100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychopathologie bij kinderen en adolescenten (PM0922) $5.17   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychopathologie bij kinderen en adolescenten (PM0922)

3 reviews
 135 views  17 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat alle hoofdstukken uit het boek Abnormal Child and Adolescent Psychology (negende editie. Auteurs: Allen C. Israel, Jennifer Weil Malatras en Rita Wicks-Nelson) die worden behandeld binnen de cursus Psychopathologie bij kinderen en adolescenten (PM0922) vanuit de Open univers...

[Show more]

Preview 5 out of 181  pages

  • August 23, 2023
  • 181
  • 2023/2024
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: borislpeters • 1 week ago

review-writer-avatar

By: monicakoutstaal1 • 1 year ago

Translated by Google

This is a nice and clear document, everything is well and clearly described. It has helped me a lot.

review-writer-avatar

By: fabiansonsma • 1 year ago

Translated by Google

Good summary. Comprehensive and contains all the information for the exam.

avatar-seller
Psychopathologie bij kinderen en adolescenten
(PM0922)




Deze samenvatting bevat alle hoofdstukken uit het boek Abnormal Child and adolescent psychology
(negende editie) die worden behandeld binnen de cursus Psychopathologie bij kinderen en
adolescenten (PM0922) vanuit de Open universiteit. Ook zijn alle artikelen (vertaald!) en de
informatie vanuit Youlearn opgenomen in deze samenvatting. Zie voor inhoudelijke informatie de
inhoudsopgave.




1

,Inhoud
Hoofdstuk 6 Angst en obsessieve-compulsieve stoornissen .................................................. 3
Artikel: Hoe help je bange kinderen om meer te durven? (Simon & Butler) .................. 16
Youlearn .............................................................................................................................. 17
Hoofdstuk 7 Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen ................................................ 27
Youlearn .............................................................................................................................. 35
Hoofdstuk 8 Stemmingsstoornissen en eenzaamheid .......................................................... 46
Artikel: Implicaties for physical HealthKit and sleep (Eccles et al) .................................. 61
Youlearn .......................................................................................................................... 63
Hoofdstuk 9 Gedragsproblemen ........................................................................................... 69
Youlearn .......................................................................................................................... 87
Artikel: Gameverslaving en diagnostiek (van Rooij en Boonen) ....................................... 92
Youlearn .......................................................................................................................... 93
Hoofdstuk 10 ADHD (Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder) ..................................... 96
Youlearn ........................................................................................................................ 112
Hoofdstuk 11 Communicatie- en leerstoornissen .............................................................. 119
Artikel: Diagnostiek en behandeling van dyslexie ............................................................ 135
Yourlearn ...................................................................................................................... 137
Hoofdstuk 13 autismespectrumstoornissen ....................................................................... 143
Artikel: Taalbegrip en theory of mind bij kinderen met ASS (Overweg et al., 2019) ... 157
Artikel: Sterkte- en zwaktediagnostiek bij (het vermoeden van) hoogbegaafdheid plus
autisme (Burger-Veltmeijer, 2017) ..................................................................................... 158
Hoofdstuk 14 Eetstoornissen ............................................................................................... 167
Youlearn ................................................................................................................................ 175




2

,Hoofdstuk 6 Angst en obsessieve-compulsieve stoornissen
De aankomende drie hoofdstukken gaan in op kinderen die beschreven worden als angstig,
teruggetrokken, verlegen, depressief, etc. Van deze jonge mensen wordt vaak gezegd dat ze
emotionele problemen hebben, hun problemen worden vaak internaliserende stoornissen
(“internaliserende stoornissen”) genoemd.

Een introductie van internaliserende stoornissen
De DSM classificeert verschillende internaliserende stoornissen. De relatie tussen, of het vermogen
om onderscheid te maken tussen de meer specifieke klinische diagnostische categorieën voor
internaliserende stoornissen wordt echter vaak bediscussieerd. De vraag die gesteld kan worden: ‘zijn
de verschillende stoornissen daadwerkelijk verschillende stoornissen’:
1. Het is de vraag of bij kinderen en adolescenten de verschillende angstdiagnoses die in de
DSM worden beschreven, duidelijk te onderscheiden stoornissen vertegenwoordigen. Een
risicofactor kan namelijk bijdragen aan het ontstaan van verschillende stoornissen.
2. Een ander discussiepunt is de hoge mate van samen voorkomen/ontstaan van internaliserende
stoornissen (co-morbiditeit), kind voldoet vaak aan criteria van meer dan één stoornis.
3. Ook wordt er vaak gesuggereerd dat een aantal op zichzelf staande stoornissen eigenlijk
verschillende uitingen zijn van dezelfde kwetsbare aanleg voor het ontwikkelen van
internaliserende gedragsproblemen. Verschillende omgevingen, culturen of ervaringen zorgen
voor het ontstaan van een specifiek patroon of stoornis. Bijvoorbeeld Latino kinderen hebben
vaker last van separatieangst en/of somatische/fysiologische symptomen.

