Hoofdstuk 1
Strategie: Waar willen wij naar toe + hoe komen wij daar?
Bepalen koers onderneming op lange termijn (5 a 10 jaar) wil varen
Missie: Verleden Tijdloos: Wie, wat hoe-vraag + Ambities en doelen + normen en waarden bedrijf
Bestaansrecht ontleent: waartoe, willen bereiken en maakt uniek?
Visie: Toekomst 3-5 jaar: plan van aanpak: waarvoor staan + gericht omgeving + hoe met wereld wil omgaan
Doelstelling ondernemingen missie visie realiseren
Strategisch niveau: Directie: Lang termijn: jarenplan
Tactisch niveau: Managers: Middellang termijn: 1 jaar, maandenplan
Operationeel niveau: Werknemers: Kort termijn: dagelijkse uitvoeringen, dag, week, maand
*Driehoek: Directie punt (lang), leidinggevende midden (middelland), werknemers onderaan (kort).
Planning en controlcyclus: Besturen van onderneming is continuproces, bestaat uit vier activiteiten:
Plannen, uitvoeren, controleren + corrigeren
Functies management: Vertaling van activiteiten uit planning-en-control cyclus naar functies management:
Plannen, organiseren, coördineren, dirigeren + controleren
Kritische succesfactoren KSF: Bij strategisch besturen: Directie richten op kritische succesfactoren: KSF’s
- KSF is factor van onderneming/omgeving essentieel is voor de continuïteit en het succes van de organisatie:
Winstgevendheid, gemotiveerde medewerkers, tevreden klanten + snelle levertijden.
KSF meten: prestatie-indicatoren (PI’S): winstmarge (%), ziekteverzuim (%), klanttevredenheid (cijfer op schaal 1 - 10)
Klanttevredenheid: net promotor score (NPS): Aanbevelen vriend? % afzetten -> andere organisatie
SMART-principes: Formuleren KSF en PI’s belang SMART-principe voldaan:
Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden.
Balanced Score Card: KSF Evenwicht: met BSC
- Financieel perspectief: winstgevend + omzet + cashflow + budgetrealisatie: Aandeel houders verwacht van ons
- Perspectief van de klant: Levertijd + marktaandeel + prijs-kwaliteit: Klant verwacht van ons
- Perspectief interne processen: Kwaliteit + ziekteverzuim + productietempo: Blijven verbeteren en groeien
- Perspectief innovatie en lerend vermogen: Nieuwe markten produceren + product processen
Meerjarenbegroting: strategie bepaalde met missie + visie -> vertaald doelstellingen:
Productiemiddelen beschikbaar + gebruikt om strategische doelstellingen te bereiken: jaarbegroting
Managementprincipes: Niet alleen strategisch management:
-Financieel, personeel (HRM), marketing, ICT, Informatie, kwaliteit, operations + procesmanagement
Verandermanagement: veranderen structuur/werkwijze organisatie (projectplan)
-Ontwerpmodel: Gepland veranderen: Vooraf vast te stellen
-Ontwikkelmodel: Niet voorgeschreven: Spontaan veranderen: corona/grote klant verkocht.
Projectmanagement: Systematisch: voorbereid, gepland, uitgevoerd en afgerond. (projectplan) *examen vraag
- Start project
- Planning project: Deelprojecten bepaald: schilderen/stukken
- Uitvoering werkzaamheden: verschillende fasen deelprojecten
- Opvolging projectvoortgang
- Afronding en beëindiging
,Organigram:
- Schematische weergave van de organisatiestructuur
- Maakt hiërarchie en formele relaties tussen functies en afdelingen zichtbaar
Soorten afdelingen en relaties in organigram
Lijnafdelingen: Lijn rechtstreeks bereiken organisatiedoel: productieafdeling
Lijnrelatie: Relatie tussen teamleider en medewerker: hiërarchische relatie/bevoegdheid
Ondersteunende afdelingen
Stafafdelingen: Adviserende rol
Stafrelatie: Geen sprake van hiërarchie
-Functionele bevoegdheid: OR met de directie
Organisatiestructuren: Opbouw en samenhang afdelingen + taken organisatie
- Functiegebouw: Alle functiebeschrijvingen
- Organieke structuur: Organisatie + afdeling + onderdelen
- Personele structuur: Directeur, management en personeel (wie voor wat verantwoordelijk)
Lijnorganisatie: Eenheid van bevel + gezag
Voordelen: Overzichtelijk + duidelijke organisatie + Duidelijk wie de baas is + Opdrachten eenduidig 1 persoon
Nadelen: Structuur niet flexibel + zichzelf afdeling minder samenwerken + managers zware verantwoordelijk afdeling.
