Hoofdstuk 1, verkenning
1.2. Migratiegeschiedenis in vogelvlucht
Gedurende de hele menselijke geschiedenis is onder andere Nederland beïnvloed door
migratieprocessen.
In de late 16e en 17e eeuw was Nederland één van de weinige landen waar een betrekkelijk grote
mate van geloofsvrijheid bestond. Veel joden uit Spanje en Portugal trokken naar Nederland. In de
18e en 19e eeuw kwamen duizenden Duitse arme arbeiders naar Nederland. Zij werden ook wel
spottend poepen of hannekemaaiers genoemd. Naar de nieuwe, door indijking verkregen vruchtbare
landbouwgronden in Noord Nederland. Echter sommigen van deze arbeiders ontpopten zich tot
succesvolle textielhandelaren. Denk aan C&A.
1.4. Vluchtelingen en asielzoekers
Vluchtelingen moeten door de UNHCR (het hoge commissariaat voor vluchtelingen van de VN) als
vluchteling worden aangekaart. Oftewel, een UNHCR keurmerk dragen.
Vluchteling is niet alleen een woord om iemand aan te duiden die op de vlucht is geslagen maar het
is ook een juridisch begrip. Asielzoeker zijn ook vluchtelingen, echter zij hebben geen YNHCR
keurmerk en kunnen dus aan de grenzen tegen worden gehouden. Zij kunnen wel een tijdige
verblijfsvergunning krijgen als omstandigheden en redenen van humanitaire aard daartoe aanleiding
geven.
1.5. Begrippen en aanduidingen
Culturele minderheden wordt als beleidsterm gehanteerd. Echter begin jaren 80 werd er door de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de aanduidingen allochtoon en autochtoon
geïntroduceerd.
Niet westerse allochtoon: De rest
Westerse allochtoon: Europeanen, Indonesië, Nederlandse Antillen plus Surinamers
Generaties:
De WRR kwam met de criteria over het aantal generaties dat nog binnen de aanduiding allochtoon
valt:
De eerste generatie oftewel de immigranten
De tweede generatie (geboren in Nederland)
De derde generatie (kinderen van de kinderen) (indien die zich nog in sterke mate zich
identificeren met het land en cultuur van de grootouders.
,1.7. Onderwijs
Een belangrijk, zo niet het belangrijkste beginsel van goed onderwijs is: op voet van gelijke kansen
maximale ontplooings mogelijkheden bieden aan de leerlingen.
ICO: intercultureel onderwijs
De maatschappij is niet zozeer het resultaat van het onderwijs; onderwijs is veeleer een resultaat van
de maatschappij.
Education cannot compensate for society Basil Bernstein 1970
Als het onderwijs verbeterd moet worden dan moet hier maatschappelijk draagvlak voor zijn. Met
andere woorden: de maatschappij moet dit ook willen.
, Hoofdstuk 2
2.2. 16,9 miljoen mensen
Juni 2015 telde Nederland ruim 16,9 miljoen inwoners waaronder ongeveer 2 miljoen allochtonen
(niet westers) volgens het Centraal Bureau Voor statistiek (CBS).
De vier grootste groepen niet-westerse allochtonen zijn: Turken, Marokkanen, Surinamers en
Antillianen en inwoners van de Caribische landen. Samen vormen zij ongeveer 63 % van de niet-
westerse allochtonen.
De overige 37 % bestaat uit vluchtelingen en asielzoekers van West-Afrika en Zuidoost- Azië en uit
landen in conflictregio’s.
Remigratie: emigratie en immigratie
De groei van de Turkse en Marokkaanse gemeenschap komt voornamelijk door het grote aantal
geboorten maar ook door het begrip huwelijksmigratie.