Definitie en classificatie angststoornissen
Anxiety (Angst) (Barlow): voor kinderen is het heel normaal om angstig te zijn. Het is een
toekomstgerichte emotie, gekarakteriseerd door de perceptie van oncontroleerbaarheid /
onvoorspelbaarheid over potentiële aversieve gebeurtenissen. Kenmerkend is ook de snelle
verschuiving in aandacht naar een mogelijk gevaarlijke gebeurtenis of iemands eigen affectieve
respons naar deze gebeurtenissen.
Fear (Vrees/bang): voor kinderen is het heel normaal om bang te zijn. Bang zijn is een reactie op een
directe en in het hier en nu bedreiging, gekarakteriseerd door een soort alarmreactie. Hierbij speelt ook
het gevoel van gebrek aan controle.

Anxiety en fear worden gezien als een complex patroon van drie soorten reacties op bedreiging:
 Gedragsrespons; wegrennen, trillende stem, ogen dicht doen
 Cognitieve respons; gedachten om bang te zijn, zelfspot, beelden van lichamelijke letsel
 Fysiologische respons; verandering in hartslag en ademen, spierspanning, maagklachten

Worry thoughts worden gezien als een cognitief component van angst. Zorgen maken is het hebben
van gedachten over mogelijke negatieve uitkomsten, die intrusief zijn en moeilijk onder controle
gehouden kunnen worden.

Angst is een menselijke basis emotie en kan adaptief zijn – het is dus onderdeel van de normale
ontwikkelingsprocessen en het kind kan ervan leren. Wanneer er sprake is van intense, persisterende
angsten die interfereren met het functioneren, of niet passen bij de ontwikkelingsleeftijd, verdienen de
angsten klinische aandacht.

Normale fears, worries en anxieties
Algemene prevalentie
De algemene prevalentie van vrezen, zorgen en angsten bij kinderen is hoog. Ouders onderschatten
soms hoe vaak angsten voorkomen bij kinderen, dit gebeurt vooral bij oudere kinderen omdat zij hun
angsten/emoties kunnen maskeren.




3

,Geslacht, leeftijd en culturele verschillen
Meisjes hebben vaak meer angsten dan jongens, vooral als ze wat ouder worden. Zij ervaren ook een
grotere intensiteit van deze angsten. Sekse verschillen moeten wel voorzichtig worden aangenomen,
omdat verwachtingen over de rol van het geslacht gedeeltelijk verantwoordelijk kan zijn voor
verschillen tussen jongens en meisjes.

Het aantal en de intensiteit van angsten nemen af met de leeftijd, zich zorgen maken (worry thoughts)
wordt meer prominent rond het 7e jaar en wordt meer complex en gevarieerd bij het ouder worden.

Veranderingen in inhoud van angsten en zorgen reflecteren waarschijnlijk een doorlopende cognitieve
en sociale emotionele ontwikkeling.

Veel voorkomende angsten zijn gelijkwaardig over culturen heen en meisjes scoren hoger dan jongens
volgens een cross-cultureel onderzoek (FSSC-R) uit 1994.

Classificatie van angststoornissen
Angst passend bij de leeftijd heeft geen klinische aandacht nodig, behalve wanneer deze intens zijn of
langer aanhouden dan gebruikelijk, of wanneer (dus ook tijdens korte periodes van angst): een
significante beperking in het functioneren oplevert, kan onderzoek nodig zijn. Want als
angststoornissen niet behandeld worden kunnen deze uitgroeien tot een chronisch beloop.

De DSM benadering
Het DSM-hoofdstuk over angststoornissen bevat:
 Separatieangststoornis
 Specifieke fobie
 Sociale angststoornis (sociale fobie)
 Selectief mutisme
 Paniekstoornis
 Agorafobie
 Gegeneraliseerde angststoornis
Verder zijn er nog aparte hoofdstukken die gerelateerd zijn aan angststoornissen zoals OCD, PTSS,
acute stressstoornis, reactieve hechtingsstoornis en ontremd-sociaalcontactstoornis.

De empirische benadering
Empirische onderzoeken suggereren dat in de jeugd verschillende angst- en depressiesymptomen
tegelijkertijd optreden.

Epidemiologie van angststoornissen
Angststoornissen zijn de meest voorkomende stoornissen bij kinderen en adolescenten. Schattingen
van de prevalentie variëren aanzienlijk: 2,5% tot 12% of zelfs hoger, met uitschieters van 12 tot 25%.
Kinderen voldoen vaker aan criteria van meerdere angststoornissen. Een aanzienlijk deel van kinderen
met angst zal aan de criteria blijven voldoen naar de adolescentie en naar jongvolwassenheid. Meisjes
hebben net iets meer de kans een angststoornis te ontwikkelen dan jongens. Het is niet duidelijk of er
algemene verschillen zijn in de prevalentie van angststoornissen in verschillende etnische groepen.

