Hoofdstuk 1 wat is het morele perspectief
Drie perspectieven: morele aspecten, feitelijke aspecten en subjectieve aspecten
Perspectief (wereld) Onderwerp Soort bewering Geldigheidsclaim
Cognitief Feiten Feitelijke bewering Wat is waar? Wat zijn de feiten?
Normatief (sociaal) Normen en waarden Normatieve bewering Wat is goed? Welke normen en
waarden spelen een rol?
Subjectief Gevoelens Expressieve bewering Wat is waarachtig? Hoe beleven de
betrokkenen deze situatie?
(gevoelens)
De drie perspectieven zijn al elkaar te onderscheiden maar tegelijk bestaat er tussen hen een
duidelijke samenhang. Ten eerste veronderstelt het normatieve perspectief het cognitieve
perspectief: morele oordelen zijn altijd oordelen over de werkelijkheid.
Ten tweede veronderstelt het subjectieve perspectief zowel het normatieve als het cognitieve
perspectief. Het gevoelsleven veronderstelt zowel een blik op de werkelijkheid als een moreel
oordeel hierover.
Waarden functioneren als criteria bij de beoordeling van situaties. Zij zijn een soort ideaal waaraan
wij de werkelijkheid spiegelen.
Waarden zijn collectieve voorstellingen omtrent het goede leven en de goede maatschappij.
Normen zijn handelingsvoorschriften over wat wij in een bepaalde situatie behoren te doen of na te
laten.
De woorden moraal en ethiek worden vaak gebruikt wanneer wij over waarden en normen praten.
Moraal is het geheel van opvattingen, beslissingen en handelingen waarmee mensen uitdrukken wat
zij behoorlijk vinden. Ethiek is de reflectie op het morele handelen.
Ethiek is niet het actief handelen in de praktijk, maar de reflectie daarop. Het is een kritisch kijken
naar die praktijk van bijvoorbeeld opvoeding en hulpverlening en daarbij analyseren en kritische
vragen stellen zoals:
- Welke morele waarden worden gehanteerd in deze praktijk?
- Welke waarden worden wel gerealiseerd en welke niet?
- Waarom is deze keuze gemaakt en welke alternatieven zijn er?
Wanneer je beschrijft welke waarden en normen worden gehanteerd in een praktijksituatie dan
spreek je van descriptieve ethiek.
Wanneer aan jou gevraagd wordt hoe je het morele gedrag van een persoon beoordeelt, dan
hanteer je een morele norm om tot een oordeel te komen. Je keurt dat gedrag af, omdat je het
discriminerend vindt (bijvoorbeeld). Dan ben je bezig met normatieve ethiek.
Ethiek is de systematische reflectie op de morele waarden en normen zoals die in onze samenleving
gelden of zullen gelden. De overeenkomst tussen het juridische en ethische ligt vooral in het
verleden. Lang voordat in Nederland de abortuswet werd aangenomen, is er lang een morele
discussie gevoerd over het al of niet toestaan van abortus.
Morele keuzes baseer je op je geweten.
Soms kiezen mensen ervoor om hun geweten te ‘sussen’, ze negeren dan hun innerlijke stem.