RODE VLAGGEN REGIO LAGE RUG 2
CAS 1 HERNIA NUCLEI PULPOSI (HNP) 3
CAS 2 LUMBOSACRAAL RADICULAIR SYNDROOM (LRS) 4
ALGEMEEN BEHANDELPLAN CAS 1 + 2 (met motor control problemen) 5
CAS 3 CONTROL IMPAIRMENT, REDUCED MOTOR CONTROL 7
BEHANDELPLAN CONTROL IMPAIRMENT, REDUCED MC 8
CAS 4 CONTROL IMPAIRMENT, EXCESSIVE MOTOR CONTROL 9
BEHANDELPLAN CONTROL IMPAIRMENT, EXCESSIVE MC 10
CAS 5 MOVEMENT IMPAIRMENT 11
CAS 6 M. BECHTEREW 12
BEHANDELPLAN M. BECHTEREW 13
CAS 6 SI-PROBLEMATIEK (REDUCED FORCED CLOSURE, EXCESSIVE FORCED
CLOSSURE) 14
BEHANDELPLAN SI-PROBLEMATIEK (REDUCED FORCED CLUSURE, EXCESSIVE
FORCED CLOSSURE) 15
CAS 7 SPONDYLOLISTHESIS 16
CAS 8 ARTROSE 17
1
,RODE VLAGGEN REGIO LAGE RUG
Eerste episode met LRP jonger dan 20 jr. of ouder dan 50 jr.
Significant trauma
Recent onverklaard gewichtsverlies ( > 5 kg / maand )
Maligne aandoeningen in voorgeschiedenis
Koorts
Deformiteiten (bv. lumbale kyfose, afwijkende stand)
Langdurig gebruik corticosteroïden
Intraveneuze toediening van medicijnen
Progressie niet-mechanische pijn, dus pijn die niet afhankelijk is van een houding of beweging
Pijn die ’s nachts blijft of zelfs erger wordt
Aanhoudende ernstige beperking lumbale flexie, grote stijfheid
Patiënt voelt zich ziek en onwel
Incontinentie voor faeces en/of urine
Rijbroekanaesthesie, geen gevoel in binnenbeengebied
Bilaterale uitvalsverschijnselen in benen, spierzwakte
Ernstig beperkt gangbeeld, afwijkend looppatroon
2
,CAS 1 HERNIA NUCLEI PULPOSI (HNP)
Een hernia ontstaat zelden of nooit onder de 20 jaar, het meest tussen de 20 en 50 jaar, daarna is de kans
afnemend. 90% van de HNP ontstaat lumbaal op niveau L4/5 of L5/S1, veel minder vaak cervicaal en zelden
thoracaal. 7 fabeltjes over de hernia:
1. Op röntgenfoto’s, CT en MRI kun je altijd de oorzaak van de pijn zien;
2. Bij rugpijn moet je het kalm aan doen tot de pijn overgaat;
3. Een hernia komt meestal van een ongeval of zwaar tillen;
4. Rugpijn leidt meestal tot invaliditeit;
5. Iedereen met rugpijn moet een röntgenfoto laten maken;
6. De belangrijkste behandeling is bedrust;
7. Als er een hernia is vastgesteld is een operatie altijd noodzakelijk.
Onderzoeksdoelstellingen Onderzoeksmiddelen Evidentie
(diagnostisch)
Het waarnemen van Sensibiliteitstests niveaus HNP
sensibiliteitsverschil van de benen L1: iliopsoas
links-rechts L2: adductoren
L3: quadriceps
L4: tibialis anterior
L5: extensor hallucis longus
S1: triceps surae
Het waarnemen van Krachttests niveaus HNP
krachtsverschil links-rechts
Het waarnemen van verschil in Reflexen niveaus HNP
kniepeesreflex links-rechts (kniepees/achillespees)
3
,CAS 2 LUMBOSACRAAL RADICULAIR SYNDROOM (LRS)
Als we het hebben over LRS hebben we het over rugpijn met uitstraling in een been. Dat is neurogene pijn: pijn die
veroorzaakt wordt doordat er zenuwwortels afgekneld worden. Dat typische patroon daarvan is dat je schietende
pijn krijgt in je been. Vooral als je hoest, niest of perst (drukverhoging) of als je voorover bukt. De pijn in de been is
vaak veel erger dan de pijn in de rug die mensen hebben. Heel typisch is dat het vaak gepaard gaat met
paresthesieën: tintelende gevoelens als gevolg van prikkeling van de zenuw of verlies van de functie van de zenuw
(sensibiliteitsverlies) en soms krachtverlies.
