Samenvatting naar leerdoelen VMVH6VGO
PPS-CONSTRUCTIES EN DE INTENTIEOVEREENKOMST TOEPASSEN
PPS: publiek-private samenwerking. Een samenwerking tussen publieke en private partijen. Afspraken over de
verdeling werkzaamheden en kosten, vaak in de vorm van een gemeenschappelijk
grondexloitatiemaatschappij.
Eerste project: Bouw van Wijkertunnel onder Noordzeekanaal en tunnel onder Noord bij Alblasserdam.
PPS bij VINEX:
1) Bouwclaimmodel:
a. Wordt vaak toegepast indien (meerdere) private partijen grond in een gebied hebben. Hierbij
verkopen de private partijen de grond aan de gemeente in ruil voor het recht (claim) of plicht
of afname van bouwrijpe kavels;
b. De gemeenten dragen vrijwel volledig alle risico’s van de grondexploitatie, dit is enigszins te
beperken door afname van bouwrijpe kavels contractueel te verplichten;
c. De sturingsmogelijkheden voor de gemeente zijn ook maximaal. In feite is er slechts beperkte
sprake van ‘samenwerking’: het bouwclaim-model zit dicht tegen actief grondbeleid aan;
d. Aandachtspunten zijn: aankoop en verkoopprijs van gronden, moment van betalingen, toets
aanbestedingsregels;
e. Meest gebruikte PPS-model.
2) Consultatiemodel:
a. Lijkt sterk op een klassieke, publieke gebiedsontwikkeling;
b. Rol van de overheid is groot. Die draagt het grondexploitatierisico voor eigen gronden en
verwerft doorgaans ook de gronden van private partijen;
c. Marktpartijen worden echter veel eerder betrokken dan in het klassieke model
(geconsulteerd). Al tijdens de planvorming worden marktpartijen gevraagd actief mee te
denken over de ontwikkeling en wordt hun specialistische kennis gebruikt om ideeën verder
uit te werken;
d. Op basis van uitgewerkte plannen wordt de ontwikkeling van gronden vaak overgelaten aan
marktpartijen;
e. Het beheer van de openbare ruimte vloeit dan doorgaans terug naar de gemeente.
3) Consessiemodel:
a. Bij met name kleinere woningbouwlocaties;
b. De grond is veelal in eigendom van de marktpartij of wordt voor zover gewenst door de
marktpartij verworven;
c. De gemeente ontwikkelt al dan niet samen met de marktpartij het plan en stelt het
bestemmingsplan vast;
d. De uitvoering van de gehele ontwikkeling, inclusief de realisatie van de openbare ruimte
wordt door marktpartijen uitgevoerd.
e. Aan het einde van de ontwikkeling wordt de openbare ruimte geleverd aan de gemeente;
f. De invloed, investeringen en risico’s van de gemeente zijn relatief beperkt;
g. Tot aan het moment van het sluiten van de overeenkomst heeft de gemeente de
mogelijkheid om te sturen op het eindresultaat;
h. Na het sluiten van de overeenkomst zijn er voor de gemeente weinig sturingsmogelijkheden
meer.
PPS-CONSTRUCTIES EN DE INTENTIEOVEREENKOMST TOEPASSEN
PPS: publiek-private samenwerking. Een samenwerking tussen publieke en private partijen. Afspraken over de
verdeling werkzaamheden en kosten, vaak in de vorm van een gemeenschappelijk
grondexloitatiemaatschappij.
Eerste project: Bouw van Wijkertunnel onder Noordzeekanaal en tunnel onder Noord bij Alblasserdam.
PPS bij VINEX:
1) Bouwclaimmodel:
a. Wordt vaak toegepast indien (meerdere) private partijen grond in een gebied hebben. Hierbij
verkopen de private partijen de grond aan de gemeente in ruil voor het recht (claim) of plicht
of afname van bouwrijpe kavels;
b. De gemeenten dragen vrijwel volledig alle risico’s van de grondexploitatie, dit is enigszins te
beperken door afname van bouwrijpe kavels contractueel te verplichten;
c. De sturingsmogelijkheden voor de gemeente zijn ook maximaal. In feite is er slechts beperkte
sprake van ‘samenwerking’: het bouwclaim-model zit dicht tegen actief grondbeleid aan;
d. Aandachtspunten zijn: aankoop en verkoopprijs van gronden, moment van betalingen, toets
aanbestedingsregels;
e. Meest gebruikte PPS-model.
2) Consultatiemodel:
a. Lijkt sterk op een klassieke, publieke gebiedsontwikkeling;
b. Rol van de overheid is groot. Die draagt het grondexploitatierisico voor eigen gronden en
verwerft doorgaans ook de gronden van private partijen;
c. Marktpartijen worden echter veel eerder betrokken dan in het klassieke model
(geconsulteerd). Al tijdens de planvorming worden marktpartijen gevraagd actief mee te
denken over de ontwikkeling en wordt hun specialistische kennis gebruikt om ideeën verder
uit te werken;
d. Op basis van uitgewerkte plannen wordt de ontwikkeling van gronden vaak overgelaten aan
marktpartijen;
e. Het beheer van de openbare ruimte vloeit dan doorgaans terug naar de gemeente.
3) Consessiemodel:
a. Bij met name kleinere woningbouwlocaties;
b. De grond is veelal in eigendom van de marktpartij of wordt voor zover gewenst door de
marktpartij verworven;
c. De gemeente ontwikkelt al dan niet samen met de marktpartij het plan en stelt het
bestemmingsplan vast;
d. De uitvoering van de gehele ontwikkeling, inclusief de realisatie van de openbare ruimte
wordt door marktpartijen uitgevoerd.
e. Aan het einde van de ontwikkeling wordt de openbare ruimte geleverd aan de gemeente;
f. De invloed, investeringen en risico’s van de gemeente zijn relatief beperkt;
g. Tot aan het moment van het sluiten van de overeenkomst heeft de gemeente de
mogelijkheid om te sturen op het eindresultaat;
h. Na het sluiten van de overeenkomst zijn er voor de gemeente weinig sturingsmogelijkheden
meer.