Dukers en baelemans
Mike D.
,Inhoud
1.1: verschil consumptief krediet en hypothecair krediet..................................................................4
1.2: verschillende vormen van consumptief krediet...........................................................................4
1.3: alternatieve financieringsvormen................................................................................................5
1.4: Wet- en regelgeving....................................................................................................................8
1.5: Het verstrekkingsproces............................................................................................................11
1.6: Toetsingen.................................................................................................................................13
1.7: Voorkomen overkreditering......................................................................................................14
2.1: kopen of huren?........................................................................................................................16
2.2: de woningmarkt.........................................................................................................................16
2.3: De koop van een woning...........................................................................................................18
2.4: het afsluiten van een hypothecair krediet.................................................................................21
2.5: maximale hypotheek op basis van marktwaarde......................................................................24
2.6: Maximale hypotheek op basis van inkomen..............................................................................25
2.7: Nationale Hypotheek Garantie..................................................................................................27
Hoofdstuk 3: Financieringsconstructies en hypotheekvormen.............................................................28
3.1: Aflosvormen en renteconstructies............................................................................................28
3.2: Bijzondere renteconstructies.....................................................................................................30
3.3: Financieringsconstructies..........................................................................................................31
Hoofdstuk 4: Fiscaliteit eigen woning...................................................................................................32
4.1: Inkomstenbelasting...................................................................................................................32
4.2: Overdrachtsbelasting.................................................................................................................37
4.3: Schenk- en erfbelasting.............................................................................................................37
Hoofdstuk 5: Life-events en risicobeheersing.......................................................................................39
5.1: Arbeidsongeschiktheid..............................................................................................................39
5.2: overlijden...................................................................................................................................40
5.3: Werkloosheid.............................................................................................................................41
5.4: Pensionering..............................................................................................................................41
5.5: (Echt)scheiding..........................................................................................................................42
5.6: Schadeverzekeringen.................................................................................................................43
Hoofdstuk 6: Wet- en regelgeving hypotheekadvisering......................................................................44
6.1: Leidraad hypotheekadvisering...................................................................................................44
6.2: Informatieverstrekking..............................................................................................................46
6.2: Kredietbeheer............................................................................................................................47
6.4: Wanbetaling..............................................................................................................................47
1
, WFT Hypothecair Krediet – Samenvatting 2025 Update
op de samenvatting
Deze samenvatting is geüpdatet op basis van de regelgeving omtrent hypothecair krediet voor het
jaar 2025.
Toetsinkomen en inkomenssituaties
Als iemand een flexibel contract of geen vast contract heeft gehad in de afgelopen drie jaar, mag het
huidige inkomen als toetsinkomen gebruikt worden, mits een deskundige verklaart dat het inkomen
bestendig is én de consument in totaal minimaal 12 maanden inkomen heeft gehad in die periode.
Bij de bepaling van het toetsinkomen wordt rekening gehouden met de pensioenleeftijd. Indien de
consument binnen tien jaar de pensioengerechtigde leeftijd bereikt (67 jaar en drie maanden), wordt
bij de berekening van het toetsinkomen uitgegaan van het inkomen ná de pensioenleeftijd.
Financieringslast en inkomen
De financieringslastpercentages zijn geactualiseerd en afgestemd op de koopkrachtontwikkeling
zoals vastgesteld door het Nibud. De tabellen voor 2025 beginnen bij een toetsinkomen van
minimaal €28.000 (het verwachte bruto minimumloon vanaf januari 2025).
Let op: bij een toetsinkomen lager dan dit minimumbedrag zijn afwijkingen of aanvullend beleid
mogelijk, afhankelijk van de specifieke situatie van de klant en de hypotheekverstrekker.
Overige aandachtspunten in 2025
Tweeverdieners mogen nog steeds het hoogste inkomen volledig meetellen en 90% van het
tweede inkomen.
De vastgestelde maximale hypotheek blijft afhankelijk van het inkomen, rentepercentage en
looptijd van de lening.
Studieschuld en andere verplichtingen blijven een belangrijk aandachtspunt bij de maximale
leencapaciteit.
Slotopmerkingen
De regels in deze samenvatting zijn gebaseerd op de “Regeling hypothecair krediet 2025” zoals
vastgesteld op 28 oktober 2024. Deze vervangt de normen uit de regeling 2023-2024.
Alle punten op een rij
De leennormen voor hypothecair krediet in 2025 blijven grotendeels gelijk aan die van 2024, met
enkele belangrijke wijzigingen en verduidelijkingen:
Verhoging extra leencapaciteit voor alleenstaanden: Het bedrag dat alleenstaanden met een
toetsinkomen hoger dan €28.000 extra kunnen lenen, stijgt van €16.000 naar €17.000.
2
, Inkomensbepaling bij flexibele arbeidscontracten: Indien een consument in de afgelopen drie
jaar geen vaste inkomsten had, mag de hypotheekverstrekker het huidige inkomen als
toetsinkomen gebruiken, mits een deskundige bevestigt dat dit inkomen bestendig is en de
consument in die periode minimaal twaalf maanden inkomen heeft gehad.
Toetsing bij naderen pensioenleeftijd: Voor consumenten die binnen tien jaar de
pensioengerechtigde leeftijd (momenteel 67 jaar en drie maanden) bereiken, dient de
aanbieder bij het vaststellen van het toetsinkomen uit te gaan van het inkomen na de
pensioenleeftijd.
Weging van studieleningen: De eerder voorgestelde wijziging in de weging van
studieleningen wordt niet doorgevoerd. Hierdoor wordt een studielening op dezelfde wijze
gewogen als in de berekening van de maximale hypotheek van 2024.
Aanpassing financieringslasttabellen: De tabellen met inkomens en bijbehorende
financieringslastpercentages zijn aangepast aan de veranderde koopkracht van huishoudens,
conform het advies van het Nibud. Deze tabellen beginnen bij een toetsinkomen van
€28.000, het verwachte bruto minimumloon vanaf januari 2025.
Deze wijzigingen zijn bedoeld om de leennormen beter af te stemmen op de actuele economische
omstandigheden en om verduidelijking te bieden aan zowel consumenten als kredietverstrekkers.
3