Farmacologie deel 3
GENEESMIDDELEN VAN HET CZS
ELLA COOMANS
,Inhoudsopgave
1 Depressie 3
1.1 Niet-selectieve reuptake inhibitoren 3
1.2 Selectieve re-uptake inhibitoren 5
1.3 MAOi 5
1.4 AD direct werkend op neuroreceptoren 6
1.5 Fytofarmaca 6
2 Psychose en manie: antipsychotica en lithium 8
2.1 Antipsychotica 8
2.2 Lithium 11
3 Epilepsie 14
3.1 Blokkering Na-kanalen 14
3.2 GABA-erge stimulatie 16
3.3 Andere anti-epileptica 17
4 Parkinson en parkinsonisme 18
5 Andere bewegingsstoornissen 22
5.1 Tremor 22
5.2 Medicatie-geïnduceerde dyskinesie/dystonie 22
5.3 Maligne antipsychotica syndroom 22
5.4 Restless legs syndroom 22
6 Skeletspierrelaxantia 23
7 Alzheimer 24
8 Pijn 25
8.1 Opioïde analgetica 25
8.2 Lokale anesthetica 29
8.3 Kankerpijn 30
8.4 Neuropathische pijn 30
9 Hypnotica – Anxiolytica 31
9.1 Benzodiazepines 31
9.2 Stoffen met werking analoog aan deze van de benzodiazepines (Z-drugs) 35
2
,1 Depressie
Wat is een depressie?
- Tenminste één van de symptomen:
1. Gedeprimeerd gevoel en/of
2. Verlies aan interesse of plezier
- Bijkomend minstens 4 van de onderstaande symptomen gedurende een periode van ≥2
weken waardoor normale sociale interacties, werk, studies onmogelijk worden:
1. Gewichts-/eetlust- verlies of toename
2. Slaapstoornissen (slapeloosheid of toegenomen slaap)
3. Psychomotorische agitatie of retardatie
4. Vermoeidheid of futloosheid
5. Gevoel van waardeloosheid of excessief schuldgevoel
6. “executive dysfunctioning”, concentratieverlies
7. Suïcidale gedachten
- Vaak eerste periode op jonge leeftijd
- Mannen < vrouwen
- Chronisch, recidiverende aandoening
- Potentieel levensbedreigend: daling levensverwachting
Hypothese oorzaak: monoamine deficiëntie à antidepressiva verhogen NA of serotonerge
(S) of NA en S transmissie
à Cave: discrepantie acuut effect op transmissie versus langzaam klinisch effect
(waarschijnlijk is er bijkomend effect agv heropnameremming neurotransmitters)
Therapeutische opties:
1) Psychotherapie
2) Psychofarmaca (30-40% placebo respons):
a. Niet-selectieve reuptake inhibitoren:
- TriCyclische Antidepressiva (TCA)
- Serotonine- en NA Re-uptake Inhibitoren (SNRI)
- NA- en DA reuptake inhibitoren
b. Selectieve reuptake inhibitoren:
- Selectieve Serotonine Re-uptake Inhibitoren (SSRI)
- Selectieve NA Re-uptake Inhibitoren
c. Monoamine-oxidase inhibitoren (MAO-Is)
d. Antidepressiva direct werkend op neuroreceptoren
3) Fytofarmaca: Sint-Janskruid
1.1 Niet-selectieve reuptake inhibitoren
Tricyclische antidepressiva TCA
Producten Imipramine, clomipramine, amitriptyline, dosulepine, maprotiline,
nortryptyline
Werking Niet-selectieve inhibitie NET en SERT (heropname resp NA en 5-HT) à
verhoging concentratie NA en 5-HT in synaptische spleet
