Samenvatting Histologie
Bot 1 e BA bmw
Delen van pijpbeenderen:
- moeten zeer stevig en licht zijn afwisseling van botweefsel en holten
morfologisch onderscheid tss: - compact bot (=dicht opeengepakt rond 1 mergholte-
- spongieus bot (= veel dunne botbalkjes met open ruimten)
holten opgevuld met geel/rood beenmerg (bloedcelvorming)
- matrix verkalkt opslag calcium, fosfor & andere mineralen
- botweefsel continu heropgebouwd en afgebroken
osteoblast = botopbouwende cellen
osteocyt = volwassen botcellen
osteoclast = botafbrekende cellen
- Diafyse: centraal cilindervormig deel wand = compact bot
centrum = hol: mergholte (geel beenmerg)
- Epifyse: knots aan beide uiteinden aanhechting spieren
spongieus bot met rood beenmerg
ah opp. bedekt met glad hyalien = gewrichtsKB
Ft: opvangen schokken, vlotte beweging
- Epifysaire groeischijf (enkel tijdens groei): laag KB tss epi- en diafyse
- Periost (beenvlies): - bedekt buitenopp. Beenderen
- bestaat uit dicht collageen BW vezels lopen in
lengterichting
- binnen laag = veel cellen (osteogeen) (gelegen tegen het botweefsel)
- buitenlaag = veel vezels (fibreus)
- collageenvezels dringen in bot: uiterst stevige verankering via ‘vezels van sharpey’
- bevat BV die in botweefsel dringen sterk gevasculariseerd
! Essentieel voor overleven en vorming van bot !
- Endost(eum): - bedekt binnenopp vd diafysewand
- omgeeft mergholte van lange pijpbeenderen en hiermee verbonden kanaaltjes
- = dun epitheliaal vlies, geen BW!
Algemeen:
- gespecialiseerde vorm van BW bestaande uit botcellen en verkalkte botmatrix
- druk en trek bestendig
- matrix bestaat uit 60% kalkzouten (verharding)
- Ft: - steun geraamte
- bescherming organen bv. schedel, thorax
- beweging scharnieren tov elkaar, hefboom, aanhechting spieren
- aanmaak BC in het rood beenmerg in mergholten
- opslagfunctie reservoir voor mineralen
Extracellulaire matrix = botmatrix:
- bestaat uit: Anorganische zouten vnl. Ca, PO4 vormen hydroxy-apatietkristallen (30nm-3nm)
te weining? zachte botten
zorgen voor verkalking, bepaald hardheid bot
Na, Mg
Organische matrix - 95% collageen type 1 (stevig)
- rest = amorfe grondsubstantie
GAG’s, struc. Glycoprot en protglyc
! De nauwe binding tss Hydroxy-appatiet en collageen geeft hardheid/stevigheid aan bot !
naaldvormige kristallen zichtbaar met TEM omgeven door amorfe tussenstof en hydratatiemantel
1
, Samenvatting Histologie
Bot 1 e BA bmw
Indeling botcellen:
Osteoblasten:
- aanmaak org. Componenten botmatrix prodn actief Osteoïd(collageen type 1)
- uitgebreid RER en GA
- ontstaan uit Osteoprogenitorcellen
- liggen aaneengesloten in rijen aan het opp. = osteoblastenzoom zijn gepolariseerd
verliezen polariteit bij toename matrixsynthese osteoblasten ingesloten
osteocyten
Osteocyten:
- ‘volwassen botcellen’ liggen in lacunes(uitsparingen) in de matrix
- bezitten heel fijne uitlopers via nexusverbn contact maken met uitloper naburige osteocyten
vervoer nutriënten door cellen
- uitlopers zitten in fijne kanaaltjes in de matrix ‘canaliculi’ diffusie wel
mogelijk (pompfunctie)
- weinig RER en GA delen niet, wel metabolisch actief
- rustende > actieve
- staan in voor behoud en vervanging matrix
Osteoclasten:
- gaan botmatrix afbreken ionen vrijstellen belangrijk voor bloedplasmaconc.
