Geschreven mei 2023
Gebaseerd op powerpoints en lesno77es
,Les 1: Röntgenstalen – projec4eradiologie
Radiologische anatomie
Radiologie is een medisch specialisme waarin de geneesheer radioloog, bijgestaan door
radiologisch verpleegkundigen, op een niet- of weinig invasieve manier beelden maakt van
het menselijk lichaam en deze beelden gebruikt om:
- Enerzijds afwijkingen in de anatomie en func>e op te sporen, te omschrijven en in de
mate van het mogelijke te diagnos>ceren
- Anderzijds om meer invasieve diagnos>sche en therapeu>sche ingrepen uit te voeren
en/of te begeleiden
Het kunnen zien van structuren of organen hangt af van:
- De grooCe, bv. grooCe van de bijnier bij volwassene vs kind
- De samenstelling
- De ligging
- De gebruikte radiologische techniek
o Modaliteit: röntgenstralen, magne>sche resonan>e, ultrageluidsgolven
§ RX en CT: röntgenstralen
§ MRI: radiofrequen>egolven en magneetvelden
§ US: ultra-geluidsgolven
§ Nucleaire beeldvorming
o Gebruik van modaliteit: projec>ebeelden, doorsnedebeelden
Beeldvorming dmv röntgenstralen
= oudste niet-invasieve beeldvorming
Basiscomponenten van een röntgentoestel:
- Röntgenbuis
- Röntgenstralen
- Röntgendetector
Röntgenbuis
- Vacuumbuis
- Kathode - : gloeidraad (elektronen bron)
- Anode +: wolfraam spiraal à roteert
- Beschermingsomhulsel met lood
- Venster
- Diafragma
Röntgenstralen
Röntgenstraling wordt opgewekt in een vacuüm röntgenbuis. In de röntgenbuis bevindt zich
een elektrisch nega>ef geladen kathode en een elektrisch posi>ef geladen anode (Wolfraam
spiraal). Door een gloeistroompje door de kathode te voeren zal er een sterke verhiYng
(≥2200°C) van de spiraal optreden. Ten gevolge van de verhiYng komen elektronen vrij. Door
het gemaakte spanningsverschil tussen de anode en kathode (= buisspanning) zullen deze
elektronen naar de posi>eve geladen anode (= focus/trefplaat) schieten. Bij de afremming
van de elektronenstroom (= buisstroom) in de anode wordt de bewegingsenergie van de
, elektronen omgezet in röntgenstraling. De buisspanning wordt uitgedrukt in kilovolt (Kv) en
de buisstroom wordt uitgedrukt in milliampère (mA).
Het voltage is belangrijk want zal de strekte van de stralen bepalen.
Eigenschappen van röntgenstraling:
- Penetra>evermogen
o Absorp>e: X-straal houdt op te bestaan. Straal komt binnen in het lichaam en
kan volledig tegengehouden worden/ afgezwakt/ volledig door.
§ Dichtheid van de te doordringen stof
§ Dikte van de te doordringen stof: obese pt >< magere pt
§ Aard van de te doordringen stof (ab van atoomnummer)
§ Hardheid van de stralen (hardere stralen = kortere golflengte à betere
penetra>e voor hardere stralen)
o Verstrooiing
o Wanneer de stralen bij de pt terect komen zullen de stralen afgebogen
worden in alle rich>ngen waardoor het beeld minder scherp is.
§ Comptomverstrooiing: interac>e: verstrooide straling met lagere
frequen>e
§ Strooistraling: zelfde golflengte als de primaire bundel
Hoe meer de röntgenstralen worden tegengehouden (absorp5e
of verstrooiing) en niet op de fosforplaat/detector terechtkomen,
hoe denser (=wi?er) het beeld. Weefsels met een hoog
absorp5evermogen, zoals metaal/bot, zullen als dens afgebeeld
worden. Een ander voorbeeld: röntgenstralen zullen de
luchthoudende longen (zwart) makkelijker passeren. De
ontvangen informa5e op de plaat wordt omgezet in een digitaal
beeld. Translucen5e = doorlaatbaarheid.
Klierweefsel/vetweefsel verhouding gaat een invloed hebben
op grijswaarden
Veel klierweefsel (rechts): meer wit
Veel vetweefsel (linsk): meer zwart
Gaat invloed hebben op de diagnos5ek: tumor opsporen zal
moeilijker zijn in de rechter borst dan in de linker borst. Tumor
zal veel stralen absorberen dus wit.