Functionele organisatie: Iedere afdeling verantwoordelijk 1 inhoudelijk aspect
Voordelen: Specialiseren + efficiënt gewerkt + meer structuur + minder inwerktijd + minder kwetsbaar
Nadelen: Opdrachten meerdere + duur + uitgespeeld chefs + personeel minder flexibel
Lijn-stagorganisatie: Hoog niveau staffunctionarissen adviserende en ondersteunende rol: Directie eindverantwoordelijk
Voordelen: Eenheid van bevel gehandhaafd + deskundige ondersteuning + betere samenwerking afdelingen +
taakverlichting lijnfunctionarissen + verhoging efficiency + manager meer aansturen
Nadelen: Spanningsveld lijn en staf + fouten staf lijn verantwoordelijk + staf veel bevoegdheden +
lijn en staf langs elkaar heen + lijn kan afhankelijk worden staf + staf teveel bevoegdheden krijgen
Matrixorganisatie: Combi functionele met divisiestructuur: 2 leidinggevende
Voordelen: Eenvoudige kennisoverdracht + Specialisatie + inspelen wensen leiding + markt en technologie +
korte overleglijnen + minder nadruk afdelingsbelang + schoolvergroting mogelijk
Nadelen: Dubbele leiding + rapportage boven is tijdrovend + werk afdeling en deelname project zware belasting
medewerkers + moeilijk goed te managen + coachen en begeleiden lastig en duur
Projectorganisatie: Matrix: tijdelijk project: 2 leidinggevende lijnbaas + projectleiding
Voordelen: Makkelijk in-en uitstappen + geschikt opdrachten niet binnen 1 afdeling opgelost
Nadelen: projectdeelnemer 2 petten dragen + medewerker langere tijd project
Divisieorganisatie: Zelfstandige (divisie) binnen een organisatie: hoe doen aan jou: winst maken
Voordelen: Eigen markt richten + slagvaardiger en flexibeler + pluspunten kleine gecombineerd grote organisatie.
Nadelen: eenheid divisies ver te zoeken + medewerkers niet verbonden organisatie + divisiebelang voorrang +
niet optimaal kennis ervaring andere divisies.
, Mintzberg organisatiestructuren
Hoofdstuk 2
Strategie: Waar willen wij naar toe + hoe komen wij daar?
Bepalen koers onderneming op lange termijn (5 a 10 jaar) wil varen
Missie: Verleden Tijdloos: Wie, wat hoe-vraag + Ambities en doelen + normen en waarden bedrijf
Bestaansrecht ontleent: waartoe, willen bereiken en maakt uniek?
Visie: Toekomst 3-5 jaar: plan van aanpak: waarvoor staan + gericht omgeving + hoe met wereld wil omgaan
Doelstelling ondernemingen missie visie realiseren
Strategisch niveau: Directie: Lang termijn: jarenplan
Tactisch niveau: Managers: Middellang termijn: 1 jaar, maandenplan
Operationeel niveau: Werknemers: Kort termijn: dagelijkse uitvoeringen, dag, week, maand
*Driehoek: Directie punt (lang), leidinggevende midden (middelland), werknemers onderaan (kort).
Planning en controlcyclus: Besturen van onderneming is continuproces, bestaat uit vier activiteiten:
Plannen, uitvoeren, controleren + corrigeren
Functies management: Vertaling van activiteiten uit planning-en-control cyclus naar functies management:
Plannen, organiseren, coördineren, dirigeren + controleren
Kritische succesfactoren KSF: Bij strategisch besturen: Directie richten op kritische succesfactoren: KSF’s
- KSF is factor van onderneming/omgeving essentieel is voor de continuïteit en het succes van de organisatie:
Winstgevendheid, gemotiveerde medewerkers, tevreden klanten + snelle levertijden.
KSF meten: prestatie-indicatoren (PI’S): winstmarge (%), ziekteverzuim (%), klanttevredenheid (cijfer op schaal 1 - 10)
Klanttevredenheid: net promotor score (NPS): Aanbevelen vriend? % afzetten -> andere organisatie
SMART-principes: Formuleren KSF en PI’s belang SMART-principe voldaan:
Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden.