Farmacokinetiek - First pass effect à onvolledige absorptie
3
, - Hoge eiwitbinding
- Grote Vd (lipofiel, moet over BBB)
- CYP2D6-afhankelijk: cave polymorfismes, inductoren/inhibitoren
Soms actieve metabolieten:
o Imipramine à desipramine
o Amitriptyline à nortriptyline
- Inname: meestal 1x/dag (lange t1/2)
- TDM weinig zinvol
Bijwerkingen Vaak aanwezig aan begin van therapie en worden na tijd milder
- Anticholinerg (M): bv amitriptyline à xerostomie, obstipatie,
tachycardie, mydriasis/glaucoom, mictiestoornissen
- Anti-histaminerg (H1): sedatie (inname ‘s avonds; nortriptyline is
activerend dus ‘s morgens)
- Anti-adrenerg (α1): (orthostatische) hypotensie met als gevolg
reflextachycardie, (miosis: m dilatator is α1-afh, maar mydriasis gaat
winnen)
- Cardiotoxiciteit: QTc verlenging, aritmieën
- Varia:
o Gewichtstoename
o Seksuele stoornissen (ejaculatie, erectie, libido, orgasme)
o Excessief zweten
o Allergische reacties
Contra- - Hoge kans op zelfdoding
indicaties - Cardiaal: aritmieën, (recent) myocardinfarct
- Urogenitaal: urineretentie, prostaathypertrofie (BPH)
- Oftalmologisch: glaucoom
- CZS: epilepsie (verlaging van de convulsiedrempel)
Zwangerschap:
- Amitriptyline lijkt veilig
- Clomipramine en paroxetine: cardiale teratogene effecten
Interacties - Verdringingsinteracties
- Sedatie: cave hypnotica, alcohol, anxiolytica, …
- Sterker effect van sympathomimetica (e.g. fenylefrine)
- CYP2D6 substraten/inhibitoren/inductoren
Intoxicatie à vrezen voor convulsies en aritmieën
Serotonine- en NA (dual) re-uptake inhibitoren (SNRI)
Producten Venlafaxine, duloxetine
Farmacokinetiek - CYP2D6 inhibitor
- Goed geabsorbeerd
- Inname best ‘s morgens
Bijwerkingen Betere tolerantie dan TCA’s
- Venlafaxine: in hoge dosissen amfetamine-achtig stimulerend effect
à kan afhankelijkheid veroorzaken
4
GENEESMIDDELEN VAN HET CZS
ELLA COOMANS
,Inhoudsopgave
1 Depressie 3
1.1 Niet-selectieve reuptake inhibitoren 3
1.2 Selectieve re-uptake inhibitoren 5
1.3 MAOi 5
1.4 AD direct werkend op neuroreceptoren 6
1.5 Fytofarmaca 6
2 Psychose en manie: antipsychotica en lithium 8
2.1 Antipsychotica 8
2.2 Lithium 11
3 Epilepsie 14
3.1 Blokkering Na-kanalen 14
3.2 GABA-erge stimulatie 16
3.3 Andere anti-epileptica 17
4 Parkinson en parkinsonisme 18
5 Andere bewegingsstoornissen 22
5.1 Tremor 22
5.2 Medicatie-geïnduceerde dyskinesie/dystonie 22
5.3 Maligne antipsychotica syndroom 22
5.4 Restless legs syndroom 22
6 Skeletspierrelaxantia 23
7 Alzheimer 24
8 Pijn 25
8.1 Opioïde analgetica 25
8.2 Lokale anesthetica 29
8.3 Kankerpijn 30
8.4 Neuropathische pijn 30
9 Hypnotica – Anxiolytica 31
9.1 Benzodiazepines 31
9.2 Stoffen met werking analoog aan deze van de benzodiazepines (Z-drugs) 35
2
,1 Depressie
Wat is een depressie?