Er is een wetgeving aangenomen in de Europese en de Nederlandse wetgeving om meer grip te
krijgen op dit fenomeen. Dit om schijnhuwelijken en dwanghuwelijken tegen te gaan. Ook verbiedt
de wet huwelijksmigratie als er sprake is van een huwelijk tussen neef en nicht. In het eerste jaar na
het huwelijksvoltrekking is er een intensief traject van screening en controle door de IND.
In januari 2014 is er in Nederland de zogenoemde afstandsplicht ingevoerd.Het inleveren van je
paspoort als je de Nederlandse identiteit aanneemt. Ook wordt de tweede nationaliteit niet meer in
de bevolkingsregistratie opgenomen en geschrapt als deze er in stond.
Echter dit geld niet voor mensen uit landen die het wel toestaan om een tweede nationaliteit te
hebben. Ook geld dit niet voor erkende vluchtelingen.
2.3. Nogmaals vluchtelingen en asielzoekers
VN- vluchtelingen verdrag in Genève van 1951.
Mensen die als vluchteling zijn erkend mogen in Nederland verblijven totdat hun land van herkomst
niet langer meer als bedreigend wordt beschouwd.
Voor diegenen bij wie er niet direct kan worden vastgesteld of zij voor erkenning als vluchteling in
aanmerking komen, zogenoemde asielzoekers, moeten zich onderwerpen aan een moeilijke en vaak
langdurige onderzoeksprocedure.
Iemand die asiel aan wil vragen moet zich eerst melden in Ter Apel. Na een paar dagen weten zij naar
welk aanmeldcentrum zij moeten. Dit kan in Ter Apel, Schiphol, Zevenaar of Den Bosch.
De opvang en het verblijf wordt geregeld door het COA, Centraal Orgaan Asielzoekers.
Kinderen van vluchtelingen vallen onder de leerplichtswet en gaan dus naar school. Volwassen
hebben geen recht tot onderwijs of werk. Het enige recht dat zij hebben is het recht op medische
hulp in acute levensbedreigende situaties. Minderjarige vluchtelingen hebben zoals eerder vernoemd
wel recht op onderwijs.
1.2. Migratiegeschiedenis in vogelvlucht
Gedurende de hele menselijke geschiedenis is onder andere Nederland beïnvloed door
migratieprocessen.
In de late 16e en 17e eeuw was Nederland één van de weinige landen waar een betrekkelijk grote
mate van geloofsvrijheid bestond. Veel joden uit Spanje en Portugal trokken naar Nederland. In de
18e en 19e eeuw kwamen duizenden Duitse arme arbeiders naar Nederland. Zij werden ook wel
spottend poepen of hannekemaaiers genoemd. Naar de nieuwe, door indijking verkregen vruchtbare
landbouwgronden in Noord Nederland. Echter sommigen van deze arbeiders ontpopten zich tot
succesvolle textielhandelaren. Denk aan C&A.
1.4. Vluchtelingen en asielzoekers
Vluchtelingen moeten door de UNHCR (het hoge commissariaat voor vluchtelingen van de VN) als
vluchteling worden aangekaart. Oftewel, een UNHCR keurmerk dragen.
Vluchteling is niet alleen een woord om iemand aan te duiden die op de vlucht is geslagen maar het
is ook een juridisch begrip. Asielzoeker zijn ook vluchtelingen, echter zij hebben geen YNHCR
keurmerk en kunnen dus aan de grenzen tegen worden gehouden. Zij kunnen wel een tijdige
verblijfsvergunning krijgen als omstandigheden en redenen van humanitaire aard daartoe aanleiding
geven.
1.5. Begrippen en aanduidingen
Culturele minderheden wordt als beleidsterm gehanteerd. Echter begin jaren 80 werd er door de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de aanduidingen allochtoon en autochtoon
geïntroduceerd.
