Marktgedrag
Hoofdstuk 1
Aanbodoverschot: het aanbod is bij een bepaalde prijs groter dan de vraag.
Hierdoor zal de prijs dalen.
Bedrijfstakevenwicht: een situatie zonder overwinst. De prijs is gelijk aan de
gemiddelde totale kosten.
Break-evenafzet: de afzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale
kosten: er wordt geen winst gemaakt.
Break-evenomzet: de omzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale
kosten.
Break-evenpunt: het punt waar de lijn van de totale opbrengst de lijn van de
totale kosten snijdt. (TO=TK)
Collectieve aanbod: het aanbod van alle individuele producenten van een
bepaald goed of een dienst bij elkaar geteld.
Collectieve arbeidsovereenkomst: (= cao) een overeenkomst over de
arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen die in het bedrijf of in de
bedrijfstak werkt. Overeenkomst tussen werkgever(sbonden) en georganiseerde
werknemers (vakbonden) over de lonen en andere arbeidsvoorwaarden, die in de
individuele arbeidsovereenkomst moet worden gerespecteerd. Deze
overeenkomst wordt per bedrijf of bedrijfstak afgesloten.
Collectieve vraag: de vraag van alle individuen naar een bepaald goed of een
dienst bij elkaar opgeteld.
Constante kosten: (= vaste kosten) kosten die niet veranderen als de omvang
van de productie/afzet verandert.
Doorzichtige markt: (= transparante markt) de vragers naar en aanbieders van
een product zijn op de hoogte van het totale aanbod (prijs en andere
voorwaarden).
Evenwichtshoeveelheid: het aantal producten dat bij de evenwichtsprijs wordt
aangeboden en wordt gevraagd. De gevraagde hoeveelheid is dan gelijk aan de
aangeboden hoeveelheid.
Evenwichtsprijs: (= marktprijs) de prijs die tot stand komt op een markt als
vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
Hoeveelheidsaanpasser: op een markt waar de aanbieder geen invloed kan
uitoefenen op de marktprijs kan hij alleen beslissen hoeveel hij bij deze geldende
marktprijs gaat aanbieden.
Homogene goederen: goederen die in de ogen van de consument volkomen
gelijk zijn.
Imperfecte markt: markt die niet aan alle kenmerken van volkomen
concurrentie voldoet. (arbeidsmarkt)
Hoofdstuk 1
Aanbodoverschot: het aanbod is bij een bepaalde prijs groter dan de vraag.
Hierdoor zal de prijs dalen.
Bedrijfstakevenwicht: een situatie zonder overwinst. De prijs is gelijk aan de
gemiddelde totale kosten.
Break-evenafzet: de afzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale
kosten: er wordt geen winst gemaakt.
Break-evenomzet: de omzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale
kosten.
Break-evenpunt: het punt waar de lijn van de totale opbrengst de lijn van de
totale kosten snijdt. (TO=TK)
Collectieve aanbod: het aanbod van alle individuele producenten van een
bepaald goed of een dienst bij elkaar geteld.
Collectieve arbeidsovereenkomst: (= cao) een overeenkomst over de
arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen die in het bedrijf of in de
bedrijfstak werkt. Overeenkomst tussen werkgever(sbonden) en georganiseerde
werknemers (vakbonden) over de lonen en andere arbeidsvoorwaarden, die in de
individuele arbeidsovereenkomst moet worden gerespecteerd. Deze
overeenkomst wordt per bedrijf of bedrijfstak afgesloten.
Collectieve vraag: de vraag van alle individuen naar een bepaald goed of een
dienst bij elkaar opgeteld.
Constante kosten: (= vaste kosten) kosten die niet veranderen als de omvang
van de productie/afzet verandert.
Doorzichtige markt: (= transparante markt) de vragers naar en aanbieders van
een product zijn op de hoogte van het totale aanbod (prijs en andere
voorwaarden).
Evenwichtshoeveelheid: het aantal producten dat bij de evenwichtsprijs wordt
aangeboden en wordt gevraagd. De gevraagde hoeveelheid is dan gelijk aan de
aangeboden hoeveelheid.
Evenwichtsprijs: (= marktprijs) de prijs die tot stand komt op een markt als
vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
Hoeveelheidsaanpasser: op een markt waar de aanbieder geen invloed kan
uitoefenen op de marktprijs kan hij alleen beslissen hoeveel hij bij deze geldende
marktprijs gaat aanbieden.
Homogene goederen: goederen die in de ogen van de consument volkomen
gelijk zijn.
Imperfecte markt: markt die niet aan alle kenmerken van volkomen
concurrentie voldoet. (arbeidsmarkt)