- Tenminste één van de symptomen:
1. Gedeprimeerd gevoel en/of
2. Verlies aan interesse of plezier
- Bijkomend minstens 4 van de onderstaande symptomen gedurende een periode van ≥2
weken waardoor normale sociale interacties, werk, studies onmogelijk worden:
1. Gewichts-/eetlust- verlies of toename
2. Slaapstoornissen (slapeloosheid of toegenomen slaap)
3. Psychomotorische agitatie of retardatie
4. Vermoeidheid of futloosheid
5. Gevoel van waardeloosheid of excessief schuldgevoel
6. “executive dysfunctioning”, concentratieverlies
7. Suïcidale gedachten
- Vaak eerste periode op jonge leeftijd
- Mannen < vrouwen
- Chronisch, recidiverende aandoening
- Potentieel levensbedreigend: daling levensverwachting
Hypothese oorzaak: monoamine deficiëntie à antidepressiva verhogen NA of serotonerge
(S) of NA en S transmissie
à Cave: discrepantie acuut effect op transmissie versus langzaam klinisch effect
(waarschijnlijk is er bijkomend effect agv heropnameremming neurotransmitters)
Therapeutische opties:
1) Psychotherapie
2) Psychofarmaca (30-40% placebo respons):
a. Niet-selectieve reuptake inhibitoren:
- TriCyclische Antidepressiva (TCA)
- Serotonine- en NA Re-uptake Inhibitoren (SNRI)
- NA- en DA reuptake inhibitoren
b. Selectieve reuptake inhibitoren:
- Selectieve Serotonine Re-uptake Inhibitoren (SSRI)
- Selectieve NA Re-uptake Inhibitoren
c. Monoamine-oxidase inhibitoren (MAO-Is)
d. Antidepressiva direct werkend op neuroreceptoren
3) Fytofarmaca: Sint-Janskruid
1.1 Niet-selectieve reuptake inhibitoren
Tricyclische antidepressiva TCA
Producten Imipramine, clomipramine, amitriptyline, dosulepine, maprotiline,
nortryptyline
Werking Niet-selectieve inhibitie NET en SERT (heropname resp NA en 5-HT) à
verhoging concentratie NA en 5-HT in synaptische spleet
Farmacokinetiek - First pass effect à onvolledige absorptie
3
, - Hoge eiwitbinding
- Grote Vd (lipofiel, moet over BBB)
- CYP2D6-afhankelijk: cave polymorfismes, inductoren/inhibitoren
Soms actieve metabolieten:
o Imipramine à desipramine
o Amitriptyline à nortriptyline
- Inname: meestal 1x/dag (lange t1/2)
- TDM weinig zinvol
Bijwerkingen Vaak aanwezig aan begin van therapie en worden na tijd milder
- Anticholinerg (M): bv amitriptyline à xerostomie, obstipatie,
tachycardie, mydriasis/glaucoom, mictiestoornissen
- Anti-histaminerg (H1): sedatie (inname ‘s avonds; nortriptyline is
activerend dus ‘s morgens)
- Anti-adrenerg (α1): (orthostatische) hypotensie met als gevolg
reflextachycardie, (miosis: m dilatator is α1-afh, maar mydriasis gaat
winnen)
- Cardiotoxiciteit: QTc verlenging, aritmieën
- Varia:
o Gewichtstoename
o Seksuele stoornissen (ejaculatie, erectie, libido, orgasme)
o Excessief zweten
o Allergische reacties
Contra- - Hoge kans op zelfdoding
indicaties - Cardiaal: aritmieën, (recent) myocardinfarct
- Urogenitaal: urineretentie, prostaathypertrofie (BPH)
- Oftalmologisch: glaucoom
- CZS: epilepsie (verlaging van de convulsiedrempel)
Zwangerschap:
- Amitriptyline lijkt veilig
- Clomipramine en paroxetine: cardiale teratogene effecten
Interacties - Verdringingsinteracties
- Sedatie: cave hypnotica, alcohol, anxiolytica, …
- Sterker effect van sympathomimetica (e.g. fenylefrine)
- CYP2D6 substraten/inhibitoren/inductoren
Intoxicatie à vrezen voor convulsies en aritmieën
Serotonine- en NA (dual) re-uptake inhibitoren (SNRI)
Producten Venlafaxine, duloxetine
Farmacokinetiek - CYP2D6 inhibitor
- Goed geabsorbeerd
- Inname best ‘s morgens
Bijwerkingen Betere tolerantie dan TCA’s
- Venlafaxine: in hoge dosissen amfetamine-achtig stimulerend effect
à kan afhankelijkheid veroorzaken
4