Balanced Score Card: KSF Evenwicht: met BSC
- Financieel perspectief: winstgevend + omzet + cashflow + budgetrealisatie: Aandeel houders verwacht van ons
- Perspectief van de klant: Levertijd + marktaandeel + prijs-kwaliteit: Klant verwacht van ons
- Perspectief interne processen: Kwaliteit + ziekteverzuim + productietempo: Blijven verbeteren en groeien
- Perspectief innovatie en lerend vermogen: Nieuwe markten produceren + product processen
Meerjarenbegroting: strategie bepaalde met missie + visie -> vertaald doelstellingen:
Productiemiddelen beschikbaar + gebruikt om strategische doelstellingen te bereiken: jaarbegroting
Managementprincipes: Niet alleen strategisch management:
-Financieel, personeel (HRM), marketing, ICT, Informatie, kwaliteit, operations + procesmanagement
Verandermanagement: veranderen structuur/werkwijze organisatie (projectplan)
-Ontwerpmodel: Gepland veranderen: Vooraf vast te stellen
-Ontwikkelmodel: Niet voorgeschreven: Spontaan veranderen: corona/grote klant verkocht.
Projectmanagement: Systematisch: voorbereid, gepland, uitgevoerd en afgerond. (projectplan) *examen vraag
- Start project
- Planning project: Deelprojecten bepaald: schilderen/stukken
- Uitvoering werkzaamheden: verschillende fasen deelprojecten
- Opvolging projectvoortgang
- Afronding en beëindiging
,Organigram:
- Schematische weergave van de organisatiestructuur
- Maakt hiërarchie en formele relaties tussen functies en afdelingen zichtbaar
Soorten afdelingen en relaties in organigram
Lijnafdelingen: Lijn rechtstreeks bereiken organisatiedoel: productieafdeling
Lijnrelatie: Relatie tussen teamleider en medewerker: hiërarchische relatie/bevoegdheid
Ondersteunende afdelingen
Stafafdelingen: Adviserende rol
Stafrelatie: Geen sprake van hiërarchie
-Functionele bevoegdheid: OR met de directie
Organisatiestructuren: Opbouw en samenhang afdelingen + taken organisatie
- Functiegebouw: Alle functiebeschrijvingen
- Organieke structuur: Organisatie + afdeling + onderdelen
- Personele structuur: Directeur, management en personeel (wie voor wat verantwoordelijk)
Lijnorganisatie: Eenheid van bevel + gezag
Voordelen: Overzichtelijk + duidelijke organisatie + Duidelijk wie de baas is + Opdrachten eenduidig 1 persoon
Nadelen: Structuur niet flexibel + zichzelf afdeling minder samenwerken + managers zware verantwoordelijk afdeling.
Functionele organisatie: Iedere afdeling verantwoordelijk 1 inhoudelijk aspect
Voordelen: Specialiseren + efficiënt gewerkt + meer structuur + minder inwerktijd + minder kwetsbaar
Nadelen: Opdrachten meerdere + duur + uitgespeeld chefs + personeel minder flexibel
Lijn-stagorganisatie: Hoog niveau staffunctionarissen adviserende en ondersteunende rol: Directie eindverantwoordelijk
Voordelen: Eenheid van bevel gehandhaafd + deskundige ondersteuning + betere samenwerking afdelingen +
taakverlichting lijnfunctionarissen + verhoging efficiency + manager meer aansturen
Nadelen: Spanningsveld lijn en staf + fouten staf lijn verantwoordelijk + staf veel bevoegdheden +
lijn en staf langs elkaar heen + lijn kan afhankelijk worden staf + staf teveel bevoegdheden krijgen
Matrixorganisatie: Combi functionele met divisiestructuur: 2 leidinggevende
Voordelen: Eenvoudige kennisoverdracht + Specialisatie + inspelen wensen leiding + markt en technologie +
korte overleglijnen + minder nadruk afdelingsbelang + schoolvergroting mogelijk
Nadelen: Dubbele leiding + rapportage boven is tijdrovend + werk afdeling en deelname project zware belasting
medewerkers + moeilijk goed te managen + coachen en begeleiden lastig en duur
Projectorganisatie: Matrix: tijdelijk project: 2 leidinggevende lijnbaas + projectleiding
Voordelen: Makkelijk in-en uitstappen + geschikt opdrachten niet binnen 1 afdeling opgelost
Nadelen: projectdeelnemer 2 petten dragen + medewerker langere tijd project
Divisieorganisatie: Zelfstandige (divisie) binnen een organisatie: hoe doen aan jou: winst maken
Voordelen: Eigen markt richten + slagvaardiger en flexibeler + pluspunten kleine gecombineerd grote organisatie.
Nadelen: eenheid divisies ver te zoeken + medewerkers niet verbonden organisatie + divisiebelang voorrang +
niet optimaal kennis ervaring andere divisies.
, Mintzberg organisatiestructuren
Hoofdstuk 2