Hoofdstuk 5: Elasticiteit
Elasticiteit
̶ Tot nu : kwalitatieve benadering van wijzigingen V en A
̶ Normaal gezien : als P↗ dan QV↘ ; als P↘, dan QV↗
̶ Vraag : “Met hoeveel wijzigt gevraagde of aangeboden hoeveelheid bij ∆P (∆Y)?”
̶ Overheid :
‒ Impact van belastingverhoging op:
̶ QV roken
̶ QV alcohol
‒ Impact van subsidie op:
̶ QV zonnepanelen
̶ Producent :
‒ Impact van prijsstijging op QV ?
‒ Impact van inkomensverandering op QV?
‒ Impact van prijswijziging andere producten op QV ?
Roken prijsinelastisch -> verslavend
Elasticiteit…
ü … laat ons toe vraag en aanbod met grotere precisie te analyseren
ü is een maatstaf van hoe kopers en verkopers reageren op veranderingen in de
marktomstandigheden
ü laat ons toe om te bepalen of de omzet zal stijgen, dalen, gelijk blijven wanneer de
prijs stijgt
ü is een meeteenheid waarmee wordt gemeten in welke mate
een variabele afhankelijk is van zijn bepalende factoren
Vraag of aanbod
Prijs, inkomen, prijs andere
goederen
Als inkomen stijgt met 1% hoeveel zal de gevraagde hoeveelheid dan wijzigen
,Prijselasticiteit van de vraag
De mate van gevoeligheid van de door de consumenten gevraagde hoeveelheid voor
prijsveranderingen
Prijselasticiteit zou 100%/-25% zijn is -4 -> fout!
De elasticiteit hangt af van de richting dat is niet goed
, Middelpuntelasticiteit
Uitkomst hangt af van de richting -> niet goed
Oplossing: niet delen door Q1 of Q0 maar door het gemiddelde -> middelpuntselasticiteit
̶ Stel : bij P=4,00 is QV=20; bij prijsdaling tot P=3,00 is QV=40
+ 100 %
̶ Ɛ VP = =¿ −4
−25 %
̶ Stel : bij P=3,00 is QV=40; bij prijsstijging tot P=4,00 is QV=20
−50 %
̶ Ɛ VP = =¿ −1,5
+ 33 %
̶ Zelfde prijzen, zelfde hoeveelheden, toch verschillende Ɛ VP !
̶ Opl. : Middelpuntelasticiteit
Nu niet meer afhankelijk van de richting -> altijd gebruiken in oefeningen tenzij anders
vermeld
Wet van de vraag
Vraag en prijs
ü Normale goederen : inverse relatie : P↗(↘)= QV↘(↗)
ü Uitzonderingen : P↗(↘)= QV↗(↘)
§ Speculatieve vraag
§ Veblen effect
§ Giffen effect
§ Prijs als kwaliteitsbarometer
Speculatieve vraag = aandeel stijgt en je verwacht dat het zal blijven stijgen, dit kan fout zijn;
bv bij huis kopen, je ziet de prijzen stijgen en denkt dat het meer gaat stijgen dus je wil de
prijsstijging voor zijn, mensen gaan dus meer kopen omdat de prijs stijgt
Elasticiteit
̶ Tot nu : kwalitatieve benadering van wijzigingen V en A
̶ Normaal gezien : als P↗ dan QV↘ ; als P↘, dan QV↗
̶ Vraag : “Met hoeveel wijzigt gevraagde of aangeboden hoeveelheid bij ∆P (∆Y)?”
̶ Overheid :
‒ Impact van belastingverhoging op:
̶ QV roken
̶ QV alcohol
‒ Impact van subsidie op:
̶ QV zonnepanelen
̶ Producent :
‒ Impact van prijsstijging op QV ?
‒ Impact van inkomensverandering op QV?
‒ Impact van prijswijziging andere producten op QV ?
Roken prijsinelastisch -> verslavend
Elasticiteit…
ü … laat ons toe vraag en aanbod met grotere precisie te analyseren
ü is een maatstaf van hoe kopers en verkopers reageren op veranderingen in de
marktomstandigheden
ü laat ons toe om te bepalen of de omzet zal stijgen, dalen, gelijk blijven wanneer de
prijs stijgt
ü is een meeteenheid waarmee wordt gemeten in welke mate
een variabele afhankelijk is van zijn bepalende factoren
Vraag of aanbod
Prijs, inkomen, prijs andere
goederen
Als inkomen stijgt met 1% hoeveel zal de gevraagde hoeveelheid dan wijzigen
,Prijselasticiteit van de vraag
De mate van gevoeligheid van de door de consumenten gevraagde hoeveelheid voor
prijsveranderingen
Prijselasticiteit zou 100%/-25% zijn is -4 -> fout!
De elasticiteit hangt af van de richting dat is niet goed
, Middelpuntelasticiteit
Uitkomst hangt af van de richting -> niet goed
Oplossing: niet delen door Q1 of Q0 maar door het gemiddelde -> middelpuntselasticiteit
̶ Stel : bij P=4,00 is QV=20; bij prijsdaling tot P=3,00 is QV=40
+ 100 %
̶ Ɛ VP = =¿ −4
−25 %
̶ Stel : bij P=3,00 is QV=40; bij prijsstijging tot P=4,00 is QV=20
−50 %
̶ Ɛ VP = =¿ −1,5
+ 33 %
̶ Zelfde prijzen, zelfde hoeveelheden, toch verschillende Ɛ VP !
̶ Opl. : Middelpuntelasticiteit
Nu niet meer afhankelijk van de richting -> altijd gebruiken in oefeningen tenzij anders
vermeld
Wet van de vraag
Vraag en prijs
ü Normale goederen : inverse relatie : P↗(↘)= QV↘(↗)
ü Uitzonderingen : P↗(↘)= QV↗(↘)
§ Speculatieve vraag
§ Veblen effect
§ Giffen effect
§ Prijs als kwaliteitsbarometer
Speculatieve vraag = aandeel stijgt en je verwacht dat het zal blijven stijgen, dit kan fout zijn;
bv bij huis kopen, je ziet de prijzen stijgen en denkt dat het meer gaat stijgen dus je wil de
prijsstijging voor zijn, mensen gaan dus meer kopen omdat de prijs stijgt