Rechtsgeschiedenis
A. Wat wordt bestudeerd in de privaatrechtsgeschiedenis?
Recht: het geheel van sanctioneerbare regels die het leven in een gemeenschap regelen.
Rechtsgeschiedenis: studie van het recht doorheen de eeuwen. Soms kan men een regel
logisch verklaren maar soms kan men een regel enkel verklaren door kennis van de
historische achtergrond.
Interne rechtsgeschiedenis: de ontwikkeling van de rechtsregels.
Externe rechtsgeschiedenis: de materiële bronnen, de formele bronnen en de
kenbronnen van het recht. In sommige gevallen ook het gerechtelijk recht (regelt de
procedure).
Materiële bronnen van het recht: Rechtsregels bieden oplossingen voor problemen die in
de maatschappij heersen, zo zorgen zijn voor een betere organisatie van de
maatschappij. Het gaat dus over het ontstaan van de regel.
Formele bronnen van het recht: deze bepalen rechtstreeks de vorm en het uitzicht van
een rechtsregel, het gaat over de inhoud van de regel. Hierin zijn verschillende
categorieën;
De maatschappij: de gewoonte; geheel van oude, contante, ongeschreven regels
die uitdrukken hoe men moet handelen en die als recht worden beschouwd.
De overheid: wet: elk algemeen, bindend voorschrift uitgevaardigd door de
bevoegde overheid.
De rechtspraak: beslissingen over concrete geschillen door een rechter.
De rechtsleer: de mening van de personen die het recht bestuderen.
Privaatrecht: verhoudingen tussen de burgers.
Publiekrecht: de verhoudingen tussen de burgers en de overheid en tussen de overheden
onderling.
Deze tweedeling stemt echter niet overeen met de realiteit. Omdat bepaalde gebieden
van het recht niet in 1 vakje gestopt kunnen worden (bv: sociaal recht). Een geval apart
is het strafrecht; dit is een mengeling van publiek en privaatrecht.
In de 12de eeuw had het privaatrecht de overmacht, de straffen waren vooral boetes.
Deze boetes bestonden uit twee delen; faidus 2/3de ( gaat naar het slachtoffer of zijn
familie) en de fredus 1/3de(gaat naar de koning, als vergoeding voor het verbreken van
de openbare vrede).
Vanaf de 11de eeuw komt er een tegenbeweging op gang, de overheid begint veel
actiever de orde te handhaven, ze zullen voortaan delinquenten vervolgen.
Al van bij de Romeinen heerste het onderscheidt tussen privaat en publiekrecht, zij
hielden hier echter niet veel rekening mee. Met de Germaanse invallen verdween het
onderscheidt. Maar stilaan nam het besef van de specifieke rechten van de overheid
terug toe maar een strikte scheiding was er nog niet. Pas in de 17 de eeuw begon men
privaat tegenover openbaar belang te plaatsen.
1
A. Wat wordt bestudeerd in de privaatrechtsgeschiedenis?
Recht: het geheel van sanctioneerbare regels die het leven in een gemeenschap regelen.
Rechtsgeschiedenis: studie van het recht doorheen de eeuwen. Soms kan men een regel
logisch verklaren maar soms kan men een regel enkel verklaren door kennis van de
historische achtergrond.
Interne rechtsgeschiedenis: de ontwikkeling van de rechtsregels.
Externe rechtsgeschiedenis: de materiële bronnen, de formele bronnen en de
kenbronnen van het recht. In sommige gevallen ook het gerechtelijk recht (regelt de
procedure).
Materiële bronnen van het recht: Rechtsregels bieden oplossingen voor problemen die in
de maatschappij heersen, zo zorgen zijn voor een betere organisatie van de
maatschappij. Het gaat dus over het ontstaan van de regel.
Formele bronnen van het recht: deze bepalen rechtstreeks de vorm en het uitzicht van
een rechtsregel, het gaat over de inhoud van de regel. Hierin zijn verschillende
categorieën;
De maatschappij: de gewoonte; geheel van oude, contante, ongeschreven regels
die uitdrukken hoe men moet handelen en die als recht worden beschouwd.
De overheid: wet: elk algemeen, bindend voorschrift uitgevaardigd door de
bevoegde overheid.
De rechtspraak: beslissingen over concrete geschillen door een rechter.
De rechtsleer: de mening van de personen die het recht bestuderen.
Privaatrecht: verhoudingen tussen de burgers.
Publiekrecht: de verhoudingen tussen de burgers en de overheid en tussen de overheden
onderling.
Deze tweedeling stemt echter niet overeen met de realiteit. Omdat bepaalde gebieden
van het recht niet in 1 vakje gestopt kunnen worden (bv: sociaal recht). Een geval apart
is het strafrecht; dit is een mengeling van publiek en privaatrecht.
In de 12de eeuw had het privaatrecht de overmacht, de straffen waren vooral boetes.
Deze boetes bestonden uit twee delen; faidus 2/3de ( gaat naar het slachtoffer of zijn
familie) en de fredus 1/3de(gaat naar de koning, als vergoeding voor het verbreken van
de openbare vrede).
Vanaf de 11de eeuw komt er een tegenbeweging op gang, de overheid begint veel
actiever de orde te handhaven, ze zullen voortaan delinquenten vervolgen.
Al van bij de Romeinen heerste het onderscheidt tussen privaat en publiekrecht, zij
hielden hier echter niet veel rekening mee. Met de Germaanse invallen verdween het
onderscheidt. Maar stilaan nam het besef van de specifieke rechten van de overheid
terug toe maar een strikte scheiding was er nog niet. Pas in de 17 de eeuw begon men
privaat tegenover openbaar belang te plaatsen.
1