Landschappen van Nederland
Geologie, bodem en landgebruik
A.G. Jongmans en anderen
Hoofdstuk 15: Het laaggelegen veenlandschap
Duidelijke strokenverkaveling. Veenweidelandschap. Ondiepe grondwaterstand gedurende het hele
jaar; hoge slootwaterstanden, daardoor geen afrasteringen. Open landschap.
p.564 15.1 Het natuurlijke landschap
Kust- en riviervlakten beneden de +1 NAP en in benedenloop van beekdalen. Veenvorming werd
gevormd door Holocene zeespiegelstijging. Na sluiting kustbarrière groot, zoet tot brak, ondiep
getijdenbekken waarin rivieren uitmondden. Veengebied van Calais tot Denemarken.
Bodemvormende factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van het landschap en de bodem in
laaggelegen veenlandschappen;
a) Moedermateriaal (botanische samenstelling van het veen); zeggeveen, bosveen, rietveen en
veenmosveen. Zorgt voor verschillende eigenschappen van veen.
b) Mate van kleiafzetting op veen (door fluviatiele of mariene overstromingen).
c) Ontwateringstoestand van het veen.
Minerale sedimentatie en veengroei speelden hoofdrol; actief sedimentatielandschap. Landschap
was te nat voor bodemvormende processen, landschapsvorming in cultuur gebracht.
p.565 15.2 Het cultuurlandschap
15.2.1 Incultuurname
De eerste bewoners – Sporadische bewoning vanaf Vroege IJzertijd vooral langs riviermonden.
Noord-Nederland Late IJzertijd. Veehouderij. Rond Romeinse Tijd en rond 1000 na Christus drogere
klimaatperioden, juist dan landbouw in deze gebieden; beter begaanbaar. Aanwezigheid van
nutriënten bepaalde het gebruik van het veen; eutrofe rivier begeleidende venen met laag C/N-
quotiënt en oligotrofe kustvlaktevenen met hoog C/N-quotiënt.
Ontginning en ontstaan van nederzettingen – Overal was laagveengebied grootgrondbezit. In
cultuur gebracht rond de 10de eeuw. Makkelijk te ontwateren door ligging boven NAP. Ook hier cope-
ontginning, op basis van contracten tussen kolonisatoren en graven en bisschoppen van Holland en
Utrecht. Ontginning en vestiging op oeverwallen van rivieren en veenstroompjes. Klassieke cope-
1
Landschappen van Nederland
H15 Het laaggelegen veenlandschap Wigcher Verstraete
Geologie, bodem en landgebruik
A.G. Jongmans en anderen
Hoofdstuk 15: Het laaggelegen veenlandschap
Duidelijke strokenverkaveling. Veenweidelandschap. Ondiepe grondwaterstand gedurende het hele
jaar; hoge slootwaterstanden, daardoor geen afrasteringen. Open landschap.
p.564 15.1 Het natuurlijke landschap
Kust- en riviervlakten beneden de +1 NAP en in benedenloop van beekdalen. Veenvorming werd
gevormd door Holocene zeespiegelstijging. Na sluiting kustbarrière groot, zoet tot brak, ondiep
getijdenbekken waarin rivieren uitmondden. Veengebied van Calais tot Denemarken.
Bodemvormende factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van het landschap en de bodem in
laaggelegen veenlandschappen;
a) Moedermateriaal (botanische samenstelling van het veen); zeggeveen, bosveen, rietveen en
veenmosveen. Zorgt voor verschillende eigenschappen van veen.
b) Mate van kleiafzetting op veen (door fluviatiele of mariene overstromingen).
c) Ontwateringstoestand van het veen.
Minerale sedimentatie en veengroei speelden hoofdrol; actief sedimentatielandschap. Landschap
was te nat voor bodemvormende processen, landschapsvorming in cultuur gebracht.
p.565 15.2 Het cultuurlandschap
15.2.1 Incultuurname
De eerste bewoners – Sporadische bewoning vanaf Vroege IJzertijd vooral langs riviermonden.
Noord-Nederland Late IJzertijd. Veehouderij. Rond Romeinse Tijd en rond 1000 na Christus drogere
klimaatperioden, juist dan landbouw in deze gebieden; beter begaanbaar. Aanwezigheid van
nutriënten bepaalde het gebruik van het veen; eutrofe rivier begeleidende venen met laag C/N-
quotiënt en oligotrofe kustvlaktevenen met hoog C/N-quotiënt.
Ontginning en ontstaan van nederzettingen – Overal was laagveengebied grootgrondbezit. In
cultuur gebracht rond de 10de eeuw. Makkelijk te ontwateren door ligging boven NAP. Ook hier cope-
ontginning, op basis van contracten tussen kolonisatoren en graven en bisschoppen van Holland en
Utrecht. Ontginning en vestiging op oeverwallen van rivieren en veenstroompjes. Klassieke cope-
1
Landschappen van Nederland
H15 Het laaggelegen veenlandschap Wigcher Verstraete