Landschappen van Nederland
Geologie, bodem en landgebruik
A.G. Jongmans en anderen
Hoofdstuk 19: Het zuidwestelijke zeekleilandschap
Oorspronkelijk veengebied, door zee in verschillende fasen geërodeerd. In de Late Middeleeuwen
alleen nog bedijkt land over; klei op veen, doorsneden met kreekruggen (oudland). Hiertegen nieuw
sediment afgezet (nieuwland).
p.718 19.1 Het natuurlijke landschap
Zuidwestelijke zeekleilandschap; kustvlakte achter de zeebarrière. In het Holoceen uitgebreid
veengebied op oude zeeklei. Door inbraken van de zee werd veen aangetast. In begin zware klei via
kreken op veen afgezet. Kreken slibden gedeeltelijk dicht; in deze periode werd oudland (of
kernland) gevormd. Bodemvormende factor 800 – 100 jaar geleden. Eerst geen uitgesproken reliëf.
Door natte landschap weinig bodemvorming voor 10de eeuw. Reliëfvorming door differentiële klink
na incultuurname gebied door de mens. Hoogteverschillen van 1 – 1,5 meter. Daardoor de twee
landschappelijke eenheden, kreekruggen die hoger lagen en poelen die lagergelegen waren, goed
zichtbaar.
p.719 19.2 Het cultuurlandschap
19.2.1 Incultuurname
De eerste bewoners – Mens woonde tijdens inbreken van de zee al in veengebied. Late IJzertijd al
mensen op Walcheren. Romeinse Tijd; veen echt bewoond. Zeeland belangrijk als oversteek naar
Engeland. Romeinse tempel uit 1647 ligt enkele honderden meters in zee door kustafslag. Ook
Schelde liep toen anders, gezien de vondsten in de Oosterschelde uit Romeinse Tijd. In 3de eeuw
verdween de bevolking (verhoogde politieke instabiliteit, verhoogde stormfrequentie, inklinking van
veen). Vanaf 9de eeuw komt bevolking langzamerhand weer terug. Men woonde op kreekruggen.
1
Landschappen van Nederland
H19 Het zuidwestelijke zeekleilandschap Wigcher Verstraete
Geologie, bodem en landgebruik
A.G. Jongmans en anderen
Hoofdstuk 19: Het zuidwestelijke zeekleilandschap
Oorspronkelijk veengebied, door zee in verschillende fasen geërodeerd. In de Late Middeleeuwen
alleen nog bedijkt land over; klei op veen, doorsneden met kreekruggen (oudland). Hiertegen nieuw
sediment afgezet (nieuwland).
p.718 19.1 Het natuurlijke landschap
Zuidwestelijke zeekleilandschap; kustvlakte achter de zeebarrière. In het Holoceen uitgebreid
veengebied op oude zeeklei. Door inbraken van de zee werd veen aangetast. In begin zware klei via
kreken op veen afgezet. Kreken slibden gedeeltelijk dicht; in deze periode werd oudland (of
kernland) gevormd. Bodemvormende factor 800 – 100 jaar geleden. Eerst geen uitgesproken reliëf.
Door natte landschap weinig bodemvorming voor 10de eeuw. Reliëfvorming door differentiële klink
na incultuurname gebied door de mens. Hoogteverschillen van 1 – 1,5 meter. Daardoor de twee
landschappelijke eenheden, kreekruggen die hoger lagen en poelen die lagergelegen waren, goed
zichtbaar.
p.719 19.2 Het cultuurlandschap
19.2.1 Incultuurname
De eerste bewoners – Mens woonde tijdens inbreken van de zee al in veengebied. Late IJzertijd al
mensen op Walcheren. Romeinse Tijd; veen echt bewoond. Zeeland belangrijk als oversteek naar
Engeland. Romeinse tempel uit 1647 ligt enkele honderden meters in zee door kustafslag. Ook
Schelde liep toen anders, gezien de vondsten in de Oosterschelde uit Romeinse Tijd. In 3de eeuw
verdween de bevolking (verhoogde politieke instabiliteit, verhoogde stormfrequentie, inklinking van
veen). Vanaf 9de eeuw komt bevolking langzamerhand weer terug. Men woonde op kreekruggen.
1
Landschappen van Nederland
H19 Het zuidwestelijke zeekleilandschap Wigcher Verstraete