Belastingrecht
Hoofdstuk 1 Belastingen in Nederland
1.1 Inleiding
Directe en indirecte belastingen hebben in juridische en economische zin verschillende betekenissen.
Juridisch: Directe belastingen zijn de als zodanig in een heffingswet aangemerkte belastingen.
Indirecte belastingen zijn de niet directe belastingen.
Economisch: Directe belastingen zijn de belastingen die worden geheven bij
belastingplichtigen van wie de wetgever wil dat zij de belasting ook zelf dragen. Indirecte
belastingen worden gedragen door anderen (vaak consumenten).
1.2 Afbakening belastingbegrip
Het feit dat de wetgever een betaling aan de overheid tot belasting bestempelt, is van grote
betekenis.
Belastingen mogen slechts krachtens een wet worden geheven. (art. 104 Grondwet)
De ambtenaren die zijn belast met de heffing en de invordering van belastingen beschikken
over bijzondere bevoegdheden.
Het kan zijn dat de burger het niet eens is met een opgelegde belasting, deze kan beroep
aantekenen bij een afzonderlijke belastingrechter.
Het is van groot belang dat veel landen internationale verdragen hebben gesloten ter
voorkoming van dubbele belastingheffing.
Belastingen Onvrijwillige betalingen – anders dan als straf – aan de overheid, waar geen
rechtstreekse individuele prestatie tegenover staan, en die krachtens
rechtsregels worden gevorderd.
Juridisch: Iedere heffing die door de wetgever als zodanig wordt aangemerkt.
Economisch: Verplichte ‘overdrachten’ aan de overheid.
Vier belangrijke kenmerken:
Een belasting is een verplichte belasting aan de overheid.
o Inkomensoverdracht
o Vermogensoverdracht
De overheid levert geen individueel aanwijsbare tegenprestatie.
Belasting is geen straf.
De betaling vloeit voort uit een belastingwet.
Retributies Heffingen voor prestaties die specifiek op het terrein van de overheid liggen.
Staan tegenwoordig ook als rechten bekend (paspoortleges, griffierechten).
Overheidsprijzen Wanneer prestaties niet specifiek uit de overheidstaak voorvloeien, maar net
zo goed door particuliere bedrijven kunnen worden geleverd (bouwgrond).
Directe belastingen = VPB en IB
Indirecte belastingen = OB
Hoofdstuk 1 Belastingen in Nederland
1.1 Inleiding
Directe en indirecte belastingen hebben in juridische en economische zin verschillende betekenissen.
Juridisch: Directe belastingen zijn de als zodanig in een heffingswet aangemerkte belastingen.
Indirecte belastingen zijn de niet directe belastingen.
Economisch: Directe belastingen zijn de belastingen die worden geheven bij
belastingplichtigen van wie de wetgever wil dat zij de belasting ook zelf dragen. Indirecte
belastingen worden gedragen door anderen (vaak consumenten).
1.2 Afbakening belastingbegrip
Het feit dat de wetgever een betaling aan de overheid tot belasting bestempelt, is van grote
betekenis.
Belastingen mogen slechts krachtens een wet worden geheven. (art. 104 Grondwet)
De ambtenaren die zijn belast met de heffing en de invordering van belastingen beschikken
over bijzondere bevoegdheden.
Het kan zijn dat de burger het niet eens is met een opgelegde belasting, deze kan beroep
aantekenen bij een afzonderlijke belastingrechter.
Het is van groot belang dat veel landen internationale verdragen hebben gesloten ter
voorkoming van dubbele belastingheffing.
Belastingen Onvrijwillige betalingen – anders dan als straf – aan de overheid, waar geen
rechtstreekse individuele prestatie tegenover staan, en die krachtens
rechtsregels worden gevorderd.
Juridisch: Iedere heffing die door de wetgever als zodanig wordt aangemerkt.
Economisch: Verplichte ‘overdrachten’ aan de overheid.
Vier belangrijke kenmerken:
Een belasting is een verplichte belasting aan de overheid.
o Inkomensoverdracht
o Vermogensoverdracht
De overheid levert geen individueel aanwijsbare tegenprestatie.
Belasting is geen straf.
De betaling vloeit voort uit een belastingwet.
Retributies Heffingen voor prestaties die specifiek op het terrein van de overheid liggen.
Staan tegenwoordig ook als rechten bekend (paspoortleges, griffierechten).
Overheidsprijzen Wanneer prestaties niet specifiek uit de overheidstaak voorvloeien, maar net
zo goed door particuliere bedrijven kunnen worden geleverd (bouwgrond).
Directe belastingen = VPB en IB
Indirecte belastingen = OB