Specifieke fobieën
Specifieke fobie: angst of vrees voor een bepaald object of situatie (dier, hoogte, etc.). Andere criteria:
 Een directe angstreactie ontstaat bijna altijd als de persoon wordt blootgesteld aan de fobische
stimulus
 De persoon moet de situatie vermijden of lijdt bij elke blootstelling aan angst of stress
 De angst is buiten proportie t.a.v. het daadwerkelijke risico
 De angst is persisterend (zes of meer maanden)




4

, De angst moet een significante mate van lijden veroorzaken of interfereren met de normale routine,
academisch functioneren of sociale relaties. Bij fobieën kan de angst niet weggeredeneerd worden
(wel bij angsten passend bij de leeftijd). Afhankelijk van het moment in hun ontwikkeling, geven
kinderen verschillend uiting aan gevoelens van angst (bijvoorbeeld driftbui, huilen, bevriezen,
hangerig zijn).

Beschrijving
Kinderen verschillen in reactie qua gedrag (vermijden), gevoelens (paniek, spanning, walging) en
fysieke respons (misselijk, snelle hartslag, ademhaling). Het heeft niet alleen impact op de kinderen en
hun activiteiten zelf, maar verandert waarschijnlijk ook de leefstijl en activiteiten van het hele gezin.

Epidemiologie
Specifieke fobieën zijn een van de meest voorkomende gediagnosticeerde angststoornissen, met
prevalentiepercentages tot +/- 10 %. Specifieke fobieën komen vaker voor bij meisjes dan bij jongens,
echter per fobie kan dit verschillen. Er is weinig informatie bekend over etnische-, leeftijds- en socio-
economische verschillen. Vaak is er sprake van meer dan één fobie en wordt er voldaan aan criteria
van andere stoornissen. Onderzoek toont aan dat meer dan de helft van mensen met een specifieke
fobie ook een andere (angst)stoornis heeft.

Ontwikkelingsverloop
Een groot deel van de fobieën start in de vroege tot midden kindertijd. Deze fobieën zijn relatief
onschuldig en over tijd wordt er verbetering verwacht, met of zonder behandeling. Sommige fobieën
blijven echter aanhouden tot de volwassenheid en zorgen voor een verstoord functioneren.

Sociale angststoornis (SAS)
Criteria voor sociale angststoornis zijn parallel aan die specifieke fobie, met als verschil dat het
centrale kenmerk de angst voor sociale of prestatie/evaluatie-situaties is, waarin de persoon is
blootgesteld aan de mogelijke kritische beoordeling van anderen en/of een situatie waarin hij bang is
zichzelf belachelijk te maken. SAS kan zich bij kinderen en adolescenten anders uiten dan bij
volwassenen. Om de stoornis te onderscheiden van een normale sociale ontwikkeling, moet het kind
om de diagnose te krijgen, niet alleen angst ervaren bij volwassenen maar ook bij leeftijdsgenoten.
SAS moet een significant probleem veroorzaken binnen het functioneren op het gebied van de routine
van het kind, schoolprestaties of binnen sociale situaties. Symptomen moeten minstens 6 maanden
aanwezig zijn.

Beschrijving
Kinderen met SAS zullen situaties vermijden waarin sociale interactie of evaluatie kan voorkomen
vermijden.
 Gedragscomponent: situaties met sociale interactie of evaluatie (die dagelijks voorkomen)
worden vermeden.
 Cognitief component: bang zijn vernederd te worden of negatief te worden beoordeeld.
 Lichamelijk component: onrust, blozen, zweten, symptomen van ziekte en buikpijn.
SAS kan zich kenmerken door het gevoel van eenzaamheid te versterken, weinig of lage-kwalitatieve
vriendschappen, lage zelfwaardering en bedroefd voelen.

Selectief mutisme en sociale angst
Kinderen met selectief mutisme praten niet in specifieke sociale situaties. Het kind is wel in staat om
in andere situaties te praten. Het begint meestal tussen de 2,5 en 4 jaar, maar kan ook onopgemerkt
blijven tot het 5e levensjaar. Gesuggereerd wordt dat selectief mutisme een extreme voor van sociale
angst is, omdat 90 tot misschien 100% ook voldoet aan de criteria van de sociale angststoornis.
Sommige studies geven aan dat kinderen met selectief mutisme meer sociaal angstig zijn dan kinderen
met alleen een sociale angststoornis zonder selectief mutisme. Therapeuten moeten rekening houden
met het zware niveau van sociale angst, oppositioneel gedrag en taalproblemen bij hun behandelingen.




5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller steefk36. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.17  17x  sold
  • (3)
  Add to cart