(actieve erosie botmineralen)
- ontstaan in beenmerg door fusie monocyten/progenitorcellen oiv osteoblasten en beenmergcellen
- inactieve: bevatten veel MT en zure vesikels
- Osteoclast op botmatrix vorming ‘sealing zone’ ontstaat ‘subosteoclastcompartiment’ het deel dat naar
dit comp. Gericht is wordt vergroot ontstaan ‘ruffled border’
botresorptie kan starten: - zure vesikels breken anorg comp af adhv ATP
protonenpomp pH verlagen
- organ matrix afgebroken door enzymen die werken bij deze lage pH
- Hoge conc. Ca is inccompatibel met intracellulaire activiteit
enkel afbraak bij te laag Ca gehalte in bloed
bij voldoende resorptie, osteoclast verplaatst naar lacune van Howship
- Osteoclast heeft receptoren voor calcitonine (remt botafbraak)
geen receptoren voor parathyreoïd hormoon (stimuleert)
effect komt indirect via osteoblasten die cytokines produceren,
osteoclast stimulerende factor
Soorten botweefsel
!microscopisch zijn volwassen compact & spongieus bot opgebouwd volgens hetzelfde principe = lamellair bot!
Lamellair bot:
- lamellen zijn platen van 3-7µm dik uit verkalkte botmatrix collagene vezels lopen spiraalsgewijs
- compact bot: lamellen concentrisch geschikt rond centraal kanaal
duidelijk ontwikkeld in diafyse van lange pijpbeenderen
opgebouwd uit: - cilindervormige struct eenheden (= osteonen of systemen van Havers) lengterichting
kanaal van havers bevat: BV, Zenuwen en LV kanalen verbonden met elkaar door:
- Kanalen van Volkmann (zelfde inhoud)
- Generale lamellen: lamellen evw. Aan botoppervlak en grenst aan het periost en endost
2
Bot 1 e BA bmw
Delen van pijpbeenderen:
- moeten zeer stevig en licht zijn afwisseling van botweefsel en holten
morfologisch onderscheid tss: - compact bot (=dicht opeengepakt rond 1 mergholte-
- spongieus bot (= veel dunne botbalkjes met open ruimten)
holten opgevuld met geel/rood beenmerg (bloedcelvorming)
- matrix verkalkt opslag calcium, fosfor & andere mineralen
- botweefsel continu heropgebouwd en afgebroken
osteoblast = botopbouwende cellen
osteocyt = volwassen botcellen
osteoclast = botafbrekende cellen
- Diafyse: centraal cilindervormig deel wand = compact bot
centrum = hol: mergholte (geel beenmerg)
- Epifyse: knots aan beide uiteinden aanhechting spieren
spongieus bot met rood beenmerg
ah opp. bedekt met glad hyalien = gewrichtsKB
Ft: opvangen schokken, vlotte beweging
- Epifysaire groeischijf (enkel tijdens groei): laag KB tss epi- en diafyse
- Periost (beenvlies): - bedekt buitenopp. Beenderen
- bestaat uit dicht collageen BW vezels lopen in
lengterichting
- binnen laag = veel cellen (osteogeen) (gelegen tegen het botweefsel)
- buitenlaag = veel vezels (fibreus)
- collageenvezels dringen in bot: uiterst stevige verankering via ‘vezels van sharpey’
- bevat BV die in botweefsel dringen sterk gevasculariseerd
! Essentieel voor overleven en vorming van bot !
- Endost(eum): - bedekt binnenopp vd diafysewand
- omgeeft mergholte van lange pijpbeenderen en hiermee verbonden kanaaltjes
- = dun epitheliaal vlies, geen BW!
