TAAK 7
LEERDOEL 1: HOE LEREN WE SKILLS AAN
LEERDOEL 2: WAT IS TALLENT
LEERDOEL 3: WAT VOOR EEN INVLOED HEEFT TALLENT OP SKILL LEARNING
LEERDOEL 4: WAT VOOR EEN SOORTEN SKILLS ZIJN ER
LEERDOEL 5: KUN JE SKILLS VERLIEZEN.
LEERDOEL 6: WAT IS DE ROL VAN DE HERSENEN
, BOEK: CHAPTER SKILL LEARNING
BEHAVIOURAL PROCESSES
KWALITEITEN VAN SKILL MEMORIES
Skill is een mogelijkheid die je kan verbeteren over tijd door oefening. Skill geheugen
lijkt heel erg op geheugen voor events (episodisch geheugen) en feiten (semantisch
geheugen), maar hebben een paar unieke eigenschappen. Skill geheugen:
Zijn langdurig en verbeteren door herhaalde oefening
Kunnen niet altijd geverbaliseerd worden
Kunnen onbewust aangeworven of teruggehaald worden
Alle herinneringen van events en feiten hangen af van skill memories, omdat de
mogelijkheid om te praten, schrijven etc. geleerde mogelijkheden zijn die verbeteren door
tijd en oefening. Skill memorie hangt niet noodzakelijk episodische en semantische
herinneringen alhoewel ze wel een belangrijke rol spelen in het aanwerven van skills.
Perceptuele motor skills
Perceptual-motor skills geleerde bewegingspatronen geleid door sensorische input.
Bijvoorbeeld een deur opendoen, autorijden, dansen etc.
Closed skills zijn skills zoals ballet dansen die bestaan uit voorbepaalde bewegingen.
Open skills zijn skills zoals salsa of swing dansen waarin de danser tot een bepaalde
hoogte afhankelijk is van zijn voorspelling op wat er gaat gebeuren (dus de veranderde
commando’s of omgeving). Bijvoorbeeld partner in salsa leid de dans dus je moet gaan
voorspellen wat er gaan gebeuren en daarop anticiperen. Deze skills zijn moeilijk te meten.
Deze closed en open skills zijn toepasbaar op een breed veld van perceptuele motor skills.
Bijvoorbeeld: turners hebben een closed skill, ze doen precies wat ze ingeoefend hebben,
terwijl boksen open skill is waar je afhankelijk bent van de partner en situatie. De meeste
skills zijn een combinatie van open en gesloten skills.
,Cognitieve skills
Cognitieve skills zijn die skills die je vereisen om je hersenen te gebruiken om problemen
op te lossen, of strategieën toe te passen, in plaats van je lichaam te bewegen op het geen
dat je ontvangt.
Onderzoekers gebruiken vaak experimenten voor cognitieve skills die deelnemers relatief
snel kunnen leren, zoals die wat je nodig hebt om de tower of Hanoi puzzel op te lossen.
Mensen worden normaal gezien beter in deze taak niet omdat ze beter worden in het
verplaatsen van de schijven (perceptuele motor skill) maar omdat ze nieuwe strategieën
leren (cognitieve skill).
In de psychologie worden cognitieve skills vaak geassocieerd met de mogelijkheid om te
redeneren en problemen op te lossen.
Descartes zei dat de mogelijkheid van mensen om te redeneren ons onderscheid van
de dieren die dit volgens hem niet kunnen.
Recent onderzoek laat zien dat niet alleen mensen kunnen redeneren, maar ook
dieren. Vb. Aap maakt nooit open met steen = redeneren & probleem oplossen
Dieren kunnen ook tools gebruiken dit kan hun aangeleerd worden, maar in de
natuur doen sommige dieren dit ook vanuit hunzelf.
Gebruiken van tools heeft betrekking tot zowel perceptuele-motor en cognitieve skills.
Zowel de beweging om de tool te gebruiken als de herkenning dat een bepaalde tool nuttig
kan zijn voor het oplossen van een probleem, verbeterd door oefening.
Conclusie perceptuele motor skills en cognitieve skills zijn twee gescheiden begrippen.
Recent onderzoek laat zien dat deze twee skills meer gemeenschappelijk hebben als dat ze
voorheen dachten.
EXPERTISE EN TALENT
Verschillende mensen starten met verschillende skill levels, en de mate waarin oefening
deze skill kan verbeteren varieert ook van persoon tot persoon. Mensen die een skill lijken te
beheersen zonder veel moeite worden vaak omschreven als dat ze ‘’talent’’ hebben voor die
skill. Mensen die een skill beter uitvoeren dan de meesten worden gezien als ‘’experts’’.
De meeste mensen die van het begin goed zijn in het uitvoeren van een skill (talent) worden
later zo een expert. Maar iemand die niet deze skill goed onder de knie heeft kan uiteindelijk
beter worden door het oefenen.
Wat voor een rol heeft talent in het bereiken van expertise van de skill ?
