Vorm en beweging (week 1):
Bouw van de wervelkolom:
De wervelkolom, columna vertebralis is opgebouwd uit 33 benige werverls
(vertebrae) en 27 kraakbenige tussenwervelschijven (disci intervertebrales). 7
halswervels (vertebrae cervicales), 12 borstwervels (vertebrae thoracicae), 5
lendenwervels (vertebrae lumbales), het heiligbeen 5stuks (os sacrum) en het
stuitbeen 4stuks (os coccygis). Het os sacrum en het os coccygis bestaan uit
vergroeide wervels.
Van de overige 23 tussenwervelschijven (de zgn. presacrale tussenwervelschijven)
bevindt zich de meest craniale schijf tussen de tweede en de derde halswervel en
de meest caudale tussen de vijfde lendenwervel en het os sacrum.
Bouw van een wervel:
Een wervel bestaat uit een ventraal gelegen wervellichaam, het corpus vertebrae,
en een dorsaal gelegen wervelboog, de arcus vertebrae. Samen omgeven zij het
wervelgat(foramen vertebrale). Met elkaar vormen de foramina vertebralia van de hals-, borst- en
lendenwervels het wervelkanaal (de canalis vertebralis) waarin zich het ruggenmerg bevindt. Dit kanaal
zet zich in het os sacrum voort als de canalis sacralis en eindigt caudaal als de hiatus sacralis. Het
wervellichaam heeft de vorm van een cilinder en bestaat uit spongieus bot. Aan de boven- en aan de
onderzijde is het lichaam bekleed met dunne, hyaliene kraakbeenplaatjes. Deze plaatjes worden in
volwassen wervels omgeven door een benige randlijst.
De wervelboog bezit vrij grote rechter en linker dwarsuitsteeksels (de processus transversi) en een
ongepaard doornuitsteeksel (de processus spinosus). Verder bevinden zich boven en onder op de
wervelboog aan beide zijden gewrichtsuitsteeksels: aan de bovenzijde zijn dit de gepaarde processus
articulares superiores en aan de onderzijde de eveneens gepaarde processus articulares inferiores.
Deze bezitten gewrichtsvlakken, ook wel gewrichtsfacetten genoemd, voor de achterste
intervertebrale gewrichten. Onmiddellijk ventraal van de processus articulares bevinden zich groeven
aan de boven- en onderzijde van de wervelboog: de ondiepe incisura vertebralis superior aan de
bovenzijde en de veel diepere incisura vertebralis inferior aan de onderzijde. Samen vormen de twee
groeven het foramen intervertebrale(neuroforamen) dat doorgang verleent aan een
ruggenmergszenuw(zodat de zenuw de wervelkolom kan verlaten). De gedeelten van de wervelboog
met de incisurae vertebrales worden de boogvoetjes (de pediculi arcus vertebrae) genoemd; de
hierachter gelegen delen, die bij de wortel van de processus spinosus in elkaar overgaan, heten de
boogplaten (de laminae arcus vertebrae).
1