Hoofdstuk 1 Wat is dans?
Dans is een manier om jezelf uit te drukken. (expressievorm)
Je gebruikt je lichaam als instrument om met beweging plezier, vreugde, emotie en intentie vorm te
geven.
1.1 De contexten van dans
Er worden 3 contexten onderscheiden:
- Artistieke context
o Dans als kunstvorm.
o Meestal uitgevoerd door professionele dansers met een gespecialiseerde opleiding.
o Dansen worden ontworpen door choreografen.
o Dans gaat altijd om een belevingsaspect dat gecommuniceerd wordt met een
publiek. Het kan ook een boodschap of mededeling overbrengen.
o Kijken naar dans draagt bij aan de culturele – en sociaal-emotionele ontwikkeling van
kinderen.
- Sociale context
o Het gaat om het gezelschap waarmee je danst. (vorm van sociaal contact)
o Bijv. thuis, op een danscursus, tijdens het uitgaan, soms op straat.
o Dansen zijn vaak volgens bepaalde tradities vormgegeven en worden van generatie
op generatie overgedragen. Ze hebben dan ook een grote culturele waarde.
o Bijv. volksdansen: dit gebeurt vaak in een groep en geeft een gevoel van samenzijn.
- Educatieve context
o Dans is bedoeld om van, over en door te leren.
o Dans in het basisonderwijs vormt een onderdeel van het leergebied kunstzinnige
oriëntatie. Het gaat over dans als beweging én als cultuur.
o Het vakgebied dans geeft kinderen de gelegenheid om dans te ontdekken, te creëren
hun verbeelding en fantasie vorm te geven en dat te presenteren.
o Dans is in het basisonderwijs vaak verbonden met andere vakgebieden.
o Er is aandacht voor:
Dans: zelf ontdekken, creëren en evalueren van de dans staat centraal.
Gestructureerde dans: vastgelegde passen en patronen.
Dansreceptie en – reflectie: gericht kijken naar en praten over
dansonderwerpen.
1.2 Dans in het basisonderwijs
Richtlijn voor de invulling van lessen zijn de eisen voor kunstzinnige oriëntatie in de kerndoelen
primair onderwijs, en de tussendoelen en leerlijnen zoals geformuleerd door SLO.
In de praktijk zijn er twee varianten:
- De school biedt verschillende dansactiviteiten en werkvormen aan, zoals dansspelen,
musicals of het bijwonen van dansvoorstellingen.
- De school biedt gericht dansonderwijs aan door groepsleerkrachten en vakdocenten dans.
Incidentele dansactiviteiten
- Dansspelen
o Dansvariaties: stoelendans / schipper mag ik overvaren?
o Het doel is meestal ontspanning en samen plezier maken, maar soms ook om tijdens
de lessen leerlingen te activeren.
Dans is een manier om jezelf uit te drukken. (expressievorm)
Je gebruikt je lichaam als instrument om met beweging plezier, vreugde, emotie en intentie vorm te
geven.
1.1 De contexten van dans
Er worden 3 contexten onderscheiden:
- Artistieke context
o Dans als kunstvorm.
o Meestal uitgevoerd door professionele dansers met een gespecialiseerde opleiding.
o Dansen worden ontworpen door choreografen.
o Dans gaat altijd om een belevingsaspect dat gecommuniceerd wordt met een
publiek. Het kan ook een boodschap of mededeling overbrengen.
o Kijken naar dans draagt bij aan de culturele – en sociaal-emotionele ontwikkeling van
kinderen.
- Sociale context
o Het gaat om het gezelschap waarmee je danst. (vorm van sociaal contact)
o Bijv. thuis, op een danscursus, tijdens het uitgaan, soms op straat.
o Dansen zijn vaak volgens bepaalde tradities vormgegeven en worden van generatie
op generatie overgedragen. Ze hebben dan ook een grote culturele waarde.
o Bijv. volksdansen: dit gebeurt vaak in een groep en geeft een gevoel van samenzijn.
- Educatieve context
o Dans is bedoeld om van, over en door te leren.
o Dans in het basisonderwijs vormt een onderdeel van het leergebied kunstzinnige
oriëntatie. Het gaat over dans als beweging én als cultuur.
o Het vakgebied dans geeft kinderen de gelegenheid om dans te ontdekken, te creëren
hun verbeelding en fantasie vorm te geven en dat te presenteren.
o Dans is in het basisonderwijs vaak verbonden met andere vakgebieden.
o Er is aandacht voor:
Dans: zelf ontdekken, creëren en evalueren van de dans staat centraal.
Gestructureerde dans: vastgelegde passen en patronen.
Dansreceptie en – reflectie: gericht kijken naar en praten over
dansonderwerpen.
1.2 Dans in het basisonderwijs
Richtlijn voor de invulling van lessen zijn de eisen voor kunstzinnige oriëntatie in de kerndoelen
primair onderwijs, en de tussendoelen en leerlijnen zoals geformuleerd door SLO.
In de praktijk zijn er twee varianten:
- De school biedt verschillende dansactiviteiten en werkvormen aan, zoals dansspelen,
musicals of het bijwonen van dansvoorstellingen.
- De school biedt gericht dansonderwijs aan door groepsleerkrachten en vakdocenten dans.
Incidentele dansactiviteiten
- Dansspelen
o Dansvariaties: stoelendans / schipper mag ik overvaren?
o Het doel is meestal ontspanning en samen plezier maken, maar soms ook om tijdens
de lessen leerlingen te activeren.
