DEEL 1: GROEPEN EN TEAMS
GROEPEN EN TEAMS
WAT IS EEN GROEP?
Groepen vindt men overal. De groep heeft invloed op het individu. De invloed van de groep op het individu
kan zowel positief als negatief zijn. De mogelijkheid bestaat, in de groep condities te scheppen om het
gewenste gedrag van het individu te bekomen. Een groep heeft een hoge cohesie als er een goede teamgeest
of een sterk wij gevoel heerst. In groepen met een lage cohesie is er weinig wij gevoel of samenhorigheid.
Mensen voelen zich niet erg betrokken. Sommige groepsleden overwegen misschien zelfs op te stappen.
Essentiele kenmerken van een groep:
1. Een doel : men wil gezamenlijk een bepaald doel bereiken.
2. Een onderlinge afhankelijkheid : op een bepaalde manier zijn ze van elkaar afhankelijk.
3. Interactie : onderhouden directe contacten met elkaar.
4. Een sociale eenheid : een groep is een sociale eenheid die uit twee of meer personen
bestaat die zichzelf als lid van een groep beschouwen.
5. Wederzijdse beïnvloeding: beïnvloeden elkaar.
6. Normen en rollen: de acties worden door een aantal rollen en normen gestructureerd.
WAT IS EEN TEAM?
Een groep wordt een team als:
1. Het teambelang voorgaat op het eigenbelang;
2. Er cohesie is;
3. Iedereen bijdraagt aan het gezamenlijk doel;
4. Er een goede samenwerking is;
5. Iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt;
6. Iedereen elkaar waardeert;
7. De communicatie op een goede manier verloopt;
8. Successen een gezamenlijk resultaat zijn.
Stevens; een team = “ Twee of meer leden die in onderlinge afhankelijkheid en door onderling overleg
de uit te voeren taken verdelen en coördineren, met het oog op of in functie van een extern doel,
binnen een breder organisatorisch verband. “
1. Twee of meer leden met onderlinge afhankelijkheid
2. Een taak vervullen : taakafhankelijk van elkaar.
3. Een gezamenlijk doel: samen werken naar een gezamenlijk doel of eindresultaat.
4. Organisatorisch verband: maakt meestal deel uit van een breder verband. Team en
organisatie beïnvloeden mekaar wederzijds.
5. Gedeelde waarden en normen : zorgen voor een zekere gelijkheid.
1
, WAT IS GROEPSDYNAMICA? (NIET ECHT KENNEN)
= inzicht in het functioneren van groepen.
Binnen groepsdynamica kijkt men volgens Johnson naar:
- Het gedrag van groepsleden binnen groepen;
- De ontwikkeling van groepen;
- De interacties tussen groepsleden, andere groepen en organisaties;
- De structuur van groepen.
Drie actoren als je een groep cliënten begeleidt:
1. De groep: je cliënten. Leeftijd? Mogelijkheden? Ondersteuningsnoden? ….
2. Je team: verschillende rollen binnen je team, verschillende persoonlijkheden, mate van
werkervaring, …
3. Jezelf: met je kennis en vaardigheden om in te spelen op de groepsdynamiek, waarden en
normen die je gedrag sturen, eigen voorkeurstijlen op vlak van communicatie en begeleiding.
Elke groep functioneert tegelijkertijd op twee niveaus;
1. Het taakniveau verwijst naar de inhoud, dus naar de activiteiten, spelvormen en opdrachten
binnen een groep.
2. Sociaal-emotioneel niveau verwijst naar de verbondenheid tussen de groepsleden.
DE ONTWIKKELINGSFASES VAN TUCKMAN
BESPREKING VAN HET MODEL
2
GROEPEN EN TEAMS
WAT IS EEN GROEP?
Groepen vindt men overal. De groep heeft invloed op het individu. De invloed van de groep op het individu
kan zowel positief als negatief zijn. De mogelijkheid bestaat, in de groep condities te scheppen om het
gewenste gedrag van het individu te bekomen. Een groep heeft een hoge cohesie als er een goede teamgeest
of een sterk wij gevoel heerst. In groepen met een lage cohesie is er weinig wij gevoel of samenhorigheid.
Mensen voelen zich niet erg betrokken. Sommige groepsleden overwegen misschien zelfs op te stappen.
Essentiele kenmerken van een groep:
1. Een doel : men wil gezamenlijk een bepaald doel bereiken.
2. Een onderlinge afhankelijkheid : op een bepaalde manier zijn ze van elkaar afhankelijk.
3. Interactie : onderhouden directe contacten met elkaar.
4. Een sociale eenheid : een groep is een sociale eenheid die uit twee of meer personen
bestaat die zichzelf als lid van een groep beschouwen.
5. Wederzijdse beïnvloeding: beïnvloeden elkaar.
6. Normen en rollen: de acties worden door een aantal rollen en normen gestructureerd.
WAT IS EEN TEAM?
Een groep wordt een team als:
1. Het teambelang voorgaat op het eigenbelang;
2. Er cohesie is;
3. Iedereen bijdraagt aan het gezamenlijk doel;
4. Er een goede samenwerking is;
5. Iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt;
6. Iedereen elkaar waardeert;
7. De communicatie op een goede manier verloopt;
8. Successen een gezamenlijk resultaat zijn.
Stevens; een team = “ Twee of meer leden die in onderlinge afhankelijkheid en door onderling overleg
de uit te voeren taken verdelen en coördineren, met het oog op of in functie van een extern doel,
binnen een breder organisatorisch verband. “
1. Twee of meer leden met onderlinge afhankelijkheid
2. Een taak vervullen : taakafhankelijk van elkaar.
3. Een gezamenlijk doel: samen werken naar een gezamenlijk doel of eindresultaat.
4. Organisatorisch verband: maakt meestal deel uit van een breder verband. Team en
organisatie beïnvloeden mekaar wederzijds.
5. Gedeelde waarden en normen : zorgen voor een zekere gelijkheid.
1
, WAT IS GROEPSDYNAMICA? (NIET ECHT KENNEN)
= inzicht in het functioneren van groepen.
Binnen groepsdynamica kijkt men volgens Johnson naar:
- Het gedrag van groepsleden binnen groepen;
- De ontwikkeling van groepen;
- De interacties tussen groepsleden, andere groepen en organisaties;
- De structuur van groepen.
Drie actoren als je een groep cliënten begeleidt:
1. De groep: je cliënten. Leeftijd? Mogelijkheden? Ondersteuningsnoden? ….
2. Je team: verschillende rollen binnen je team, verschillende persoonlijkheden, mate van
werkervaring, …
3. Jezelf: met je kennis en vaardigheden om in te spelen op de groepsdynamiek, waarden en
normen die je gedrag sturen, eigen voorkeurstijlen op vlak van communicatie en begeleiding.
Elke groep functioneert tegelijkertijd op twee niveaus;
1. Het taakniveau verwijst naar de inhoud, dus naar de activiteiten, spelvormen en opdrachten
binnen een groep.
2. Sociaal-emotioneel niveau verwijst naar de verbondenheid tussen de groepsleden.
DE ONTWIKKELINGSFASES VAN TUCKMAN
BESPREKING VAN HET MODEL
2