Scheikunde Examentraining
Eigenschappen
Kern is positief geladen. Daarom is het negatief rond de kern.
In k schil zit 2 elektronen
In L schil zit 8 elektronen
In m schil zit 18 elektronen
Atoomnummer is protonen en elektronen
H^+ heeft 1 ion afgestoten
Isotoop is hetzelfde deeltje met een andere massa.
Groep 18 zijn de edelgassen
Groep 17 zijn de halogenen
Groep 1 zijn de alkalimetalen
Groep 2 zijn aardalkalimetalen
Na+ heeft 11 protonen, 22 neutronen en 10 elektronen
Stoffen
Ze hebben mengsels en dat zijn legeringen.
Je heb een oplossing (het is helder). Suspensie (is doorzichtige maar vast. Emulsie (troebel mengsel)
Je heb ook zuivere stoffen.
Metalen en niet metalen
Een metaal met een niet metaal is een zout
De verbindingen tussen moleculaire stoffen hebben een covelente binding en een molecuulformule.
Het zijn niet metalen met een niet metalen
De verbinding tussen zouten hebben ionen en een verhoudingsformule. Het is een metaal met niet
metaal gemixt.
Hydraat: CuSO4 – 5H2O
Hydrator= water toevoegen
Hydrolyse= water afsplitsen
1. Vind de langste C keten
2. Dubbele binding?
3. Karakteristieke groep?
OH geeft -ol
NH2 geeft -amine
COOH geeft – zuur
Verzadigd heeft geen dubbele binding
Onverzadigd heeft wel dubbele bindingen
Bindingen en stucturen
Vanderwaalsbinding:
Is tussen moleculen en het is afhankelijk van afstand en gewicht. Is het zwakst.
, Waterstofbruggen:
Tussen moleculen
Bij OH of NH groepen
Ionbinding:
Tussen ionen. En is het sterkst
Als het waterstofbruggen kan vormen dan is die polair en hydrofiel. Als dat het niet kan dan is het
apolair en hydrofoob
Een stof geleid stroom via vrije elektronen
Metaal heeft een metaalrooster en geleid stroom
Zout heeft een ionbinding en geleid alleen als het een oplossing is
Molecuul geleid niet
Thermoplast is een zacht plastic en heeft lange losse polymeerketens. En je kan het vervormen
weekmakers.
Thermoharder is een hard plastic en heeft polymeerketens met crosslinks en het is hitte bestendig.
Micro zijn moleculen, metaalionen (met microscoop)
Macro zijn moleculaire stoffen, metalen en zouten (met blote oog)
Reactie vergelijking opstellen
Soorten reacties: verbranding, oplosvergelijking, ontleding, synthese (ontstaan)
Volledige verbranding. Je moet voor de pijl O2 hebben en na de pijl CO2 + H2O
Onvolledige verbranding. Je moet voor de pijl O2 hebben en na de pijl CO + H2O
Oplosvergelijking. Voor de pijl vaste stof en na de pijl opgelost in water (het zijn meestal zouten)
Ontleding. Voor de pijl molecuul en na de pijl de onderdelen
Synthese (ontstaan). Voor de pijl de onderdelen en na de pijl de molecuul
Reactievergelijking opstellen
1. Zet juiste formules voor en na de pijl
2. Tel het aantal atomen links en rechts
3. Breng de atomen die niet alleen voorkomen eerst in evenwicht
4. Breng daarna de atomen die alleen voorkomen in evenwicht
Br2, I2, F2, O2, H2, Cl2
Zuur-base
Zuur: H ^+ donor
Base: H^+ acceptor
Zoutzuur is H^+ + Cl^-
Natronloog is Na^+ + OH^-
Bij een sterk zuur splitst alle H^+ af
Bij een zwak splitst niet alle H^+ af
Eigenschappen
Kern is positief geladen. Daarom is het negatief rond de kern.
In k schil zit 2 elektronen
In L schil zit 8 elektronen
In m schil zit 18 elektronen
Atoomnummer is protonen en elektronen
H^+ heeft 1 ion afgestoten
Isotoop is hetzelfde deeltje met een andere massa.
Groep 18 zijn de edelgassen
Groep 17 zijn de halogenen
Groep 1 zijn de alkalimetalen
Groep 2 zijn aardalkalimetalen
Na+ heeft 11 protonen, 22 neutronen en 10 elektronen
Stoffen
Ze hebben mengsels en dat zijn legeringen.
Je heb een oplossing (het is helder). Suspensie (is doorzichtige maar vast. Emulsie (troebel mengsel)
Je heb ook zuivere stoffen.
Metalen en niet metalen
Een metaal met een niet metaal is een zout
De verbindingen tussen moleculaire stoffen hebben een covelente binding en een molecuulformule.
Het zijn niet metalen met een niet metalen
De verbinding tussen zouten hebben ionen en een verhoudingsformule. Het is een metaal met niet
metaal gemixt.
Hydraat: CuSO4 – 5H2O
Hydrator= water toevoegen
Hydrolyse= water afsplitsen
1. Vind de langste C keten
2. Dubbele binding?
3. Karakteristieke groep?
OH geeft -ol
NH2 geeft -amine
COOH geeft – zuur
Verzadigd heeft geen dubbele binding
Onverzadigd heeft wel dubbele bindingen
Bindingen en stucturen
Vanderwaalsbinding:
Is tussen moleculen en het is afhankelijk van afstand en gewicht. Is het zwakst.
, Waterstofbruggen:
Tussen moleculen
Bij OH of NH groepen
Ionbinding:
Tussen ionen. En is het sterkst
Als het waterstofbruggen kan vormen dan is die polair en hydrofiel. Als dat het niet kan dan is het
apolair en hydrofoob
Een stof geleid stroom via vrije elektronen
Metaal heeft een metaalrooster en geleid stroom
Zout heeft een ionbinding en geleid alleen als het een oplossing is
Molecuul geleid niet
Thermoplast is een zacht plastic en heeft lange losse polymeerketens. En je kan het vervormen
weekmakers.
Thermoharder is een hard plastic en heeft polymeerketens met crosslinks en het is hitte bestendig.
Micro zijn moleculen, metaalionen (met microscoop)
Macro zijn moleculaire stoffen, metalen en zouten (met blote oog)
Reactie vergelijking opstellen
Soorten reacties: verbranding, oplosvergelijking, ontleding, synthese (ontstaan)
Volledige verbranding. Je moet voor de pijl O2 hebben en na de pijl CO2 + H2O
Onvolledige verbranding. Je moet voor de pijl O2 hebben en na de pijl CO + H2O
Oplosvergelijking. Voor de pijl vaste stof en na de pijl opgelost in water (het zijn meestal zouten)
Ontleding. Voor de pijl molecuul en na de pijl de onderdelen
Synthese (ontstaan). Voor de pijl de onderdelen en na de pijl de molecuul
Reactievergelijking opstellen
1. Zet juiste formules voor en na de pijl
2. Tel het aantal atomen links en rechts
3. Breng de atomen die niet alleen voorkomen eerst in evenwicht
4. Breng daarna de atomen die alleen voorkomen in evenwicht
Br2, I2, F2, O2, H2, Cl2
Zuur-base
Zuur: H ^+ donor
Base: H^+ acceptor
Zoutzuur is H^+ + Cl^-
Natronloog is Na^+ + OH^-
Bij een sterk zuur splitst alle H^+ af
Bij een zwak splitst niet alle H^+ af