leerjaar 1 – blok 1 Return-2-
Performance
Communicatieve vaardigheden in de fysiotherapie
Communicatie is de uitwisseling van informatie. Bij deze informatie is altijd betrokken:
Zender
Ontvanger
Kanaal/medium
Boodschap
Mogelijke gevolgen
Een ruis verstoort de communicatie. Je kunt een ruis indelen in:
Interne ruis (zoals vermoeidheid)
Externe ruis (zoals geluid)
De rollen van de fysiotherapeut
Er zijn 4 rollen in communicatie:
Vertrouwenspersoon
Coach
Mededeelzame detective
Docent
Deze rollen worden toegepast in de verschillende fase van methodisch fysiotherapeutisch handelen:
Fase methodisch Kerntaak Voornaamste rol(len) in
fysiotherapeutisch handelen gespreksvoering
- Het consult beginnen Vertrouwenspersoon
Aanmelding DTF - Informatie verzamelen - Vertrouwenspersoon
- Mededeelzame detective
Aanmelding verwijzing - Informatie verzamelen - Vertrouwenspersoon
- Mededeelzame detective
Anamnese - Informatie verzamelen - Vertrouwenspersoon
- Mededeelzame detective
Onderzoek - Informatie verzamelen - Vertrouwenspersoon
- Mededeelzame detective
, Analyse - Uitleg en besluitvorming - Vertrouwenspersoon
- Mededeelzame detective
- Docent
- Coach
Behandelplan - Doelen stellen en plannen - Vertrouwenspersoon
- Mededeelzame detective
- Docent
- Coach
Behandeling - Behandeling (en instructie/ - Vertrouwenspersoon
educatie), doelen (bij)stellen en - Docent
plannen - Coach
- Het consult afsluiten
Eindevaluatie - Het behandeltraject - Vertrouwenspersoon
beëindigen - Mededeelzame detective
- Coach
Afsluiting - Het behandeltraject - Vertrouwenspersoon
beëindigen - Coach
Luisteren en non-verbale communicatie
Luisteren
Luisteren is de basis voor een succesvolle behandeling. Door te luisteren naar je patiënt, bouw je een
vertrouwensrelatie op. De meeste informatie die je nodig hebt om te behandelen, krijg je door te
luisteren.
Communiceren
Communiceren kan zowel verbaal als non-verbaal. Het grootste deel van je boodschap naar de ander
wordt non-verbaal overgebracht. Denk hierbij aan lichaamstaal, kleding, lichaamshouding,
gezichtsuitdrukking en handgebaren. Het verbale en non-verbale gedrag kan congruent zijn of
paradoxaal. Congruent betekent dat het verbale en non-verbale gedrag overeenkomt. Bij paradoxaal
komt het verbale en non-verbale gedrag niet overeen.
Vragen stellen
Wanneer je door durft te vragen, kun je een betere analyse van het gezondheidsprobleem maken en
een behandelplan dat beter bij je cliënt past.
Open en gesloten vragen
Een open vraag begint meestal met wat, waar, wanneer, wie of hoe (geen waarom). Deze vraag is
effectief als je (veel) informatie wilt zonder de ander in een bepaalde richting te sturen. Geef je cliënt
de tijd om te antwoorden.
Een gesloten vraag is een vraag waar de cliënt met ja/ nee mee antwoord of met vaste
antwoordopties. Deze vraag gebruik je als je iets wilt uitsluiten of bevestigen.
Open-naar-gesloten-kegelmodel
Het open-naar-gesloten-kegelmodel is een model waarmee je aan de hand van vragen stellen, de
anamnese kunt aanpakken. Je begint met open vragen en gaat langzaam naar gesloten vragen (van