HOOFDSTUK 1
Plexus lumbosacralis
- Plexus lumbalis
- Plexus sacralis
Opgebouwd uit rami ventralis van Nn. Spinales van lumbale resp. in de sacrale regio
Plexus lumbalis is Opgebouwd uit de sementen L1-L3 en een deel uit segment L4
Uit L4 ontstaan de 2 grootste zenuwen “de grote drie”
- N. obturatorius (L2-L4)
- N. femoralis (L2-L4)
De rest van segment L4 vervlecht met de tak uit L5 en vormt zo de truncus lumbosacralis. Deze ligt
voor M. piriformis en vormt met de takken van sementen S1 – S3 (uit de foramina pelvina sacralia) de
plexus sacralis
N. ischiadicus (L4-S3) = N. tibialis en N. fibularis (peroneus) communis. Deze 2 takken kunnen tot
zeer hoog gescheiden voorkomen.
HOOFDSTUK 2
2.1 articulatio sacro-iliacale
Gewrichtsoppervlakten
- Facies auricularis ossis sacri (sacrum)
- Ossis ilium (os coxae), draagt een kam die past in een sulcus op het sacrum
= deze sulcus en kam beschrijven een deel van een cirkel (middelpunt ligt in tuberositas iliaca)
Gewrichtsspleet
- Begrensd door vezelkraakbeen dat de beenderen bedekt
- Bestaat uit een rudimentaire synoviaalholte
- Radiologisch goed waarneembaar
- Staat bijna verticaal
- Beide komen naar caudaal iets naar elkaar toe
,Bij inflammatie is er een duidelijk pijnpunt palpeerbaar op de huid achter de gewricht
Capsula articularis
- Zeer stevig
- Normaal vastgehecht (dicht bij de omtrek van de
facies auricularis op beide beenderen)
- Verantwoordelijk voor sulcus paraglenoidalis (os
ilium)
Ligamenten
Ligamenta sacroiliaca
Ventrale ligamenta sacroiliaca
Tussen voorwand van kapsel, als een membraan tussen
beide beenderen gespannen
Interossea
Tuberositas sacralis - tuberositas iliaca
In de diepte
Dorsale ligamenta sacroiliaca
liggen nog meer dorsaal
spina iliaca posterior superior - crista sacralis lateralis
- Longa: oppervlakkiger, schuiner
- Brevia
Werking van de drie: sacrum tussen heupbeenderen houden (beletten
kantelen van sacrum niet vanwege ongunstige krachtarm)
Ligamentum iliolumbale
Crista iliaca – uiteinde van processus
costarius van 5de lumbaalwervel
Werking: dempen lateroflexie LWZ
, Ligamentum sacrospinale
Driehoekig
Laterale zijde van apex ossis sacri - basis ossis coccygis en spina ischiadica
Horizontaal verloop
Bedekt door lig. Sacrotuberale
Begrenst foramen ischiadicum maius aan caudale zijde
Begrenst foramen ischiadicum minus langs craniale zijde
Ligamentum sacrotuberale
oppervlakkig
verticaal verlopend
sterker van ligamentum sacrospinale
laterale achterzijde van spina iliaca posterior superior (sacrum) tot 2 de werven van os
coccyx - tuber ossis ischii
begrenst foramen ischiadicum minus langs onder
Werking: beletten van kantelen van sacrum naar achter met een zeer voordelige krachtarm
Bewegingen
Doordat de assen waardoor bewegingen mogelijk zijn niet dezelfde zijn, zijn theoretisch alle
bewegingen onmogelijk
Op het einde van de zwangerschap zou licht daling of stijging van de symphyse ten opzichte van
promotorium mogelijk zijn. Door de hormonale werking waarbij de gewrichtsbanden wat verslappen.
Plexus lumbosacralis
- Plexus lumbalis
- Plexus sacralis
Opgebouwd uit rami ventralis van Nn. Spinales van lumbale resp. in de sacrale regio
Plexus lumbalis is Opgebouwd uit de sementen L1-L3 en een deel uit segment L4
Uit L4 ontstaan de 2 grootste zenuwen “de grote drie”
- N. obturatorius (L2-L4)
- N. femoralis (L2-L4)
De rest van segment L4 vervlecht met de tak uit L5 en vormt zo de truncus lumbosacralis. Deze ligt
voor M. piriformis en vormt met de takken van sementen S1 – S3 (uit de foramina pelvina sacralia) de
plexus sacralis
N. ischiadicus (L4-S3) = N. tibialis en N. fibularis (peroneus) communis. Deze 2 takken kunnen tot
zeer hoog gescheiden voorkomen.
HOOFDSTUK 2
2.1 articulatio sacro-iliacale
Gewrichtsoppervlakten
- Facies auricularis ossis sacri (sacrum)
- Ossis ilium (os coxae), draagt een kam die past in een sulcus op het sacrum
= deze sulcus en kam beschrijven een deel van een cirkel (middelpunt ligt in tuberositas iliaca)
Gewrichtsspleet
- Begrensd door vezelkraakbeen dat de beenderen bedekt
- Bestaat uit een rudimentaire synoviaalholte
- Radiologisch goed waarneembaar
- Staat bijna verticaal
- Beide komen naar caudaal iets naar elkaar toe
,Bij inflammatie is er een duidelijk pijnpunt palpeerbaar op de huid achter de gewricht
Capsula articularis
- Zeer stevig
- Normaal vastgehecht (dicht bij de omtrek van de
facies auricularis op beide beenderen)
- Verantwoordelijk voor sulcus paraglenoidalis (os
ilium)
Ligamenten
Ligamenta sacroiliaca
Ventrale ligamenta sacroiliaca
Tussen voorwand van kapsel, als een membraan tussen
beide beenderen gespannen
Interossea
Tuberositas sacralis - tuberositas iliaca
In de diepte
Dorsale ligamenta sacroiliaca
liggen nog meer dorsaal
spina iliaca posterior superior - crista sacralis lateralis
- Longa: oppervlakkiger, schuiner
- Brevia
Werking van de drie: sacrum tussen heupbeenderen houden (beletten
kantelen van sacrum niet vanwege ongunstige krachtarm)
Ligamentum iliolumbale
Crista iliaca – uiteinde van processus
costarius van 5de lumbaalwervel
Werking: dempen lateroflexie LWZ
, Ligamentum sacrospinale
Driehoekig
Laterale zijde van apex ossis sacri - basis ossis coccygis en spina ischiadica
Horizontaal verloop
Bedekt door lig. Sacrotuberale
Begrenst foramen ischiadicum maius aan caudale zijde
Begrenst foramen ischiadicum minus langs craniale zijde
Ligamentum sacrotuberale
oppervlakkig
verticaal verlopend
sterker van ligamentum sacrospinale
laterale achterzijde van spina iliaca posterior superior (sacrum) tot 2 de werven van os
coccyx - tuber ossis ischii
begrenst foramen ischiadicum minus langs onder
Werking: beletten van kantelen van sacrum naar achter met een zeer voordelige krachtarm
Bewegingen
Doordat de assen waardoor bewegingen mogelijk zijn niet dezelfde zijn, zijn theoretisch alle
bewegingen onmogelijk
Op het einde van de zwangerschap zou licht daling of stijging van de symphyse ten opzichte van
promotorium mogelijk zijn. Door de hormonale werking waarbij de gewrichtsbanden wat verslappen.