De Taaltoets-pabo haal je zo – Hans de Weerdt
In de taaltoets van de pabo zi0en de volgende onderdelen:
- Spelling (50 vragen)
- Formuleren (40 vragen)
- Interpunc1e (20 vragen)
- Basisgramma1ca (40 vragen – 20 taalkundig ontleden, 20 redekundig ontleden)
Je moet 113 van de 150 vragen goed hebben (75,3%).
SPELLING WERKWOORDEN
Welke 1jd? Regel Voorbeeld
Persoonsvorm Gebruik het woord lopen als
tegenwoordige Ijd voorbeeld.
Ik loop gek. à Ik word gek.
Hoor je in lopen geen t? Dan alleen de Loop jij gek? à Word jij gek?
stam (ik-vorm).
Hoor je in lopen een t? Dan stam + t. Jij loopt gek à Jij wordt gek.
Hij loopt gek à Hij wordt gek.
Persoonsvorm verleden Ijd Schrijf het woord zoals je het hoort. Ik werd boos.
(sterk ww) Vond jij het goed?
Een sterk werkwoord eindigt in de
verleden Ijd nooit op dt. Hij werd boos.
Jij vond het goed.
Persoonsvorm verleden Ijd Stam + de (enkelvoud) Ik wandelde.
(zwak ww) Stam + den (meervoud) Wij wandelden.
Stam + te (enkelvoud) Ik lachte.
Stam + ten (meervoud) Wij lachten.
Voltooid deelwoord Gebruik ’t exkofschip.
Staat de laatste le0er van de stam er Boff(en): Ik heb geboft.
wel in? Dan +t. Fax(en): Die brief wordt gefaxt.
Staat de laatste le0er van de stam er Verhuiz(en): We zijn verhuisd.
niet in? Dan +d. Krabb(en): Ik ben gekrabd.
Werkwoord als bijvoeglijk Maak van het bijvoeglijk naamwoord
naamwoord een voltooid dw.
- Eindigt het voltooid deelwoord op De bomen zijn geplant. à De geplante
een d of een t? à zo kort mogelijk. bomen.
Het schip is gestrand. à Het gestrande
schip.
- Eindigt het voltooid deelwoord op
en? à bijvoeglijk naamwoord eindigt Het vlees is gebraden. à Het gebraden
ook op en. vlees.
Het ijs is gesmolten. à Het gesmolten
ijs.
InfiniIef (hele werkwoord) - Als het alles van hierboven niet is. Hij moest die folders gisteren
Dus niet: persoonsvorm, voltooid verspreiden.
deelwoord of werkwoord als bijv. Had je niet even kunnen wachten?
naamwoord.
- Na het woord te schrijf je ook een Dat was te verwachten.
infiniIef. De te beantwoorden brief.
, Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd als Nederlandse werkwoorden. Een paar
voorbeelden:
Printen – prin0e – geprint
Downloaden – downloadde – gedownload
Rugbyen – rugbyde – gerugbyd
Let op! In sommige Engelse werkwoorden blija de laatste e van het hele werkwoord staan, omdat anders de
uitspraak verandert:
Timen – (hij) Imet – Imede – geImed
Saven – (hij) savet – savede – gesaved
Racen – (hij) racet – racete – geracet
Bijzondere werkwoorden (leer deze uit je hoofd):
Scoren – scoorde – gescoord
Choken – chookte – gechookt
In de taaltoets van de pabo zi0en de volgende onderdelen:
- Spelling (50 vragen)
- Formuleren (40 vragen)
- Interpunc1e (20 vragen)
- Basisgramma1ca (40 vragen – 20 taalkundig ontleden, 20 redekundig ontleden)
Je moet 113 van de 150 vragen goed hebben (75,3%).
SPELLING WERKWOORDEN
Welke 1jd? Regel Voorbeeld
Persoonsvorm Gebruik het woord lopen als
tegenwoordige Ijd voorbeeld.
Ik loop gek. à Ik word gek.
Hoor je in lopen geen t? Dan alleen de Loop jij gek? à Word jij gek?
stam (ik-vorm).
Hoor je in lopen een t? Dan stam + t. Jij loopt gek à Jij wordt gek.
Hij loopt gek à Hij wordt gek.
Persoonsvorm verleden Ijd Schrijf het woord zoals je het hoort. Ik werd boos.
(sterk ww) Vond jij het goed?
Een sterk werkwoord eindigt in de
verleden Ijd nooit op dt. Hij werd boos.
Jij vond het goed.
Persoonsvorm verleden Ijd Stam + de (enkelvoud) Ik wandelde.
(zwak ww) Stam + den (meervoud) Wij wandelden.
Stam + te (enkelvoud) Ik lachte.
Stam + ten (meervoud) Wij lachten.
Voltooid deelwoord Gebruik ’t exkofschip.
Staat de laatste le0er van de stam er Boff(en): Ik heb geboft.
wel in? Dan +t. Fax(en): Die brief wordt gefaxt.
Staat de laatste le0er van de stam er Verhuiz(en): We zijn verhuisd.
niet in? Dan +d. Krabb(en): Ik ben gekrabd.
Werkwoord als bijvoeglijk Maak van het bijvoeglijk naamwoord
naamwoord een voltooid dw.
- Eindigt het voltooid deelwoord op De bomen zijn geplant. à De geplante
een d of een t? à zo kort mogelijk. bomen.
Het schip is gestrand. à Het gestrande
schip.
- Eindigt het voltooid deelwoord op
en? à bijvoeglijk naamwoord eindigt Het vlees is gebraden. à Het gebraden
ook op en. vlees.
Het ijs is gesmolten. à Het gesmolten
ijs.
InfiniIef (hele werkwoord) - Als het alles van hierboven niet is. Hij moest die folders gisteren
Dus niet: persoonsvorm, voltooid verspreiden.
deelwoord of werkwoord als bijv. Had je niet even kunnen wachten?
naamwoord.
- Na het woord te schrijf je ook een Dat was te verwachten.
infiniIef. De te beantwoorden brief.
, Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd als Nederlandse werkwoorden. Een paar
voorbeelden:
Printen – prin0e – geprint
Downloaden – downloadde – gedownload
Rugbyen – rugbyde – gerugbyd
Let op! In sommige Engelse werkwoorden blija de laatste e van het hele werkwoord staan, omdat anders de
uitspraak verandert:
Timen – (hij) Imet – Imede – geImed
Saven – (hij) savet – savede – gesaved
Racen – (hij) racet – racete – geracet
Bijzondere werkwoorden (leer deze uit je hoofd):
Scoren – scoorde – gescoord
Choken – chookte – gechookt