Merel Kroeze
463823
ESWV3.ZA2
,Inhoud
Hulpverleningssituatie............................................................................................................................2
Micro-niveau......................................................................................................................................2
Aanvullende vragen............................................................................................................................2
Meso-niveau.......................................................................................................................................4
Reactie omgeving...........................................................................................................................5
Krachten en hulpbronnen systeem.................................................................................................5
Macro-niveau.....................................................................................................................................6
Analyse...................................................................................................................................................7
Inventarisatie belemmerende en bevorderende factoren.................................................................7
Hulpvraag...........................................................................................................................................9
Micro niveau...................................................................................................................................9
Meso niveau...................................................................................................................................9
Macro niveau................................................................................................................................10
Plan van aanpak....................................................................................................................................12
Doelen..............................................................................................................................................12
Informele en formele hulp............................................................................................................12
Online hulpverlening....................................................................................................................13
Acties................................................................................................................................................14
Regie – eigen kracht.....................................................................................................................14
Benadering op maat.........................................................................................................................15
Motiverende gespreksvoering......................................................................................................15
Cognitieve gedragstherapie..........................................................................................................16
Benadering op maat.....................................................................................................................16
Outreachend werken........................................................................................................................16
Mandaten.........................................................................................................................................17
Behoeften en knelpunten.................................................................................................................17
Uitvoering.............................................................................................................................................18
Uitvoering plan van aanpak..........................................................................................................18
Invulling verschillende rollen........................................................................................................18
Bijstelling plan van aanpak...........................................................................................................19
Eigen regie....................................................................................................................................19
Evaluatie...............................................................................................................................................20
Reflectie................................................................................................................................................21
Literatuur..............................................................................................................................................22
, Bijlagen.................................................................................................................................................25
Ecogram............................................................................................................................................25
Casusbeschrijving.........................................................................................................................26
Hulpverleningssituatie
Momenteel loop ik stage bij ORGANISATIE PLAATS. ORGANISATIE biedt begeleid/beschermd wonen
aan voor een gevarieerde doelgroep. ‘ORGANISATIE is er voor mensen met een beperking, maar ook
gezinnen die begeleiding nodig hebben kunnen bij ORGANISATIE terecht. Voor volwassenen,
jongeren of kinderen staat ORGANISATIE klaar om begeleiding en huisvesting op maat te bieden.’
(ORGANISATIE, z.d.).
ORGANISATIE biedt maatwerk begeleiding. Zo verschilt iedere methodiek/methode per cliënt. Er is
geen vaste richtlijn in welke methodiek gewerkt wordt, omdat geen enkele cliënt hetzelfde is en
hetzelfde behoeft. ‘Begeleiding op maat draait om jou. Omdat jij het beste weet wat je nodig hebt is
het belangrijk dat jij de regie in handen houdt. ORGANISATIE helpt hierbij als mederegisseur.’
(ORGANISATIE, z.d.). Zo zorgt ORGANISATIE ervoor dat het voor iedere cliënt duidelijk is waar hij of
zij hulp bij nodig heeft en gebruikt ORGANISATIE passende methodiek(en) om de cliënt hiermee te
helpen.
Iedere cliënt heeft een zorgplan met risico analyse en signaleringsplan. Dit wordt samen met de
cliënt opgesteld. De historie van de cliënt wordt beschreven en daarbij de hulpvraag/hulpvragen. De
doelen worden beschreven met uitleg en actieplan.
In overleg met cliënt J.D. hebben we besloten om samen een hulpverleningsplan op te stellen voor
zijn situatie. Er wordt gebruik gemaakt van voorgaande documentatie vanuit de zorginstelling
ORGANISATIE, zorginstelling Leger des Heils, de gemeente PLAATS en Verslavingszorg Noord
Nederland. De uitgebreide casusbeschrijving staat in de bijlage.
Micro-niveau
Aanvullende vragen
Welke probleemvelden, wensen en vragen zijn zichtbaar bij de cliënt?
Meneer is bekend met psychiatrische klachten (stemmen, angst- en dwanggedachten) en heeft
daarnaast een verleden met zwaar alcoholgebruik. Ook heeft hij last van depressieve periodes.
Meneer heeft een belaste jeugd gekend met traumatische ervaringen waaronder (seksueel) misbruik.
Welke relationele aspecten spelen een rol?
Uit het artikel van Jongsma, Keizer, Noordhuizen en Van der Horst (2015) blijkt dat het versterken
van sociale netwerken kan bijdragen aan empowerment van individuen. Het gaat hierbij om het
herstellen van verbindingen tussen mensen en het vergroten van de eigen regie en invloed van het
individu op zijn eigen leven. In het geval van CLIËNT zou het versterken van zijn netwerk dus kunnen
bijdragen aan zijn gevoel van empowerment. Het is belangrijk dat er niet alleen gekeken wordt naar
professionele hulpverlening, maar ook naar de informele steun uit zijn netwerk. Daarnaast kan het
inzetten van sociale technologie een mogelijkheid bieden om contacten te leggen en te
onderhouden. Zoals eerder beschreven in het artikel van Bannink en Voordt (2012) kan sociale