Oefentoets Jeugdzorg in beweging; organisatie, beleid en werking
Deze oefentoets bevat 36 vragen m.b.t. de stof die besproken is in de colleges en de opgegeven
literatuur.
Voorbeeld vragen:
Jet is uithuisgeplaatst, het is voor haar niet meer mogelijk om terug te keren naar huis. Van welke
variant is er in dit geval sprake?
a. Hulpverleningsvariant, hierbij wordt er naar een perspectief gezocht
b. Hulpverleningsvariant, hierbij krijgen ouders begeleiding bij verliesverwerking en
roldifferentiatie
c. Opvoedingsvariant, hierbij worden de toekomstmogelijkheden onderzocht
d. Opvoedingsvariant, hierbij krijgen ouders begeleiding bij verliesverwerking en
roldifferentiatie
Wat is er besloten n.a.v. het pleidooi verlengde pleegzorg?
a. Pleegzorg loopt, met instemming van het pleeggezin en -kind, standaard door tot de
leeftijd van 21 jaar. Daarna is er met toestemming van de gemeente een verlenging
mogelijk tot 23 jaar.
b. Pleegzorg loopt standaard door tot de leeftijd van 18 jaar. Daarna is er met toestemming
van de gemeente een verlenging mogelijk tot 21 jaar.
c. Pleegzorg loopt, met instemming van het pleeggezin en -kind, standaard door tot de
leeftijd van 18 jaar. Daarna is er met toestemming van de gemeente een verlenging
mogelijk tot 23 jaar.
d. Pleegzorg eindigt wanneer het kind de leeftijd van 18 heeft bereikt. Daarna mogen het
pleeggezin en -kind samen besluiten wat de vervolgstappen zijn.
Wat was de uitkomst van de meta-analyse van Goemans et al. over de ontwikkeling van kinderen in
pleegzorg
a. Over het algemeen ontwikkelden kinderen in de pleegzorg zich beter dan kinderen die
thuis bleven wonen in een onveilige omgeving
b. Er is geen verbetering gevonden in het functioneren van pleegkinderen
c. Pleegkinderen functioneerden beter dan kinderen in de residentiële jeugdzorg
d. Meisjes lieten geen verbetering zien in het functioneren, jongens lieten een kleine
verbetering zien
Deze oefentoets bevat 36 vragen m.b.t. de stof die besproken is in de colleges en de opgegeven
literatuur.
Voorbeeld vragen:
Jet is uithuisgeplaatst, het is voor haar niet meer mogelijk om terug te keren naar huis. Van welke
variant is er in dit geval sprake?
a. Hulpverleningsvariant, hierbij wordt er naar een perspectief gezocht
b. Hulpverleningsvariant, hierbij krijgen ouders begeleiding bij verliesverwerking en
roldifferentiatie
c. Opvoedingsvariant, hierbij worden de toekomstmogelijkheden onderzocht
d. Opvoedingsvariant, hierbij krijgen ouders begeleiding bij verliesverwerking en
roldifferentiatie
Wat is er besloten n.a.v. het pleidooi verlengde pleegzorg?
a. Pleegzorg loopt, met instemming van het pleeggezin en -kind, standaard door tot de
leeftijd van 21 jaar. Daarna is er met toestemming van de gemeente een verlenging
mogelijk tot 23 jaar.
b. Pleegzorg loopt standaard door tot de leeftijd van 18 jaar. Daarna is er met toestemming
van de gemeente een verlenging mogelijk tot 21 jaar.
c. Pleegzorg loopt, met instemming van het pleeggezin en -kind, standaard door tot de
leeftijd van 18 jaar. Daarna is er met toestemming van de gemeente een verlenging
mogelijk tot 23 jaar.
d. Pleegzorg eindigt wanneer het kind de leeftijd van 18 heeft bereikt. Daarna mogen het
pleeggezin en -kind samen besluiten wat de vervolgstappen zijn.
Wat was de uitkomst van de meta-analyse van Goemans et al. over de ontwikkeling van kinderen in
pleegzorg
a. Over het algemeen ontwikkelden kinderen in de pleegzorg zich beter dan kinderen die
thuis bleven wonen in een onveilige omgeving
b. Er is geen verbetering gevonden in het functioneren van pleegkinderen
c. Pleegkinderen functioneerden beter dan kinderen in de residentiële jeugdzorg
d. Meisjes lieten geen verbetering zien in het functioneren, jongens lieten een kleine
verbetering zien