Niet westerse allochtoon: De rest
Westerse allochtoon: Europeanen, Indonesië, Nederlandse Antillen plus Surinamers
Generaties:
De WRR kwam met de criteria over het aantal generaties dat nog binnen de aanduiding allochtoon
valt:
De eerste generatie oftewel de immigranten
De tweede generatie (geboren in Nederland)
De derde generatie (kinderen van de kinderen) (indien die zich nog in sterke mate zich
identificeren met het land en cultuur van de grootouders.
,1.7. Onderwijs
Een belangrijk, zo niet het belangrijkste beginsel van goed onderwijs is: op voet van gelijke kansen
maximale ontplooings mogelijkheden bieden aan de leerlingen.
ICO: intercultureel onderwijs
De maatschappij is niet zozeer het resultaat van het onderwijs; onderwijs is veeleer een resultaat van
de maatschappij.
Education cannot compensate for society Basil Bernstein 1970
Als het onderwijs verbeterd moet worden dan moet hier maatschappelijk draagvlak voor zijn. Met
andere woorden: de maatschappij moet dit ook willen.
, Hoofdstuk 2
2.2. 16,9 miljoen mensen
Juni 2015 telde Nederland ruim 16,9 miljoen inwoners waaronder ongeveer 2 miljoen allochtonen
(niet westers) volgens het Centraal Bureau Voor statistiek (CBS).
De vier grootste groepen niet-westerse allochtonen zijn: Turken, Marokkanen, Surinamers en
Antillianen en inwoners van de Caribische landen. Samen vormen zij ongeveer 63 % van de niet-
westerse allochtonen.
De overige 37 % bestaat uit vluchtelingen en asielzoekers van West-Afrika en Zuidoost- Azië en uit
landen in conflictregio’s.
Remigratie: emigratie en immigratie
De groei van de Turkse en Marokkaanse gemeenschap komt voornamelijk door het grote aantal
geboorten maar ook door het begrip huwelijksmigratie.
Er is een wetgeving aangenomen in de Europese en de Nederlandse wetgeving om meer grip te
krijgen op dit fenomeen. Dit om schijnhuwelijken en dwanghuwelijken tegen te gaan. Ook verbiedt
de wet huwelijksmigratie als er sprake is van een huwelijk tussen neef en nicht. In het eerste jaar na
het huwelijksvoltrekking is er een intensief traject van screening en controle door de IND.
In januari 2014 is er in Nederland de zogenoemde afstandsplicht ingevoerd.Het inleveren van je
paspoort als je de Nederlandse identiteit aanneemt. Ook wordt de tweede nationaliteit niet meer in
de bevolkingsregistratie opgenomen en geschrapt als deze er in stond.
Echter dit geld niet voor mensen uit landen die het wel toestaan om een tweede nationaliteit te
hebben. Ook geld dit niet voor erkende vluchtelingen.
2.3. Nogmaals vluchtelingen en asielzoekers
VN- vluchtelingen verdrag in Genève van 1951.
Mensen die als vluchteling zijn erkend mogen in Nederland verblijven totdat hun land van herkomst
niet langer meer als bedreigend wordt beschouwd.
Voor diegenen bij wie er niet direct kan worden vastgesteld of zij voor erkenning als vluchteling in
aanmerking komen, zogenoemde asielzoekers, moeten zich onderwerpen aan een moeilijke en vaak
langdurige onderzoeksprocedure.
Iemand die asiel aan wil vragen moet zich eerst melden in Ter Apel. Na een paar dagen weten zij naar
welk aanmeldcentrum zij moeten. Dit kan in Ter Apel, Schiphol, Zevenaar of Den Bosch.
De opvang en het verblijf wordt geregeld door het COA, Centraal Orgaan Asielzoekers.
Kinderen van vluchtelingen vallen onder de leerplichtswet en gaan dus naar school. Volwassen
hebben geen recht tot onderwijs of werk. Het enige recht dat zij hebben is het recht op medische
hulp in acute levensbedreigende situaties. Minderjarige vluchtelingen hebben zoals eerder vernoemd
wel recht op onderwijs.