Algemeen:
- gespecialiseerde vorm van BW bestaande uit botcellen en verkalkte botmatrix
- druk en trek bestendig
- matrix bestaat uit 60% kalkzouten (verharding)
- Ft: - steun geraamte
- bescherming organen bv. schedel, thorax
- beweging scharnieren tov elkaar, hefboom, aanhechting spieren
- aanmaak BC in het rood beenmerg in mergholten
- opslagfunctie reservoir voor mineralen
Extracellulaire matrix = botmatrix:
- bestaat uit: Anorganische zouten vnl. Ca, PO4 vormen hydroxy-apatietkristallen (30nm-3nm)
te weining? zachte botten
zorgen voor verkalking, bepaald hardheid bot
Na, Mg
Organische matrix - 95% collageen type 1 (stevig)
- rest = amorfe grondsubstantie
GAG’s, struc. Glycoprot en protglyc
! De nauwe binding tss Hydroxy-appatiet en collageen geeft hardheid/stevigheid aan bot !
naaldvormige kristallen zichtbaar met TEM omgeven door amorfe tussenstof en hydratatiemantel
1
, Samenvatting Histologie
Bot 1 e BA bmw
Indeling botcellen:
Osteoblasten:
- aanmaak org. Componenten botmatrix prodn actief Osteoïd(collageen type 1)
- uitgebreid RER en GA
- ontstaan uit Osteoprogenitorcellen
- liggen aaneengesloten in rijen aan het opp. = osteoblastenzoom zijn gepolariseerd
verliezen polariteit bij toename matrixsynthese osteoblasten ingesloten
osteocyten
Osteocyten:
- ‘volwassen botcellen’ liggen in lacunes(uitsparingen) in de matrix
- bezitten heel fijne uitlopers via nexusverbn contact maken met uitloper naburige osteocyten
vervoer nutriënten door cellen
- uitlopers zitten in fijne kanaaltjes in de matrix ‘canaliculi’ diffusie wel
mogelijk (pompfunctie)
- weinig RER en GA delen niet, wel metabolisch actief
- rustende > actieve
- staan in voor behoud en vervanging matrix
Osteoclasten:
- gaan botmatrix afbreken ionen vrijstellen belangrijk voor bloedplasmaconc.
(actieve erosie botmineralen)
- ontstaan in beenmerg door fusie monocyten/progenitorcellen oiv osteoblasten en beenmergcellen
- inactieve: bevatten veel MT en zure vesikels
- Osteoclast op botmatrix vorming ‘sealing zone’ ontstaat ‘subosteoclastcompartiment’ het deel dat naar
dit comp. Gericht is wordt vergroot ontstaan ‘ruffled border’
botresorptie kan starten: - zure vesikels breken anorg comp af adhv ATP
protonenpomp pH verlagen
- organ matrix afgebroken door enzymen die werken bij deze lage pH
- Hoge conc. Ca is inccompatibel met intracellulaire activiteit
enkel afbraak bij te laag Ca gehalte in bloed
bij voldoende resorptie, osteoclast verplaatst naar lacune van Howship
- Osteoclast heeft receptoren voor calcitonine (remt botafbraak)
geen receptoren voor parathyreoïd hormoon (stimuleert)
effect komt indirect via osteoblasten die cytokines produceren,
osteoclast stimulerende factor
Soorten botweefsel
!microscopisch zijn volwassen compact & spongieus bot opgebouwd volgens hetzelfde principe = lamellair bot!
Lamellair bot:
- lamellen zijn platen van 3-7µm dik uit verkalkte botmatrix collagene vezels lopen spiraalsgewijs
- compact bot: lamellen concentrisch geschikt rond centraal kanaal
duidelijk ontwikkeld in diafyse van lange pijpbeenderen
opgebouwd uit: - cilindervormige struct eenheden (= osteonen of systemen van Havers) lengterichting
kanaal van havers bevat: BV, Zenuwen en LV kanalen verbonden met elkaar door:
- Kanalen van Volkmann (zelfde inhoud)
- Generale lamellen: lamellen evw. Aan botoppervlak en grenst aan het periost en endost
2