De rol van genetica duidelijk maken door studies met tweelingen (eeneiige tweelingen en
twee-eiige tweeling) die beiden opgroeiden in een andere thuis of samen.
, Studie leerden tweelingen de ‘’rotary pursuit task’’ (moesten het einde
van een puntige stuk – de stylus – boven een target houden van een
draaiende schijf – zie plaatje). Resultaat liet zien dat identieke tweelingen hun
mogelijkheid om de stok boven de target te houden meer gelijk werd
naarmate de training (ze gingen dus steeds meer hetzelfde presteren op de
taak naarmate training) terwijl twee-eiige tweelingen hun skills juist steeds
minder op elkaar gingen lijken naarmate de training vorderden.
De prestatie van de tweeling werd steeds meer gecorreleerd
met de tweede tweeling, en dit kon alleen als ze 100% van hun
genen deelden.
Identieke tweelingen hebben identieke genen, dus
wanneer het oefenen de rol van hun genen in gedrag
verhoogd, worden hun gedrag korter bij identiek
Twee-eiige tweelingen hebben verschillende genen,
het verhogen van de rol van hun geven in gedrag,
maakt hun gedrag meer verschillend van elkaar.
Dus alleen oefening bepaald wie de expert word, en innerlijk talent speelt geen rol in
expertise.
Sommige psychologen zeggen dat talent geen rol speelt in expertise en dan alleen oefening
ervoor kan zorgen dat je een expert word.
Onderzoekers die onderzoek doen naar skill memories in expert suggereren dat oefening
kritisch is voor het bepalen van hoe goed een persoon een bepaalde skill kan uitvoeren.
Gebruiken vaak atleten of schakers voor hun onderzoek. Dit omdat:
Ze de skills buiten het lab aangeleerd hebben, en deze dus zorgen voor goede
voorbeelden van ‘’real world’’ memories.
Het niet moeilijk is mensen te vinden met ver variërende levels van expertise in deze
games, die vaak kwantitatief gemeten kan worden door prestatie in competitie.
Games hebben betrekking tot perceptuele-motor en cognitieve skills.
Onderzoek vond dat ervaren schakers het spelbord ander scannen als amateurs. Ervaren
schakers rollen snel met hun ogen zodat ze zich kunnen focussen op een klein aantal locaties
op het bord. Amateurs scannen typisch een hoog aantal locaties en doen dit langzamer.
Mensen moeten oefenen om experts te worden, dit is niet universeel, computers
kunne geprogrammeerd worden en hoeven dus niet te oefenen.
LEERDOEL 1: HOE LEREN WE SKILLS AAN
LEERDOEL 2: WAT IS TALLENT
LEERDOEL 3: WAT VOOR EEN INVLOED HEEFT TALLENT OP SKILL LEARNING
LEERDOEL 4: WAT VOOR EEN SOORTEN SKILLS ZIJN ER
LEERDOEL 5: KUN JE SKILLS VERLIEZEN.
LEERDOEL 6: WAT IS DE ROL VAN DE HERSENEN
, BOEK: CHAPTER SKILL LEARNING
BEHAVIOURAL PROCESSES
KWALITEITEN VAN SKILL MEMORIES
Skill is een mogelijkheid die je kan verbeteren over tijd door oefening. Skill geheugen
lijkt heel erg op geheugen voor events (episodisch geheugen) en feiten (semantisch
geheugen), maar hebben een paar unieke eigenschappen. Skill geheugen:
Zijn langdurig en verbeteren door herhaalde oefening
Kunnen niet altijd geverbaliseerd worden
Kunnen onbewust aangeworven of teruggehaald worden
Alle herinneringen van events en feiten hangen af van skill memories, omdat de
mogelijkheid om te praten, schrijven etc. geleerde mogelijkheden zijn die verbeteren door
tijd en oefening. Skill memorie hangt niet noodzakelijk episodische en semantische
herinneringen alhoewel ze wel een belangrijke rol spelen in het aanwerven van skills.
Perceptuele motor skills
Perceptual-motor skills geleerde bewegingspatronen geleid door sensorische input.
Bijvoorbeeld een deur opendoen, autorijden, dansen etc.
Closed skills zijn skills zoals ballet dansen die bestaan uit voorbepaalde bewegingen.
Open skills zijn skills zoals salsa of swing dansen waarin de danser tot een bepaalde
hoogte afhankelijk is van zijn voorspelling op wat er gaat gebeuren (dus de veranderde
commando’s of omgeving). Bijvoorbeeld partner in salsa leid de dans dus je moet gaan
voorspellen wat er gaan gebeuren en daarop anticiperen. Deze skills zijn moeilijk te meten.
Deze closed en open skills zijn toepasbaar op een breed veld van perceptuele motor skills.
Bijvoorbeeld: turners hebben een closed skill, ze doen precies wat ze ingeoefend hebben,
terwijl boksen open skill is waar je afhankelijk bent van de partner en situatie. De meeste
skills zijn een combinatie van open en gesloten skills.