Het LRS is vaak een hernia, maar lang niet altijd. Vaak kun je niet altijd een hernia ermee aantonen, dan
is het een ontsteking als gevolg van uitstulpingen of gescheurde flarden van de annulus fibrosis. Het kunnen ook
andere oorzaken zijn van wortelinklemming. Als je van mensen van 40 jaar een MRI-scan maakt, dan zullen een
heleboel mensen een hernia hebben zonder dat zij er last van hebben! Waardoor kan een LRS allemaal door
veroorzaakt worden?
Hernia nuclei pulposi (HNP), 90%;
Uitstulping of gescheurde flarden van de annulus fibrosus;
Ernstige degeneratie discus met spondulose (osteofyten, verdikt lig. flavum) of –lysthesis;
Artrose van de facetgewrichten (osteofyten, spondylartrose);
Wortelkanaalstenose.
Het uitgangspunt van een LRS is een conservatieve behandeling: de fysiotherapeuten gaan behandelen. Een
conservatieve behandeling wil zeggen dat je gaat bewegen, oefenen en dat soort dingen. Daartegenover staat een
operatieve en medicamenteuze behandeling. Er zijn wel wat operatie-indicaties voor een LRS, namelijk als je een
caudasyndroom hebt en hele ernstige uitvalsverschijnselen.
Kenmerken LRS:
» Rugpijn met uitstraling in een been
» De pijn in het been is erger dan de pijn in de rug
» Schietende pijn in het been bij drukverhogende momenten (HNP)
» Krachtverlies
» Segmentaal sensibiliteitsverlies
» Flexiehouding
Onderzoeksdoelstellingen Onderzoeksmiddelen Evidentie
(diagnostisch)
In kaart brengen of de pt. Vingertop-bodem afstand
schietende pijn krijgt gedurende >25cm positief
het vooroverbuigen
In kaart brengen hoeveel moeite
de pt. heeft om een de benen één
voor één 20cm van de bank op te ASLR + 6-puntsschaal
tillen zonder de knie te buigen
Het waarnemen van Krachttests niveaus LRS
krachtsverschil links-rechts L1: iliopsoas
L2: adductoren
L3: quadriceps
L4: tibialis anterior
L5: extensor hallucis longus
S1: triceps surae
Het waarnemen van
sensibiliteitsverschil van de benen Sensibiliteitstests niveaus LRS
links-rechts
Het waarnemen van verschil in Reflexen niveaus HNP
achillespeesreflex links-rechts (kniepees L4/achillespees S1)
4
, ALGEMEEN BEHANDELPLAN CAS 1 + 2 (met motor control problemen)
Tijdlijn
Doelen Meetinstrument (korte en Interventie behandelmiddelen Evidentie
(SMART) lange (inclusief uitvoeringsparameters)
termijn)
Het verbeteren van mentaal en VAS-schaal Korte OT: informeren + adviseren:
fysiek functioneren zodat de pt. termijn - Informeren over de achtergrond en
met de pijn om kan gaan het beloop van LRS/HNP;
- Adviseren in beweging te blijven
en door te gaan met ADL voor
zover de klachten dit toelaten;
- Adviseren bedrust te vermijden;
onderzoek heeft bewezen dat NHG-standaard
niet/het vermijden van bewegen Lumbosacraal
de rug meer kwaad dan goed radiculair
doet; syndroom
- Adviseer direct contact op te
nemen bij:
Het ontstaan van een
doof gevoel in het
rijkbroekgebied;
Ongewild verlies van
urine/ontlasting;
Het niet kunnen plassen;
Toenemend verlies van
spierkracht in de benen.
-
Warming-up - het laten bewegen
Het activeren van de binnen de pijngrens:
spiersystemen in de WK Korte Rug hol en bol maken in
voorafgaand OT termijn zithouding
Rug hol en bol maken in
kruiphouding
Flexie-oefeningen
Extensie-oefeningen
Lateroflexie-oefeningen
Het vermijden van Pt. ligt met knieën gebogen
zenuwcompressie door knieën licht opzij duwen
extensieoefeningen uit te voeren Lange (navel intrekken om m.
(discus beweegt zich naar voren termijn transversus in te schakelen
druk gaat van de zenuw af) (local))
en hierbij de neutrale stand aan
de pt. aanleren. Bukken met een rechte rug
Pt. ligt met knieën gebogen
Rompversterkende oefeningen Lange knieën licht opzij duwen NHG-standaard
uitvoeren termijn (navel intrekken om m. Lumbosacraal
transversus in te schakelen radiculair
(local)) syndroom
Pt. ligt met 1 been gestrekt,
andere been gebogen
navel intrekken been mini
stukje omhoog + hoofd mini
stukje omhoog
ontspannen spieren
opnieuw instellen etc.
5