rubrics 5
Verwoord tijdens de debriefing de door jouw gemaakte keuzes op basis van
onderdeel 5 in de Rubrics.