,Cognitieve skills
Cognitieve skills zijn die skills die je vereisen om je hersenen te gebruiken om problemen
op te lossen, of strategieën toe te passen, in plaats van je lichaam te bewegen op het geen
dat je ontvangt.
Onderzoekers gebruiken vaak experimenten voor cognitieve skills die deelnemers relatief
snel kunnen leren, zoals die wat je nodig hebt om de tower of Hanoi puzzel op te lossen.
Mensen worden normaal gezien beter in deze taak niet omdat ze beter worden in het
verplaatsen van de schijven (perceptuele motor skill) maar omdat ze nieuwe strategieën
leren (cognitieve skill).
In de psychologie worden cognitieve skills vaak geassocieerd met de mogelijkheid om te
redeneren en problemen op te lossen.
Descartes zei dat de mogelijkheid van mensen om te redeneren ons onderscheid van
de dieren die dit volgens hem niet kunnen.
Recent onderzoek laat zien dat niet alleen mensen kunnen redeneren, maar ook
dieren. Vb. Aap maakt nooit open met steen = redeneren & probleem oplossen
Dieren kunnen ook tools gebruiken dit kan hun aangeleerd worden, maar in de
natuur doen sommige dieren dit ook vanuit hunzelf.
Gebruiken van tools heeft betrekking tot zowel perceptuele-motor en cognitieve skills.
Zowel de beweging om de tool te gebruiken als de herkenning dat een bepaalde tool nuttig
kan zijn voor het oplossen van een probleem, verbeterd door oefening.
Conclusie perceptuele motor skills en cognitieve skills zijn twee gescheiden begrippen.
Recent onderzoek laat zien dat deze twee skills meer gemeenschappelijk hebben als dat ze
voorheen dachten.
EXPERTISE EN TALENT
Verschillende mensen starten met verschillende skill levels, en de mate waarin oefening
deze skill kan verbeteren varieert ook van persoon tot persoon. Mensen die een skill lijken te
beheersen zonder veel moeite worden vaak omschreven als dat ze ‘’talent’’ hebben voor die
skill. Mensen die een skill beter uitvoeren dan de meesten worden gezien als ‘’experts’’.
De meeste mensen die van het begin goed zijn in het uitvoeren van een skill (talent) worden
later zo een expert. Maar iemand die niet deze skill goed onder de knie heeft kan uiteindelijk
beter worden door het oefenen.
Wat voor een rol heeft talent in het bereiken van expertise van de skill ?
De rol van genetica duidelijk maken door studies met tweelingen (eeneiige tweelingen en
twee-eiige tweeling) die beiden opgroeiden in een andere thuis of samen.
, Studie leerden tweelingen de ‘’rotary pursuit task’’ (moesten het einde
van een puntige stuk – de stylus – boven een target houden van een
draaiende schijf – zie plaatje). Resultaat liet zien dat identieke tweelingen hun
mogelijkheid om de stok boven de target te houden meer gelijk werd
naarmate de training (ze gingen dus steeds meer hetzelfde presteren op de
taak naarmate training) terwijl twee-eiige tweelingen hun skills juist steeds
minder op elkaar gingen lijken naarmate de training vorderden.
De prestatie van de tweeling werd steeds meer gecorreleerd
met de tweede tweeling, en dit kon alleen als ze 100% van hun
genen deelden.
Identieke tweelingen hebben identieke genen, dus
wanneer het oefenen de rol van hun genen in gedrag
verhoogd, worden hun gedrag korter bij identiek
Twee-eiige tweelingen hebben verschillende genen,
het verhogen van de rol van hun geven in gedrag,
maakt hun gedrag meer verschillend van elkaar.
Dus alleen oefening bepaald wie de expert word, en innerlijk talent speelt geen rol in
expertise.
Sommige psychologen zeggen dat talent geen rol speelt in expertise en dan alleen oefening
ervoor kan zorgen dat je een expert word.
Onderzoekers die onderzoek doen naar skill memories in expert suggereren dat oefening
kritisch is voor het bepalen van hoe goed een persoon een bepaalde skill kan uitvoeren.
Gebruiken vaak atleten of schakers voor hun onderzoek. Dit omdat:
Ze de skills buiten het lab aangeleerd hebben, en deze dus zorgen voor goede
voorbeelden van ‘’real world’’ memories.
Het niet moeilijk is mensen te vinden met ver variërende levels van expertise in deze
games, die vaak kwantitatief gemeten kan worden door prestatie in competitie.
Games hebben betrekking tot perceptuele-motor en cognitieve skills.
Onderzoek vond dat ervaren schakers het spelbord ander scannen als amateurs. Ervaren
schakers rollen snel met hun ogen zodat ze zich kunnen focussen op een klein aantal locaties
op het bord. Amateurs scannen typisch een hoog aantal locaties en doen dit langzamer.
Mensen moeten oefenen om experts te worden, dit is niet universeel, computers
kunne geprogrammeerd worden en hoeven dus niet te oefenen.
